Opname voor een operatie (volwassenen)
In deze folder vindt u informatie ter voorbereiding op uw ziekenhuisopname bij een geplande operatie. Het kan gaan om een dagopname (zonder overnachting in het ziekenhuis) of een opname op de verpleegafdeling voor één of meerdere nachten. Neem deze informatie alstublieft goed en rustig door. De folder over de ingreep ontvangt u na uw bezoek aan de polikliniek.
De exacte opnamedatum hoort u zo snel mogelijk. Het is belangrijk om eventuele wensen ten aanzien van de opnamedatum (bijvoorbeeld een vakantieperiode) door te geven bij het planbureau. Hiermee wordt zoveel mogelijk rekening gehouden.
Hoe laat en waar mag u zich melden?
Ontvangt u berichtgeving van ons via de e-mail? Dan ontvangt u één dag voor uw ingreep plaatsvindt rond 05:00 uur een e-mail met het precieze tijdstip dat u in ons ziekenhuis moet zijn. Ook vindt u dit tijdstip één dag voor uw ingreep in MijnSJG. Ontvangt u onze berichtgeving per post? Neem dan één werkdag van tevoren tussen 09:00 - 11:00 uur telefonisch contact op met het planbureau voor het tijdstip. Telefoon: 0495 - 57 28 94.
Intake en anesthesie
Poli preoperatieve screening (PPS)
Het planbureau maakt voor u een afspraak met de anesthesioloog of anesthesiemedewerker. op de poli preoperatieve screening (PPS). Deze afspraak wordt enkele dagen of weken voorafgaand aan de opname gepland. Voor de preoperatieve screening hoeft u tegenwoordig in principe niet meer naar het ziekenhuis te komen. Op het afgesproken tijdstip neemt de anesthesist of anesthesiemedewerker telefonisch of online (videobellen via de BeterDichtbij-app) contact met u op om de operatie met u voor te bereiden. Alleen als het medisch gezien nodig is, wordt een fysieke afspraak in het ziekenhuis gemaakt.
Een anesthesioloog is een medisch specialist. Hij is gespecialiseerd op de verschillende vormen van anesthesie, de pijnbestrijding en de zorg rondom een operatie. Een anesthesiemedewerker op de PPS is een gespecialiseerde verpleegkundige met een extra opleiding voor de screening. Hij of zij werkt nauw samen met de anesthesioloog, op OK en op de poli. De anesthesioloog beoordeelt alle screenings en heeft de eindverantwoordelijkheid.
Vragenlijst
Van tevoren wordt u gevraagd om een vragenlijst in de vullen via MijnSJG: https://mijn.sjgweert.nl. Lukt het u niet om deze vragenlijst digitaal in te vullen, dan neemt de assistent 1 à 2 dagen vóór uw screeningsafspraak telefonisch contact met u op om uitleg te geven. Mocht het dan alsnog niet lukken, dan neemt zij de vragenlijst persoonlijk met u door.
Houdt tijdens de afspraak alle door u gebruikte medicijnen in de originele verpakking en uw medicijnkaart bij de hand. U kunt ook uw apotheker om een overzicht van uw medicijnen vragen.
De screening
Tijdens het gesprek krijgt u informatie over de anesthesievorm (verdoving). Indien er lichamelijk onderzoek nodig is, vragen we u naar het ziekenhuis te komen. U wordt hiervan op de hoogte gebracht.
Uw medische gegevens en gezondheid worden doorgenomen en er volgt een lichamelijk onderzoek. Vooral de conditie van hart en longen zijn daarbij belangrijk. Alles wordt in uw medisch dossier opgenomen, ook de medicijnen die u gebruikt en of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen.
U krijgt ook vragen over operaties die u eerder heeft gehad en over de anesthesie die daarbij is gegeven. Heeft u bijvoorbeeld na de vorige keer last gehad van misselijkheid en braken, dan wordt daar bij de ingreep rekening mee gehouden.
Apotheek service punt (ASP)
Als het voor u van toepassing is, krijgt u bij het planbureau een afspraak voor het ASP (apotheek service punt) mee. Deze afdeling vormt de verbinding tussen het ziekenhuis en uw apotheek. Tijdens uw gesprek met de ASP-medewerker bespreekt men of uw medicijngebruik klopt met wat op het medicijnoverzicht staat. Deze gegevens worden in uw patiëntendossier van het ziekenhuis vermeld. Zo krijgt u tijdens rondom uw opname de juiste medicijnen.
Het is voor ons belangrijk te weten welke medicijnen u gebruikt als u wordt opgenomen. Het ASP van het ziekenhuis vraagt bij uw apotheek uw medicijnoverzicht op. U kunt hiervoor toestemming geven via uw eigen apotheek of door het tekenen van een toestemmingsformulier bij het planbureau. Als u bij uw apotheek meldt dat u hier geen toestemming voor geeft, zal uw apotheek de gegevens ook niet aan ons doorgeven.
Welke vorm van anesthesie is voor u geschikt?
Er zijn verschillende verdovingsmogelijkheden. De meest bekende vorm is de algehele anesthesie of narcose. Hierbij bent u tijdelijk buiten bewustzijn.
Bij regionale anesthesie wordt een gedeelte van het lichaam tijdelijk gevoelloos gemaakt, bijvoorbeeld een arm of het hele onderlichaam. Dit gebeurt door een verdovingsmiddel rond een zenuwbaan in te spuiten. Hierdoor wordt de zenuw tijdelijk uitgeschakeld. Ook de spieren in het verdoofde gebied worden tijdelijk uitgeschakeld. Hierdoor kunt u het been of de arm niet goed meer bewegen. Als de verdoving helemaal is uitgewerkt, heeft u weer de normale spierkracht terug.
Welke anesthesie voor u het beste is hangt af van o.a. uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en de operatie die u krijgt. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde vorm van anesthesie dan kunt u dit bespreken tijdens de preoperatieve screening.
Soms wordt narcose gecombineerd met een ruggenprik of een andere vorm van regionale anesthesie. Dit heeft als voordeel dat er na de operatie goede pijnstilling gegeven kan worden. Voor bepaalde ingrepen is er een sedatie mogelijk of zelfs voordeliger. Ook dit wordt met u besproken.
Meer informatie over verdovingsvormen en mogelijke bijwerkingen en riscio's vindt u in de folder anesthesie.
Voorbereiding op uw opname
De volgende informatie is belangrijk ter voorbereiding op uw opname:
- Nuchter blijven
- Medicatie
- Niet scheren
- Wat neem ik mee bij een opname?
Nuchter blijven
Het is noodzakelijk dat u op de dag van de ingreep nuchter bent, zie de folder: Nuchter blijven voor de ingreep.
Medicatie
Als u thuis medicijnen gebruikt, heeft u bij het preoperatief onderzoek (PPS) uitleg gekregen over het gebruik ervan rondom de opname. Hiervan heeft u een overzicht ontvangen. Volg de instructies nauwkeurig op en neem de voorgeschreven medicatie in op het juiste moment. Dit beschermt u tijdens de operatie. Bepaalde medicijnen mag u voor de anesthesie niet gebruiken. Als u deze toch gebruikt, kan soms de operatie niet door gaan. Ook dit staat in het overzicht aangegeven.
- U moet uw medicijnen op een nuchtere maag innemen. Ook als u dat normaal gesproken niet doet. De dag van de operatie is hierop een uitzondering; houdt u zich dan aan de richtlijnen rondom nuchter zijn.
- De medicijnen die u thuis moet innemen op de dag van de opname, kunt u het beste innemen in de tijd dat u nog mag drinken. Bent u dat toch vergeten, dan moet u uw medicijnen vóór vertrek naar het ziekenhuis met enkele slokjes water innemen.
- Breng de medicijnen die u thuis gebruikt bij opname mee naar het ziekenhuis. Soms zijn de door u gebruikte medicijnen niet op voorraad. Dan blijft u tijdelijk uw eigen medicijnen gebruiken.
- Op de dag van opname vraagt de verpleegkundige of er nog iets veranderd is in het medicijngebruik sinds het ASP-gesprek en de opnamedag. Als dat zo is wordt dit aangepast in uw patiëntendossier.
U krijgt uw medicijnen tijdens uw opname via het ziekenhuis. Het kan zijn dat het medicijn dat u thuis gebruikt er anders uitziet of een andere handelsnaam heeft dan het medicijn dat u in het ziekenhuis krijgt. De werking ervan is echter hetzelfde. Heeft u hierover vragen, stel ze dan gerust.
Niet scheren
U mag het operatiegebied enkele dagen van te voren niet scheren. Door het scheren kunt u wondjes krijgen, waardoor de operatie niet door kan gaan. Dus ook als u zich normaal gesproken in het operatiegebied scheert dan is het beter omdat dat een tijd voor de operatie niet te doen. (uitgezonderd baard, daar worden normaal geen wondjes gemaakt).
Wat neem ik mee bij een opname?
- Eventuele dieetvoorschriften.
- Eventuele medicijnen in de verpakking waarin u deze hebt gekregen van de apotheek. Uw behandelend arts spreekt met u af of u deze moet doorgebruiken.
- Bij gebruik van antistolling, het doseerkaartje van de trombosedienst.
- Telefoonnummer en naam van uw eerste contactpersoon.
- Toiletartikelen
- Gemakkelijke (nacht)kleding.
- Eventuele benodigdheden voor uw contactlenzen zoals bewaardoosje en vloeistof.
- Uw wandelstok of rollator, als u hier gebruik van maakt.
- Goed schoeisel met minimaal antislip zolen om vallen te voorkomen.
De opname
Op de opnamedatum meldt u zich op de afgesproken tijd en plaats. U wordt door een verpleegkundige ontvangen voor uitleg en een kort opnamegesprek. U krijgt een polsbandje met uw naam, geboortedatum en uw registratienummer. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis draagt u dit bandje, zodat het altijd duidelijk is wie u bent.
Let op: de tijd van binnenkomst is niet de tijd van de ingreep. U wordt eerder opgenomen in verband met de benodigde voorbereidingen voor de ingreep. Ook kan het zijn dat de planning van de operaties anders loopt dan vooraf gedacht. Soms bent u wat eerder aan de beurt en soms wordt het wat later, bijvoorbeeld als een andere operatie langer duurt.
Soms moet u voor een operatie een of meerdere nachten in het ziekenhuis blijven. Als voor de operatie een speciale voorbereiding nog is, wordt u de dag vóór de operatie opgenomen. Bijvoorbeeld bij laxeren of bij het toedienen van speciale medicijnen.
Verder van belang:
- Doe sieraden, zoals een horloge, ringen of armband af
- Doe piercings uit
- Draag geen make-up en/of nagellak
- Draag bij voorkeur geen kunstnagels (uitgezonderd professioneel aangebrachte nagels)
- Gebruik geen crème op de huid. De stickers voor de bewakingsapparatuur plakken dan niet goed op de huid
- Uw bril, lenzen en gebitsprothese blijven op de verpleegafdeling.
- In overleg met de anesthesioloog kan iets anders afgesproken worden
- Een hoorapparaat kan het beste inblijven, zodat u ons op het operatiecomplex kunt verstaan
Voorbereiding op de anesthesie
Als voorbereiding op de anesthesie, krijgt u medicijnen zodat u na de operatie zo weinig mogelijk pijn heeft. Ook krijgt u een rustgevend middel (als dit met u is besproken). De medicijnen mag u met een slokje water innemen.
U krijgt een operatiehemd aan en de verpleegkundige brengt u in uw bed naar de voorbereidingsruimte op de operatieafdeling. Er worden een aantal controles gedaan zoals bloeddruk en polsslag. Ook krijgt u een infuusnaald ingebracht voor toediening van medicijnen. Als u algehele anesthesie (narcose) krijgt wordt u op de operatiekamer in slaap gebracht.
Narcose (algehele anesthesie)
Eerst wordt de bewakingsapparatuur aangesloten. U krijgt plakkers op de borst om de hartslag te meten en een knijpertje (sensor) op de vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te bewaken. De bloeddruk wordt met een band om de arm automatisch gemeten. Via de infuusnaald spuit de anesthesioloog de narcosemiddelen in en valt u binnen korte tijd in slaap.
Soms is het nodig om de ademhaling tijdens de anesthesie over te nemen. Daarom wordt zo nodig een kunststof buisje via de mond in de keel gebracht. Dit gebeurt pas als u slaapt. U merkt daar niets van.
Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog en/of de anesthesiemedewerker bij u. Dankzij de bewakingsapparatuur kan hij precies controleren hoe uw lichaam reageert. Hij kan bijvoorbeeld als het nodig is, de narcosediep-te, de ademhaling of de bloedsomloop bijregelen.
Lidocaïne infuus
Om ervoor te zorgen dat u na de operatie minder pijn heeft, wordt er mogelijk via een infuus lidocaïne toegediend. Vooral in rust en bij hoesten helpt dit tegen de pijn. Ook is er hierdoor minder morfine nodig.
Na de ingreep
Als u na de operatie langzaam weer bijkomt en weer goed kunt ademen wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. Gespecialiseerde verpleegkundigen houden in de gaten dat u rustig en veilig bijkomt van de operatie. Het is mogelijk dat een slangetje in uw neus zit om u extra zuurstof te geven of om uw maag te ontlasten. De verpleegkundige geeft u (zo nodig) extra medicijnen die de anesthesioloog heeft afgesproken. De anesthesioloog heeft duidelijke afspraken gemaakt wanneer het veilig is om u terug te laten gaan naar de verpleegafdeling.
Bij een opname op de verpleegafdeling wordt u hierna teruggebracht naar uw kamer. Bij een dagopname gaat u daarna terug naar de afdeling. U mag dan naar huis als alle controles goed zijn en u zich goed voelt. De verpleegkundige bespreekt dit met u. Na de ingreep mag u zelf niet deelnemen aan het verkeer. Het is daarom belangrijk dat u zelf vooraf vervoer naar huis regelt.
Het kan zijn dat u na de operatie een tijd op de speciale bewakingsafdeling wordt opgenomen. Na sommige operaties is een intensievere zorg nodig. U gaat dan naar de intensive care unit. Op deze verpleegafdeling kunt u ook bezoek ontvangen (aangepaste bezoektijden).
Pijnstilling
De anesthesioloog doet er alles aan om ervoor te zorgen dat u na de operatie zo weinig mogelijk pijn heeft. U krijgt (meestal) al voor de operatie een combinatie van pijnstillers (tabletten).
Tijdens de operatie krijgt u aanvullende pijnstilling. Na de operatie wordt op de uitslaapkamer en ook als u weer op de verpleegafdeling ligt zo nodig nog extra pijnstillers gegeven. De verpleegkundige vult na de operatie een aantal maal per dag een zogenaamde 'pijnscore' in. U wordt gevraagd een getal tussen 0 en 10 op te geven, waarbij 0 betekent dat u geen pijn heeft en 10 de allerergste pijn is die u zich kunt voorstellen.
Wordt u in dagbehandeling geopereerd, dan krijgt u pijnstillers van het ziekenhuis mee naar huis voor de eerste avond en nacht. Zo nodig krijgt u een recept mee om extra pijnstillers bij de apotheek te halen.
Na grote operaties wordt bij sommige patiënten door de anesthesioloog gekozen voor een zogenaamde patiënt gestuurde pijnbestrijding. Op het infuus wordt een speciaal pompje aangesloten. U kunt met dit pompje zelf de pijnstillers toedienen. Het pompje is beveiligd tegen het toedienen van een teveel aan medicijnen. Het grote voordeel is dat u niet afhankelijk bent van een hulpverlener. U regelt de pijnbestrijding helemaal zelf. Een nadeel is dat een grotere kans op misselijkheid bestaat. Dit is vaak te voorkomen door medicijnen te geven tegen de misselijkheid.
Mogelijke bijwerkingen
U kunt zich kort na de operatie nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Tijdens het bijkomen uit de narcose kunt u pijn krijgen in het operatiegebied. Door de anesthesie, maar ook als gevolg van de operatie kunt u misselijk worden. Geef duidelijk aan als u pijn heeft of misselijk bent, de verpleegkundige kan u hiervoor iets geven.
Heeft u een irriterend gevoel achter in de keel, dan komt dat van het buisje dat tijdens de anesthesie werd ingebracht om de luchtweg vrij te houden. Die irritatie verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen.
Ondanks alle zorgvuldigheid zijn complicaties niet altijd te voorkomen. Zo kan bij het inbrengen van het beademingsbuisje uw gebit beschadigd worden. Deze kans is klein. De kans is groter als u een slecht gebit of losse tanden heeft, of wanneer u uw mond niet ver open kunt doen. Daarom wordt op de poli preoperatieve screening hiernaar gevraagd.
Veel mensen hebben dorst na een operatie. Als u wat mag drinken, drink dan met kleine beetjes. Mag u niet drinken, dan kan de verpleegkundige uw lippen nat maken om de ergste dorst weg te nemen. Via een infuus krijgt u voldoende vocht binnen tot u zelf weer mag drinken.
Narcose is tegenwoordig bijzonder veilig door verbetering van de bewakingsapparatuur, moderne medicijnen en een goede opleiding van de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker. Problemen komen zeer zelden voor. Vraag uw anesthesioloog gerust of narcose voor u bijzondere risico's met zich meebrengt.
Als de opname niet doorgaat
Helaas komt het soms voor dat de geplande operatieve ingreep niet op de afgesproken tijd kan plaatsvinden. Bijvoorbeeld doordat onderzoeken langer duren dan verwacht of doordat er spoedoperaties tussendoor komen. We doen altijd ons uiterste best om dit te voorkomen, omdat we begrijpen dat dit voor u zeer vervelend is. De ingreep wordt dan opnieuw ingepland. Dit kan later op de dag zijn, of op een van de volgende dagen.
Verhindering
Moet u de opname door zeer dringende omstandigheden zelf afzeggen? Geef dit dan zo snel mogelijk door aan het het planbureau. De afdeling is bereikbaar van 08:00 – 17:00 uur via telefoon: 0495 - 57 23 01. Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de afdeling waar u zich de ochtend van de ingreep moet melden. In overleg met u wordt een andere datum gepland.
Naar huis
De arts geeft aan wanneer u naar huis kunt. Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor controlebezoek op de polikliniek van de specialist.
Bij een opname op de verpleegafdeling geeft de arts aan wanneer u naar huis mag. Meer informatie vindt u in de folder ‘Welkom in SJG Weert’, die u bij een opname op de verpleegafdeling ontvangt.
Bij een dagopname kunt u in principe dezelfde dag naar huis. Het dagcentrum is geopend tot 20:00 uur. Soms vindt de behandelend arts het nodig dat u langer blijft. In overleg met u zal dan een opname geregeld worden op een van de andere verpleegafdelingen.
Als u nog dezelfde dag naar huis mag, zorg dan dat u:
- Door een volwassene begeleidt wordt en dat u niet alleen thuis bent.
- Vervoer per taxi of eigen auto regelt, maar rijd niet zelf!
- De eerste 24 uur na de operatie het rustig aan doet.
- Geen machines bestuurt.
- Geen belangrijke beslissingen neemt.
- Licht verteerbare voedingsmiddelen eet en drinkt.
Herstel
Het is heel gewoon dat u zich na een operatie nog een tijdlang niet fit voelt. Dat ligt niet alleen aan de anesthesie, ook aan de ingrijpende gebeurtenis die iedere operatie is. Het lichaam moet zich in eigen tempo herstellen.
Medicijngebruik thuis
De arts controleert de medicijnen die u in het ziekenhuis heeft gebruikt en zorgt voor een juist recept voor uw medicijnen thuis. Het is verstandig om zelf paracetamoltabletten in huis te hebben.
De apothekersassistente van de SJG apotheek (poliklinische apotheek) neemt met u de afgesproken medicijnen voor thuis door. Als u nieuwe medicijnen krijgt voorgeschreven zorgt de assistente dat deze klaar liggen bij de apotheek van uw keuze. Als u in het weekeinde naar huis gaat, krijgt u van de verpleegkundige het recept mee.
Belangrijk
Nuchter blijven
Wordt u geopereerd? Dan is het belangrijk dat u nuchter bent, anders kan de ingreep niet doorgaan. De regels over nuchter blijven leest op u de pagina Nuchter blijven voor de ingreep.
Autorijden
Zorg ervoor dat iemand u ophaalt na de operatie, want u mag nog niet zelf autorijden.
Praktische informatie
Praktische informatie over bezoektijden, maaltijden, gebruik van internet en andere voorzieningen vindt u op de pagina Welkom in SJG Weert.
Heeft u vragen?
Planbureau
0495 – 57 23 01
Apotheek service punt (ASP)
0495 – 57 24 56
E-mail:
apotheekservicepunt@sjgweert.nl
Poli preoperatieve screening (PPS)
Maandag t/m vrijdag:
08:00 – 12:00 uur
13:00 – 17:00 uur
0495 - 57 29 60
Buiten werktijden neemt u contact op met de afdeling waar u opgenomen wordt.