Keizersnede van A tot Z
Een zwangerschap, een geboorte, het lijkt soms zo gewoon. Maar niet elke zwangerschap eindigt met een bevalling zoals ouders zich deze voorstellen. Soms wordt de baby geboren via de keizersnede. Een enkele keer weten de ouders dit van tevoren, maar soms is het ook onverwacht.
Hier leest u waarom een keizersnede gedaan wordt, de voorbereiding hierop, de verdoving en de tijd erna. Tevens is deze informatie een ondersteuning en aanvulling op de informatie die de specialist en de verpleegkundige u al hebben gegeven.
Wat is een keizersnede?
Een keizersnede is een operatie waarbij de baby via de buikwand ter wereld komt. De operatie duurt ongeveer 45 minuten, soms langer, soms korter.
De baby wordt meestal binnen 10 minuten na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht.
Reden voor een keizersnede
De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina (schede) niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor u, uw kind of voor u beiden. Omdat bij een keizersnede complicaties kunnen optreden, wordt de operatie alleen uitgevoerd als er een goede reden voor is.
Een geplande keizersnede
Soms is al vóór de zwangerschap duidelijk dat een keizersnede nodig zal zijn. In andere gevallen blijkt dit tijdens de zwangerschap. Bijvoorbeeld als de baby in stuit ligt, de placenta (moederkoek) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom de indaling van het kind verhindert, of als er complicaties zijn zoals een placenta die onvoldoende functioneert. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.
Hierbij wordt een nieuwe methode gebruikt, de ‘gentle c sectio’. Bij deze methode wordt zoveel als mogelijk een natuurlijke bevalling nagebootst. Als het medisch gezien verantwoord is blijft uw baby op de operatiekamer, de recovery (uitslaapkamer) en de kraamafdeling bij u (en uw partner).
Er blijft een verpleegkundige bij u vanaf het tijdstip dat u van de verpleegafdeling naar de operatiekamer vertrekt totdat u weer terugkomt.
Een keizersnede tijdens de bevalling
Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn het niet vorderen van de bevalling en/of dreigend zuurstofgebrek van de baby.
Het is mogelijk dat de bevalling niet opschiet tijdens de ontsluiting of de uitdrijving. Als de ontsluiting onvoldoende vordert neemt het aantal centimeters ontsluiting niet (voldoende) toe. Bij onvoldoende vordering van de uitdrijving is er te weinig indaling van de baby in het bekken. Ook bij een keizersnede die niet gepland is proberen wij als het medisch gezien kan, en er voldoende verpleging geschikbaar is, (tijdens kantoortijden) de ‘gentle c methode’ toe te passen.
Voorbereiding op een keizersnede
Bij een geplande keizersnede spreekt de gynaecoloog een datum met u af. Hij verwijst u naar het planbureau. Hier wordt u ingepland voor de operatie en krijgt u een afspraak voor de poli preoperatieve screening.
Op de poli preoperatieve screening vindt onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand. Hier worden vragen over uw gezondheid gesteld en wordt lichamelijk onderzoek gedaan, zoals het luisteren naar hart en longen.
Tot uiterlijk 6 uur voor de operatie mag u nog gewoon eten. Daarna mag u tot uiterlijk 2 uur voor de operatie heldere vloeistof drinken (water, spa blauw, appelsap, thee). Soms kunt u vooraf een kijkje nemen op het vrouw-moeder-kind centrum waar u wordt opgenomen en krijgt u informatie van de verpleegkundige.
De dag van de operatie gaat u (als u niet al opgenomen bent) naar het vrouw-moeder-kind centrum (VMK). Op de afdeling krijgt u een operatiehemd aan. De verpleegkundige stelt u nog enkele vragen en brengt vervolgens een infuus in. Er wordt een CTG (hartfilmpje van de baby) gemaakt. Kort voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht.
Tijdens de operatie mag u geen haarspelden, sieraden als ringen, oorbellen en piercings dragen. Daarom kunt u deze het beste thuis laten. Verwijder nagellak en gebruik geen make-up. De kleur van de huid geeft de anesthesioloog tijdens de operatie belangrijke informatie over uw lichamelijke toestand. Contactlenzen en een eventueel kunstgebit moet u uitdoen als u onder algehele narcose geopereerd wordt.
Op de operatiekamer krijgt u een blaaskatheter, zodat de urine kan wegstromen; deze wordt in een zak opgevangen. Bij een secundaire keizersnede gebeuren deze voorbereidingen vaak in een sneller tempo. Er gaat altijd een verpleeg- of verloskundige van het VMK met u mee naar de operatiekamer.
Soort verdoving
Bij een geplande keizersnede krijgt u als het kan altijd de ruggenprik. Deze soort verdoving beïnvloedt de functies van uw baby niet en is daarom altijd eerste keus. Bij een ruggenprik maakt u de geboorte van uw baby bewust mee en al tijdens de operatie kunt u uw baby zien, horen en aanraken.
Narcose
Bij de narcose wordt rekening gehouden met de baby zodat deze zo weinig mogelijk medicijnen, zoals inslaapmiddelen en pijnstillers, via de placenta toegediend krijgt. U wordt wakker als de operatie klaar is.
De operatie zelf
Indien u een ruggenprik krijgt, kan uw partner tijdens de operatie bij u zijn. Bijna altijd maakt de gynaecoloog een ‘bikinisnede’, een horizontale (dwarse) snede van 10 - 15 cm vlak boven het schaambeen, ongeveer rond de haargrens. Zelden wordt nog een snede van de navel naar beneden gemaakt. Na de snede in de huid worden het vet onder de huid en een laag verstevigend bindweefsel boven de buikspieren doorgesneden.
De lange buikspieren die van de ribbenboog naar beneden lopen worden opzij geschoven, vervolgens opent de gynaecoloog de buikholte. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna haalt de gynaecoloog meestal via een dwarse snede in de baarmoeder uw kind naar buiten. Meestal drukt men daarbij op uw buik.
Als uw kind geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt. De vader mag het laatste stukje afknippen. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.
Wie mag bij een keizersnede aanwezig zijn?
Uw partner mag bij de keizersnede aanwezig zijn. Het is meestal de gewoonte dat deze pas binnenkomt als alle voorbereidingen voor de operatie zijn getroffen en de operatie begint.
Kan uw partner niet bij de operatie zijn, dan mag ook iemand anders (vriendin, moeder, vroedvrouw) aanwezig zijn. Dit gebeurt altijd in overleg. Als u onder algehele narcose moet, mag uw partner niet bij de keizersnede zijn. Uw partner ziet de baby zo snel als mogelijk na de geboorte. Het is toegestaan om foto’s te maken.
De baby na de geboorte
Als de baby is geboren wordt hij/zij verzorgd en zal daarna bij u liggen. Als de toestand van de baby het toelaat blijft hij/zij continue bij u. Als u borstvoeding geeft wordt uw baby op de recovery (uitslaapkamer) voor de eerste keer aangelegd.
Bij een spoedkeizersnede kan de baby niet bij u blijven maar gaat deze met uw partner en de verpleegkundige terug naar de afdeling. De baby krijgt daar de zorg die hij/zij nodig heeft. Als u terug bent op de verpleegafdeling en u geeft borstvoeding, dan wordt uw baby meteen aangelegd. Als u flesvoeding geeft mag dit zodra u terug bent.
Vaak onderzoekt de kinderarts uw baby direct na de geboorte. Als bij een (geplande) keizersnede geen problemen worden verwacht, vindt onderzoek door de kinderarts soms pas later plaats.
Afhankelijk van de reden voor de keizersnede, de zwangerschapsduur en de toestand van uw baby, wordt uw baby in een couveuse of in een bedje gelegd. Dit kan op de couveuseafdeling zijn of op de kamer waar u zelf ligt.
Borstvoeding
Na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het maakt niet uit of de keizersnede gepland was of niet en of u algehele narcose of een ruggenprik heeft gekregen. Wel speelt bij algehele narcose de conditie van uw baby een rol. Met de baby wordt al op de recovery huid op huid contact gemaakt. De baby wordt aangelegd aan de borst. Zo komt de melkproductie vlot op gang en kan het kind profiteren van de eerste voeding, het colostrum.
Flesvoeding
Er vindt huid op huid contact plaats op de recovery en de baby blijft bij u. Het eerste flesje wordt pas op de verpleegafdeling gegeven.
Na een keizersnede
Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, het wondverband, bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd. Via het infuus krijgt u vocht toegediend. Bij een ruggenprik heeft u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen. Geleidelijk krijgt u het gevoel en de kracht in uw benen terug.
U mag als u hier zin in heeft direct weer eten en drinken. Om trombose te voorkomen krijgt u een keer per dag een injectie onder de huid van uw bovenbeen met een bloed verdunnend middel (heparine). Ook vraagt men regelmatig naar de pijn(score). U krijgt voldoende pijnstilling.
De dag na de operatie
- Vaak wordt de dag na de operatie bloed geprikt om na te gaan of u bloedarmoede heeft. Zo nodig bespreekt de arts met u een bloedtransfusie of ijzerinfuus.
- Als de bloeduitslag goed is, wordt het infuus verwijderd.
- U krijgt movicolon. Dit zorgt ervoor dat de stoelgang makkelijker verloopt. Als u naar huis gaat krijgt u een recept mee.
- Het is het beste dat u zo snel mogelijk mobiliseert, daarom wordt u uit bed geholpen. Als het mobiliseren goed gaat mag de blaaskatheter verwijderd worden.
- Kort na de keizersnede heeft u pijn aan de wond en soms pijnlijke naweeën. Hiervoor krijgt u pijnstillers. De buikwand is vaak pijnlijk omdat onder de huid de snede in de buikwand verticaal loopt, van de navel tot het schaambeen.
Dag 2 na de operatie
- Uw wondverband wordt verwijderd.
- Als het nodig is krijgt u ijzertabletten nadat u weer ontlasting heeft gehad.
- Bij het hechten van de huid wordt doorgaans materiaal gebruikt dat vanzelf oplost en niet hoeft te worden weggehaald.
- Eventuele knoopjes / hechtdraad wordt meestal de derde dag door uw verloskundige thuis verwijderd. Heeft u agraves dan verwijdert uw verloskundige deze de vijfde dag.
Naar huis
Na de keizersnede blijft u minimaal 48 uur in het ziekenhuis. Meestal gaat u dus de tweede dag na de keizersnede naar huis. De snelheid van uw herstel en de gezondheid van uw baby (couveuseopname) spelen hierbij een rol.
U krijgt een brief mee voor de kraamverzorgster. De verloskundige en de huisarts krijgen digitaal bericht via ZorgDomein. Ook krijgt u een recept mee voor movicolon en eventueel voor ijzertabletjes. Thuis kunt u nog paracetamol nemen voor de pijn.
Na 5 – 6 weken wordt u op de poli gynaecologie verwacht voor controle. Deze afspraak mag u zelf maken maar u kunt ook via de secretaresse een afspraak laten maken.
Weer thuis
Thuis zult u geleidelijk verder moeten herstellen. De tijd die nodig is voor het herstel na een keizersnede is vaak langer dan na een gewone bevalling.
- Conditie: u bent sneller moe en u kunt minder aan dan u verwacht. Geef toe aan de vermoeidheid en neem extra rust. Uw lichaam geeft aan wat u kunt en wat niet.
- Doe rustig aan en breidt uw activiteiten langzaam uit (licht huishoudelijk werk, kleine boodschappen).
- De eerste weken niet zwaar tillen (maxi-cosi, stofzuigen, vuilniszakken, zware boodschappentassen). Draag alleen het gewicht van uw baby.
- Pijn en gebrek aan kracht na een keizersnede kunnen invloed hebben op autorijden of fietsen. Hoe lang iemand niet rijdt is per persoon verschillend. Er is in Nederland geen wetgeving als het gaat om autorijden na een narcose of operatie. Wel staat in de wet dat u ‘geen gevaar op de weg mag veroorzaken’. Als u redelijkerwijs kon inschatten dat het niet veilig was om zelf te rijden kan dit uiteindelijk toch gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid na een ongeluk. Neem dus geen risico en laat u rijden als u twijfelt.
- Al snel na de operatie mag u onder de douche. Een bad wordt afgeraden zolang er nog bloedverlies is (ca. 4 - 6 weken). Niet in bad gaan is ook beter voor de wondgenezing.
- De verschillende lagen van de buikwand moeten goed genezen. Aan de zijkant van het litteken heeft u de eerste tijd soms een trekkend gevoel van inwendige hechtingen. Dit kan geen kwaad.
- Bij de nacontrole wordt bekeken of u weer mag beginnen met buikspieroefeningen, hardlopen of andere sporten waarbij druk op de wond wordt gezet.
- Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Vraag zo nodig de verloskundige, huisarts of gynaecoloog om advies. Wacht in ieder geval met gemeenschap tot de bloederige afscheiding voorbij is. Voor veel vrouwen duurt het langere tijd voordat zij weer zin hebben in seksueel contact.
- Omdat bij een bikinisnede de zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, kunt u vrij lange tijd een doof gevoel rond het litteken hebben. Boven dit gebied met een doof gevoel is dikwijls (halverwege de navel) een gebied dat juist extra gevoelig is. Vaak is pas na 6 - 12 maanden het gevoel in de buikwand weer normaal.
Problemen thuis
Als er thuis complicaties / problemen zijn, zoals:
- koorts boven de 38,5 °C;
- een opengaande wond;
- een ontsteking; de wond wordt dan rood, hard, warm of gaat pijnlijk kloppen;
- een grote hoeveelheid vocht uit de wond;
- vreemd ruikende vaginale afscheiding;
- hevige buikpijn;
- erg veel vaginaal bloedverlies;
- plotselinge benauwdheid.
Neem dan contact op met uw verloskundige of met het ziekenhuis.
Complicaties
Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als u gezond bent. Wij noemen hieronder de meest voorkomende complicaties.
Bloedarmoede
Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Bij ruim bloedverlies ontstaat bloedarmoede. Soms is na afloop een bloedtransfusie of een ijzerinfuus nodig. Bij een voorliggende moederkoek (placenta praevia) is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groter.
Blaasontsteking
Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor. Daarom wordt de urine, indien nodig, in het ziekenhuis gecontroleerd. Zo nodig krijgt u een antibioticum.
Bloeduitstorting in de wond
Een onderhuidse bloeduitstorting ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een ernstig verhoogde bloeddruk.
Nabloeding in de buik
Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een ernstige hoge bloeddruk, waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie nodig.
Infectie
Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. De kans hierop is wat groter bij een keizersnede na een langdurige bevalling. Om een infectie te voorkomen, krijgt u voor de operatie altijd een antibioticum toegediend.
Trombose
Bij elke operatie en na elke bevalling is er een verhoogd risico op trombose. Om dit te voorkomen krijgt u bloedverdunnende middelen zolang u nog veel in bed ligt.
Een beschadiging van de blaas
Een beschadiging van de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als u al verschillende malen een keizersnede heeft gehad. Er kunnen dan verklevingen rond de blaas zijn. Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel heeft u mogelijk langer een katheter nodig.
Darmen die niet goed op gang komen (ileus)
Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in maag en darmen, wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang. Deze complicaties komen gelukkig weinig voor.
Bij de volgende bevalling weer een keizersnede?
Wilt u snel opnieuw zwanger worden, dan is daar geen bewezen bezwaar tegen. Maar meestal adviseert de gynaecoloog u een jaar te wachten. Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Dit wordt bij de nacontrole besproken. Vaak is bij een volgend kind geen keizersnede nodig. Wel krijgt u dan altijd een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. Meer informatie, zie pagina 'Bevallen na een eerdere keizersnede'.
Emotionele aspecten rondom een keizersnede
De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg kon plaatsvinden en hebben het gevoel dat een normale bevalling van hen is ‘afgenomen’. Soms vinden ze dat ze gefaald hebben. Bij een narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee, waardoor ze soms moeite hebben om aan hun kind te wennen.
Spelen dergelijke gevoelens bij u, praat erover met uw partner, vrienden en familieleden. Bespreek tijdens de nacontrole uw emoties en vragen, zoals waarom de keizersnede nodig was. Dit kan u ook helpen bij het verwerken van emoties. Schrijf uw vragen van te voren op zodat u niets vergeet.
Ook na langere tijd of voorafgaand aan een volgende zwangerschap kunt u met de gynaecoloog, de verloskundige of de huisarts nog eens de hele gang van zaken bespreken als u daar behoefte aan hebt. Soms is het een opluchting om ervaringen uit te wisselen met ‘lotgenoten’, die u kunt benaderen via de Vereniging Keizersnede-Ouders.
Het omgekeerde is ook mogelijk: als een keizersnede gedaan werd nadat u lange tijd zeer pijnlijke weeën hebt gehad, betekent de operatie vaak juist een opluchting.
Voor de vader is een keizersnede soms ook moeilijk te verwerken. Hij ziet u 9 maanden met de baby rondlopen en dan moet u (na evt. weeën) ook nog een operatie ondergaan om het kind geboren te laten worden. Soms voelt een partner zich nutteloos omdat hij het gevoel heeft nauwelijks iets voor u te hebben kunnen doen. Ook kan hij bang zijn geweest dat iets mis zou gaan. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met elkaar te bespreken.
Bevallen na een eerdere keizersnede
In het verleden bent u bevallen via een keizersnede. Voor uw volgende bevalling bekijkt de gynaecoloog samen met u voor welke wijze u nu kiest. Dit hangt af van de kansen, uw ervaringen en persoonlijke wensen en verschillende afwegingen.
Waar gaat het om?
Vaginaal bevallen
- De bevalling begint vanzelf of wordt zo nodig opgewekt.
- U bevalt in het ziekenhuis, de hartslag van de baby wordt continu gevolgd.
- Als het niet lukt, krijgt u alsnog een keizersnede.
Per keizersnede bevallen
- Uw baby wordt geboren op een afgesproken dag via een operatie.
- De keizersnede wordt meestal na 39 weken zwangerschapsduur gepland.
- Als de weeën eerder beginnen, dan:
1. krijgt u de keizersnede eerder,
2. of u probeert het toch vaginaal.
Keuze voor de manier van bevallen
Ongeveer 3 op de 4 vrouwen (75%) kiest na een eerdere keizersnede voor een vaginale bevalling. Zoals bij iedere bevalling is er een kans dat ook deze bevalling toch eindigt in een keizersnede. De kans dat een vaginale bevalling lukt, is gemiddeld 75%. Als u al eerder vaginaal bent bevallen, is de kans dat het nu weer vaginaal lukt groter; 90%. Als er verschillende ongunstige factoren zijn, is de kans dat het lukt nog minimaal 40%.
Wat maakt de kans dat een vaginale bevalling lukt groter?
- Als u vroeger al een keer vaginaal bevallen bent.
- Als u eerdere keizersnede gepland was omdat uw kind bijvoorbeeld in stuitligging lag.
- Als de vorige keizersnede gedaan werd omdat de hartslag van de baby niet goed was.
- Als u toen ingeleid werd en nu spontane weeën krijgt.
Wat maakt de kans dat een vaginale bevalling lukt kleiner?
- Als er eerder een keizersnede is gedaan omdat u niet voldoende ontsluiting kreeg of omdat het kind met persen niet voldoende diep kwam.
- Als u kleiner bent dan 1.55 meter of ouder dan 35 jaar.
- Als u een BMI van meer dan 30 heeft.
- Als u bij de keizersnede een groot kind hebt gekregen en uw kind nu waarschijnlijk weer groot is.
Rekenmodel
Uw gynaecoloog heeft een rekenmodel. Hiermee kan zij/hij uitrekenen wat uw persoonlijke kans is dat uw vaginale bevalling lukt. Krijgt u een inleiding? Dan kunt u dit opnieuw laten berekenen. Het is belangrijk rekening te houden met uw persoonlijke kans. Als u voor een vaginale bevalling kiest, dan weet u van te voren niet of het ook vaginaal lukt. Wordt het toch een keizersnede, dan gelden voor u de voor- en nadelen van een ongeplande keizersnede.
Wat zijn de voordelen van een vaginale bevalling?
Na een vaginale bevalling bent u weer sneller fit. U hebt minder kans op ernstige problemen. De ademhaling van de baby komt na een vaginale bevalling vaak beter op gang. Tijdens het persen wordt het vocht uit de longen van de baby gedrukt. U hebt een grotere kans dat een volgende bevalling ook weer vaginaal kan. Dan zijn er minder risico's voor u als dit lukt.
Wat zijn de nadelen van een vaginale bevalling?
Het belangrijkste nadeel is dat het litteken in de baarmoeder van de eerdere keizersnede zwakker wordt en kan openscheuren. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor u en de baby. De kans hierop is 0,2 - 1,5% (2 - 15 op de 1.000 vrouwen). Als u spontane weeën krijgt, is de kans wat lager en bij medicijnen die weeën stimuleren wat hoger. Bij het gebruik van postaglandinegel is dat ongeveer 15 op 1.000 en bij een infuus met oxytocine 10 op de 1.000 vrouwen.
Bij een baarmoederscheur is er een verhoogde kans op schade voor de baby door zuurstofgebrek. De baby kan ook overlijden. Dit is zeldzaam: ongeveer 4 van de 10.000 baby’s overlijden (0,04%). Ongeveer 2 op de 1.000 baby’s (0,2%) hebben hersenschade. Dit is net zo hoog als bij een vrouw die voor de eerste keer vaginaal gaat bevallen.
Extra maatregelen
Om de kans op problemen zo klein mogelijk te maken, adviseert de gynaecoloog extra maatregelen te nemen. U bevalt in het ziekenhuis en de baby wordt gedurende de bevalling continu gecontroleerd.
Een vaginale bevalling na een eerdere keizersnede moet voorspoedig verlopen. Als de bevalling niet vlot verloopt of als de baby niet goed reageert op de bevalling, dan adviseert de gynaecoloog om toch weer een keizersnede te doen.
Wat zijn de voordelen van een geplande keizersnede?
Er is vrijwel geen kans op het opengaan van het litteken in de baarmoeder. Uitkomsten voor moeder en kind zijn beter na een geplande keizersnede dan na een keizersnede tijdens de bevalling (ongeplande keizersnede).
Wat zijn de nadelen van een keizersnede?
- Grotere kans op ontsteking van de wond, meer bloedverlies, schade aan blaas, darmen en de bloedvaten, noodzaak om de baarmoeder te verwijderen.
- Problemen met verdoving. Dit is meestal een ruggenprik, soms narcose.
- Problemen bij het herstel (is langzamer).
- Risico's voor een volgende zwangerschap.
- Risico op een lastige start van de ademhaling bij de baby.
Ernstige complicaties zijn bijvoorbeeld schade aan darmen of urinewegen, verwijderen van de baarmoeder of een scheur van de baarmoeder. Bij vrouwen die vaginaal bevallen, is de kans op ernstige complicaties 0,2% (2 op 1.000), bij vrouwen die een geplande keizersnede krijgen 0,8% (8 op 1.000) en bij vrouwen die een ongeplande keizersnede krijgen 3,8% (38 op 1.000).
Als u voor een vaginale bevalling kiest, weet u niet zeker of het vaginaal lukt. Als het dan een keizersnede wordt, dan is dit een ongeplande keizersnede. U weet dus van te voren niet of de keus voor een vaginale bevalling voor u de veiligste keus is.
Nadelen voor een volgende zwangerschap
Nadelen voor een volgende zwangerschap en bevalling hebben te maken met problemen met de placenta (moederkoek). Als er vaker een keizersnede is gedaan, is de kans groter dat de placenta voor de uitgang komt te liggen. De placenta kan ook in het litteken van de baarmoeder ingroeien. In beide situaties is er een verhoogde kans op hevig bloedverlies tijdens de bevalling. Soms is het nodig om de baarmoeder te verwijderen. Met elke extra keizersnede neemt dit risico toe. Er is geen maximaal aantal keizersneden dat een vrouw mag krijgen. Toch is het verstandig om deze toenemende kans mee te wegen in uw beslissing als u graag nog meer kinderen wilt krijgen.
Nadelen voor de baby
Bij een vaginale bevalling wordt vocht uit de longen van de baby gedrukt bij het persen. De baby kan na de geboorte makkelijker ademhalen. Bij een keizersnede is er na de geboorte meer vocht in de longen. Dit kan problemen geven. Hoe korter de zwangerschapsduur, hoe groter de kans op problemen. Dat is de reden dat een geplande keizersnede pas bij voorkeur na 39 weken zwangerschapsduur plaatsvindt.
Voorbeelden
Vaginaal bevallen met afspraken
Het kan zijn dat u al vroeg in de zwangerschap een beslissing neemt over de manier van bevallen. Maar het kan ook zijn dat u wilt afwachten hoe de zwangerschap gaat. U kunt bijvoorbeeld afwachten hoe het gewicht van het kind wordt ingeschat aan het eind van de zwangerschap. U kunt ook met uw gynaecoloog afspraken maken over de bevalling. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat u wel een vaginale bevalling wilt proberen als de weeën spontaan op gang komen. Als de bevalling na bijvoorbeeld 41 weken nog niet is begonnen, kunt u alsnog voor een keizersnede kiezen. U kunt afspreken dat de gynaecoloog in principe geen kunstverlossing, zoals een vacuüm, zal doen. Daarnaast maakt u met de gynaecoloog afspraken over de duur van de bevalling. Een vaginale bevalling na een eerdere keizersnede moet voorspoedig verlopen. Zo niet, dan zal de gynaecoloog adviseren om toch weer een keizersnede te doen.
Als de weeën eerder komen
Als u kiest voor een geplande keizersnede, kan het gebeuren dat de weeën al beginnen voor de afgesproken datum. Maak afspraken met uw gynaecoloog wat u dan doet. Meestal is de baby dan nog wat kleiner. Ook is de kans op een geslaagde vaginale bevalling groter als de weeën spontaan beginnen. U kunt een vaginale bevalling in dat geval overwegen. Uw keuze zal afhangen van de redenen waarom u nu voor een keizersnede kiest.
Sterilisatie
Tijdens een keizersnede bestaat de mogelijkheid om meteen een sterilisatie te doen. Als u dit overweegt, bespreek dit dan minimaal enkele weken van te voren met uw gynaecoloog. Vraag ook bij de zorgverzekering na wat dit financieel voor u betekent.
Conclusie
Na afweging van alle voor- en nadelen neemt u samen met uw partner en gynaecoloog een beslissing. Hierbij is ook belangrijk hoeveel kinderen u in de toekomst nog wilt krijgen. In Nederland kiest 3 op de 4 vrouwen voor een vaginale bevalling. Het afwegen van voor- en nadelen en het inschatten van de kans op slagen, kan lastig zijn. Maar onthoud: wat u ook kiest, beide methoden zijn veilig. Ze hebben elk hun eigen voor- en nadelen. De kans op ernstige problemen is klein.
Verder lezen?
Vraag de keuzehulp aan uw gynaecoloog.