
Rob overleefde een infectie met een vleesetende bacterie

Tips voor een zomer in het gips

Uw behandelend arts heeft bij u de diagnose ‘Barrett-slokdarm ‘ gesteld. Een Barrett-slokdarm is een aandoening van het onderste deel van de slokdarm waarbij het slijmvlies, de bekleding van de slokdarm, is veranderd.
In deze folder vindt u informatie over deze aandoening, de behandeling en het controleonderzoek. Daarnaast staan er nog enkele ‘leefregels’, adviezen die u helpen om uw klachten te verminderen in deze folder. Het is goed om u te realiseren dat uw persoonlijke situatie anders kan zijn dan hier beschreven is. Als dit het geval is, kan uw arts u hierover informeren.
Een Barrett-slokdarm is genoemd naar Norman Barrett, een Engelse arts die de aandoening voor het eerst heeft beschreven in 1953.
Een gezonde slokdarm is bedekt met een wittig, parelmoerkleurig slijmvlies; het zogenaamde plaveiselepitheel. Bij een Barrett-slokdarm is het onderste deel van dit witte slijmvlies veranderd in een roze, zalmkleurige bekleding. Het slijmvlies van de maag is als het ware in de slokdarm omhoog gegroeid.
Een Barrett-slokdarm ontstaat door het terugstromen van maagzuur in de slokdarm; dit terugstromen van maagzuur wordt ‘reflux’ genoemd. Voor meer informatie zie folder: ‘Brandend maagzuur’.
De ‘normale’ situatie
Als u eet gaat het voedsel via uw slokdarm naar de maag. In de wand van de slokdarm zitten spieren die het voedsel naar beneden duwen. De slokdarm bereikt de maag via een opening in het middenrif. Dit is een platte spier die de borst- en buikholte van elkaar scheidt. Als er voedsel naar de maag gaat, opent zich de sluitspier tussen de slokdarm en de maag. Op andere momenten blijft de sluitspier gesloten, zodat er geen maaginhoud vanuit de maag terug kan naar de slokdarm. In de maag mengt het voedsel zich met zuur maagsap, dat helpt bij het verteren.
Als de opening in het middenrif te wijd is, kan de maag in de borstholte omhoogschuiven. Dit wordt een ‘breukje’ in het middenrif genoemd (hernia diafragmatica). Voor meer informatie, zie folder: ‘middenrifbreuk’. Na verloop van tijd kan een ontsteking ontstaan (reflux oesophagitis). Als de ontsteking langere tijd blijft bestaan, verandert het slokdarmslijmvlies zodat het beter beschermd is tegen het zure maagsap.
Bij ongeveer 1 op de 10 patiënten met refluxklachten verandert de slokdarm daadwerkelijk in een Barrett-slokdarm. Waarschijnlijk ontstaat Barrett-slijmvlies pas na langdurige blootstelling aan terugstromend maagzuur. Er bestaan aanwijzingen dat erfelijke aanleg ook een rol speelt in het ontstaan van een Barrett-slokdarm.
Reflux gaat vaak gepaard met een branderig gevoel achter uw borstbeen, vaak vlak boven uw maag (zuurbranden). Ook een krampend, drukkend gevoel achter het borstbeen, kan door reflux worden veroorzaakt. Klachten als het opgeven van zuur of een bitter smakende maaginhoud komen ook regelmatig voor. Ook als u geen refluxklachten heeft, kunt u een Barrett-slokdarm hebben. Bij de medische begeleiding van patiënten met een Barrett-slokdarm zijn 2 opties van belang:
Leefregels
Er zijn verschillende leefregels die refluxklachten kunnen verminderen.
Medicijnen
Refluxklachten zijn goed te behandelen met medicijnen die voornamelijk inwerken op het maagzuur. De medicijnen kunnen ingedeeld worden in 2 soorten:
Patiënten met een Barrett-slokdarm hebben een licht verhoogde kans op slokdarmkanker. Dit is een ernstige ziekte die meestal pas in een vergevorderd stadium klachten geeft. Genezing is dan vaak niet meer mogelijk.
Door de Barrett-slokdarm regelmatig te controleren door middel van een gastroscopie wordt de kans op ernstige gevolgen of complicaties beperkt / verminderd. Voor meer informatie, zie folder: 'Gastroscopie'.
Het is van belang te benadrukken dat slechts een kleine groep patiënten met een Barrett-slokdarm (minder dan 5%) daadwerkelijk slokdarmkanker ontwikkelt.
Omdat niet voorspelbaar is welke patiënten slokdarmkanker ontwikkelen, worden bepaalde patiënten met een Barrett-slokdarm regelmatig onderzocht door middel van een gastroscopie.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met:
Poli interne geneeskunde / MDL
0495 - 57 26 26
Maandag t/m vrijdag
09:00 - 16:30 uur