PDF
Stel PDF samen

Liesbreukoperatie bij kinderen

Chirurgie
Kindergeneeskunde

Uw kind wordt binnenkort verwacht in het ziekenhuis voor de behandeling van een liesbreuk. In deze folder wordt alles op een rijtje gezet, zodat u en uw kind goed voorbereid zijn. Het is belangrijk dat u uw kind zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Hiermee zorgt u ervoor dat eventuele angst voor het onbekende geen kans krijgt of in elk geval vermindert.

Omdat de operatie plaats vindt onder narcose (anesthesie), is het belangrijk dat u ook de folders: Anesthesie bij kinderen en Nuchter blijven voor de ingreep goed doorleest.

Wat is een liesbreuk?

Een liesbreuk (hernia inguinalis) is een uitstulping van het buikvlies door een opening in de buikwand. Het is een restant van de aanleg van de testikel. De breuk is te zien of voelen als een zwelling. Het is mogelijk dat de uitstulping van het buikvlies een gedeelte van de buikinhoud bevat. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan, persen of hoesten) kan er meer buikinhoud in de uitstulping komen. De breuk wordt dan groter.

Bij een liesbreuk bevindt de uitstulping zich in de liesstreek. Klachten worden soms aangegeven als een zwelling, ongemak, een zeurend of branderig gevoel en/of pijn in de liesstreek. Er kunnen ook helemaal geen klachten zijn.

Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf en kan groter worden. Dat kan dan meer klachten gaan geven. Een enkele keer komt het voor dat een breuk bekneld raakt. Een spoedoperatie is dan nodig.

De operatie

Uw kind zal als alles goed is een kleine dag in het ziekenhuis blijven. De operatie wordt gedaan via een snede op de plaats van de breuk. De uitstulping van het buikvlies wordt opgeheven.

De dag van de operatie

Omdat uw kind onder narcose wordt behandeld, moet het nuchter zijn. Instructies hierover vindt u in de folder: Nuchter blijven voor de ingreep.

Op de afgesproken tijd melden u en uw kind zich bij het vrouw-moeder-kind centrum. Uw kind krijgt een naambandje om de pols en de temperatuur wordt opgenomen. Het tijdstip van de operatie is afhankelijk van het operatieprogramma. Als uw kind aan de beurt is, krijgt het een operatiehemdje aan en wordt naar de voorbereidingskamer voor de anesthesie gebracht. Een van de ouders kan mee. Als uw kind slaapt, neemt u plaats in de ouderkamer van het vrouw-moeder-kind centrum. U kunt hier een kopje koffie drinken terwijl u wacht. Als uw kind wakker is, mag u samen met de kinderverpleegkundige hem of haar ophalen op de uitslaapkamer (recovery).

Op de afdeling mag uw kind, na toestemming van de kinderverpleegkundige weer iets drinken. Meestal is dat 2 uur na de operatie. In de loop van de middag komt de chirurg kijken hoe het met uw kind gaat. Als alles goed is, mag uw kind weer mee naar huis.

Na de operatie

Mogelijke complicaties
Bij iedere ingreep kunnen complicaties ontstaan.

Een kleine bloeding kunt u na enkele dagen herkennen in de vorm van een blauwe verkleuring in het wondgebied. Deze verkleuring kan uitzakken naar de basis van de penis bij jongens, en naar de grote schaamlip bij meisjes. Dat is niet verontrustend. Soms ontsteekt de wond, dit uit zich als een pijnlijke, rode zwelling en mogelijk koorts.

Activiteiten
Uw kind hoeft niet te blijven liggen. De oudere kinderen kunnen afhankelijk van hoe ze zich voelen, na enkele dagen weer naar school. Ze mogen tot een week na de operatie niet fietsen of meedoen met gymnastiek, zwemmen of andere sporten.

Eten en drinken
Op de dag van de operatie zal uw kind waarschijnlijk weinig eetlust hebben. Dit zal langzaam terug komen. Probeer ervoor te zorgen dat uw kind regelmatig een beetje drinkt en iets eet.

Koorts
Uw kind kan als reactie op de operatie wat verhoging krijgen. Dit moet na 24 uur weer over zijn.

Pijnbehandeling
Al tijdens de narcose krijgt uw kind pijnstillers. Daarna krijgt uw kind paracetamol tegen de pijn volgens een vast schema. Dit wordt gedaan om zo weinig mogelijk pijn te krijgen. Het is heel belangrijk dat de medicatie 48 uur lang op vaste tijdstippen gegeven wordt, ook al vindt uw kind dat de pijn op dat moment wel meevalt. Het vormt de basis voor een goede pijnbestrijding. Wanneer dit onvoldoende helpt, kunnen andere pijnstillers zoals Diclofenac of morfineachtige medicijnen hieraan toegevoegd worden.

De dosering van paracetamol is afhankelijk van het gewicht van uw kind.

  Gewicht                      Dosis                  mg
   4 - 5 kg   3 x daags     120 mg
   6 - 9 kg   4 x daags   120 mg
   10 - 15 kg   3 x daags   240 mg
   16 - 25 kg   3 x daags   500 mg
   20 - 40 kg   4 x daags   500 mg
   40 kg en meer   3 x daags   1000 mg

De kinderverpleegkundige geeft uitleg over het gebruik als u naar huis gaat. Als het nodig is krijgt u een recept mee voor andere pijnstillers.

Wondverzorging
Het wondje in de liesstreek wordt met oplosbare hechtingen gesloten. Aan de buitenkant zijn alleen enkele speciale plakkertjes te zien, deze geven extra steun aan het genezende wondje.

Houdt de wond droog. Plak er 2 dagen een pleister op. Bij kinderen die nog een luier dragen moet de luier regelmatig verschoond worden, om langdurig contact met urine en/of ontlasting te voorkomen. Na een dag of 4 mag er kort gedoucht worden. Controle volgt 1 week na de operatie. Als er niet-oplosbare hechtingen gebruikt zijn worden deze bij de controle verwijderd.

Wat u uw kind kunt vertellen

  • Dat hij of zij één dag in het ziekenhuis moet blijven, maar dat u erbij blijft om voor hem of haar te zorgen, behalve tijdens de operatie.
  • Dat de dokter hem of haar in een speciale slaap maakt en dat er daarom voor de operatie niet gegeten en gedronken mag worden.
  • Dat de speciale slaap ervoor zorgt dat hij of zij niets merkt van de operatie.
  • Dat er na de operatie op de plaats waar de breuk zat een wondje zit dat soms pijn kan doen.
  • Dat hij of zij een paar uur na de operatie weer mag drinken.
  • Dat hij of zij weer mee naar huis mag zodra de dokter het goed vindt.

Tot slot

Elke operatie is vervelend en meestal pijnlijk achteraf. Wij raden u daarom aan om uw kind met een taxi of eigen vervoer (auto) mee naar huis te nemen. In het laatste geval dient er, buiten de bestuurder, iemand bij te zijn die uw kind kan begeleiden.

Heeft u nog vragen?

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft of als er zich na de ingreep problemen voordoen, dan kunt u contact opnemen met de poli chirurgie of de kinderunit (VMK). Buiten kantooruren neemt u contact op met de spoedeisende hulp (SEH) of uw huisarts. 

Poli chirurgie:                       
0495 – 57 22 70
Maandag t/m vrijdag
08:30 - 16:30 uur

Kinderunit (VMK)                  
0495 – 57 21 23

Spoedeisende hulp:             
0495 – 57 26 10