PDF
Stel PDF samen

Oncoplastische borstreconstructies

Plastische chirurgie

Deze folder bevat informatie over een oncoplastische borstreconstructie. Er wordt uitgelegd wat u moet weten over de operatiemogelijkheden en wat u kunt verwachten rondom deze operatie. Realiseert u zich dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Binnenkort zal u geopereerd worden door de (oncologisch) chirurg waarbij de tumor in uw borst verwijderd zal worden. De chirurg haalt alleen het deel van de borst weg waar de tumor zit. Dit heet een borstsparende operatie.

Soms is het deel van de borst dat weggehaald wordt zo groot dat er in de borst een deuk kan komen. Als er op een deuk bestraald wordt, kan dit extra verkleving geven op de borstkas met eventueel klachten daarvan. Om dit te voorkomen kan de plastisch chirurg in dezelfde operatie door verplaatsing van uw eigen weefsel deze deuk opvullen. Afhankelijk van uw situatie zijn er verschillende mogelijkheden om uw borst te reconstrueren. Een dergelijke reconstructie wordt uitgevoerd door de plastisch chirurg en wordt ook wel een oncoplastische borstreconstructie genoemd.

Directe of indirecte reconstructie
Een reconstructie van de borst kan in dezelfde operatie (directe reconstructie) of op een later tijdstip plaatsvinden (indirecte reconstructie).

Indien u voor een directe reconstructie kiest, probeert de plastisch chirurg het ontstane defect direct op te vullen met uw eigen weefsel. Hierbij streven we ernaar de vorm en volume van uw borst zoveel mogelijk te behouden.

De keuze voor het tijdstip van de operatie is afhankelijk van verschillende factoren: leeftijd, conditie, leefstijl (vooral roken), de grootte van de borst, kwaliteit van uw huid, het type tumor en stadium van de tumor en locatie van de tumor in de borst.

Indien u ervoor kiest om op een later tijdstip gereconstrueerd te worden, dan kan het zijn dat het verwijderen van de tumor een deuk achterlaat in de borst of dat de tepel verplaatst is.

Eventuele bestraling tijdens of na de operatie kan van invloed zijn op het uiteindelijke resultaat. Door de bestraling zal het borstweefsel meestal nog veranderen; het borstweefsel wordt wat stugger en neemt nog af in volume.

Voordat u de operatie ondergaat, is het belangrijk te weten dat met een oncoplastische reconstructie geprobeerd wordt een zo goed mogelijk resultaat te behalen, maar dat uw borst nooit meer de oude borst zal zijn. Een dergelijke operatie zorgt ervoor dat u in een beha een symmetrisch decolleté behoud. Hierbij kan het zo zijn dat de borsten niet geheel gelijk zijn in vorm en grootte. Indien dit het geval is, bestaat de mogelijkheid om de andere borst op een later tijdstip meer symmetrisch te maken voor een zo natuurlijk mogelijke vorm. Dit wordt een symmetriserende lift of verkleining (reductie) genoemd.

Verschillende operaties

Van tevoren bepaalt u samen met uw plastisch chirurg op welke manier de borst het beste gereconstrueerd kan worden. Het doel is om een zo fraai mogelijke borst te maken. Afhankelijk van de grootte van de borst zijn er 2 soorten van reconstructie om met lichaamseigen weefsel uw borst te reconstrueren:

  1. Een reconstructie waarbij een borstverkleinende operatie wordt uitgevoerd met eigen resterende borstweefsel.
  2. Een reconstructie waarbij een huidlap wordt verplaatst om het defect op te vullen.

1. Een reconstructie met borstverkleinende operatie  

Indien uw borstomvang groot genoeg is, kan een borstverkleinende operatie worden verricht. Hierbij wordt min of meer een standaard borstverkleining gedaan waarbij het weefsel dat verwijderd wordt de tumor bevat met een marge gezond weefsel. Het resultaat is als na een borstverkleining, met een litteken rond de tepel en als ankervorm naar de borstplooi. Indien na deze operatie het verschil in volume tussen beide borsten groot is, kan er een borstverkleining aan de andere zijde ter symmetrisering worden verricht. Het is gebruikelijk om een dergelijke symmetriserende borstverkleining pas in een later stadium te verrichten. Dit aangezien de geopereerde borst na een eventuele bestraling nog van volume en vorm kan veranderen (zie figuur 1).

Oncoplastiche-borstrecontructie-1.jpg

Als u ervoor kiest om de borst te laten reconstrueren door middel van uw eigen borstweefsel, dan wordt dit gedaan volgens het patroon dat ook bij een standaard borstverkleining wordt gebruikt. Het gebied waar de tumor weggehaald is, wordt opgevuld met uw eigen borstweefsel. Hierdoor zal de borst kleiner worden dan voorheen.

Deze operatie kan alleen bij de volgende patiënten gedaan worden:

  • waarbij de tumor een relatief kleine doorsnede heeft;
  • waarbij de tumor zich in de onderzijde / ter hoogte van de tepel / aan de buitenzijde van de borst bevindt;
  • die een grotere cupmaat / borstomvang hebben.

Deze operatie duurt gemiddeld 1 tot 2 uur. Vaak gaan patiënten de volgende dag naar huis wanneer er geen tekenen van complicaties zijn.

Voor- en nadelen van deze operatie 

Voordelen

  • Er wordt gebruik gemaakt van eigen borstweefsel.
  • Goed tot acceptabel cosmetisch resultaat, ook na een eventuele bestraling, als na een borstverkleining.
  • Hangende borst wordt gelift.
  • De littekens volgen de natuurlijke huidlijnen. De littekens zijn als na een borstverkleining.

Nadelen

  • Verschil in grootte tussen de borsten. Op termijn kan de andere borst zal op termijn ook verkleind worden om de borsten gelijk te maken.
  • De borst kan na de operatie iets harder aanvoelen.

2. Een reconstructie waarbij een huidlap wordt verplaatst om het defect op te vullen

Indien uw borstomvang beperkt is, moet er weefsel worden toegevoegd aan de borst om het ontstane defect (daar waar de tumor verwijderd is) na tumorverwijdering op te vullen. Er wordt dan naast en/of onder de borst een zogenaamde ‘lap’ gemaakt van huid en onderhuids vetweefsel, welke in de borst gedraaid kan worden en zo het defect weer op kan vullen. De precieze locatie die wordt gekozen om het weefsel vandaan te halen is voornamelijk afhankelijk van de plek waar het defect zit. Dit resulteert dan in een horizontaal of schuin litteken in de flank en/of borstplooi (zie figuur 2).

 Oncoplastiche-borstrecontructie-2.jpg

Een reconstructie door middel van een huidlap is een goede optie wanneer u van uzelf kleinere borsten heeft en/of u niet wenst de andere ‘gezonde’ borst op lange termijn nog aan te laten passen aan de gereconstrueerde borst. Dan wordt het ontstane defect in uw borst gevuld middels lichaamseigen weefsel, anders dan borstweefsel.

Afhankelijk van de locatie van het defect (daar waar de tumor verwijderd is door de chirurg) en de grootte van het defect, in combinatie met welke vaten bij u beschikbaar zijn voor een verplaatsing van weefsel, wordt er bepaald welk type huidlap er wordt gekozen. De meest voorkomende is de LICAP.

De afkorting LICAP, staat voor de huidlap en het bijbehorende bloedvat dat deze lap van bloed voorziet. Bij deze lap komt het aanvoerende bloed van de lap van één van de tussenrib vaten ter plaatse van de zijkant van de ribbenkast. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt bij defecten die aan de onder- / buitenzijde van de borst zitten.

Voor- en nadelen van deze operatie

Voordelen

  • Er wordt gebruik gemaakt van lichaamseigen weefsel.
  • Het litteken dat ontstaat na het verwijderen van de tumor wordt verborgen in de beha-lijn of in borstplooi.
  • Bestralen op een opgevulde holte geeft cosmetisch miooier resultaat en minder verklevingen.

Nadelen

  • De operatie duurt langer.
  • U zult een extra litteken krijgen op de plek waar de huidlap vandaan gehaald wordt.

Voor de operatie

Preoperatieve screening
Bij elke patiënt die een operatie ondergaat bekijkt de anesthesioloog eerst of de operatie extra gezondheidsrisico’s oplevert. Dit noemen we preoperatieve screening. Nadat u met de plastisch chirurg heeft afgesproken dat u geopereerd wordt, krijgt u een verwijzing naar de polikliniek preoperatieve screening. U kunt hier alleen op afspraak terecht. 

Bij de preoperatieve screening vult u een vragenlijst in over uw medische geschiedenis. Daarna heeft u een gesprek met een verpleegkundige of anesthesioloog. Dit gaat over uw gezondheid, medicijnen die u gebruikt, allergieën, doorgemaakte ziekten en eerdere operaties. Ook krijgt u uitleg over de vorm van verdoving (anesthesie). Afhankelijk van uw leeftijd en ziektegeschiedenis, is het mogelijk dat de anesthesioloog u doorverwijst naar een internist, cardioloog of longarts voor aanvullend onderzoek.

Gebruikt u medicijnen? Neem dan een overzicht mee van de medicijnen die u gebruikt. De anesthesioloog spreekt met u af hoe u met uw medicijnen om moet gaan op de dagen rondom de operatie. U krijgt de folder ‘Narcose’ van de arts of verpleegkundige op de polikliniek preoperatieve screening. In die folder leest u meer over de vorm van verdoving die u krijgt en de gang van zaken op de dag van de operatie. Ook leest u belangrijke informatie over hoe u die dag om moet gaan met eten, drinken en roken, zie Nuchter blijven voor de ingreep.

Aandachtspunten vóór de operatie

  • Als u bloedverdunners gebruikt, dan maakt u daarover afspraken. U krijgt van uw arts instructies over het stoppen of doorgaan met uw bloedverdunners.
  • Roken is niet toegestaan vanaf 6 weken voor tot 6 weken na de operatie. Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing.
  • Voor de operatie mag u alleen paracetamol innemen. Andere pijnstillers, zoals Aspirine of Naprosyne, maar ook die u zonder recept kunt verkrijgen, kunnen het risico op bloedingen verhogen.
  • Zorg voor een passende sportbeha in uw nieuwe cupmaat, het liefst met voorsluiting. Deze neemt u de dag van de operatie mee naar het ziekenhuis.
  • U mag de dag van de operatie geen bodylotion gebruiken.

Wat te verwachten na de operatie

Drain
Indien de operateur ervoor kiest om een slangetje (drain) achter te laten in de borst (om vocht af te voeren) dan wordt deze later verwijderd op de polikliniek plastische chirurgie als deze minder dan 30 ml heeft gelopen over 24 uur. Deze specifieke instructies worden in dat geval door de verpleegkundige voor ontslag nogmaals goed aan u uitgelegd.

Lekkage wondvocht (seroom)
Een wond kan tot enkele dagen na de operatie nog wat na lekken. Vaak ziet dit er niet volledig uit als bloed, maar meer als helder vocht. Indien dit het geval is, dan is dit normaal. Dit stopt vanzelf. Als dit langer dan 1 week aanhoudt, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek plastische chirurgie.

Litteken
Bij de borstverkleinende operatie zal er een litteken om de tepelhof komen, die vervolgens naar beneden over de borst naar de borstplooi loopt en vervolgens de borstplooi naar beide kanten volgt.

Bij de LICAP zal het litteken wat u zult zien na de operatie in de borstplooi naar uw zij toe lopen. Het litteken kan doorlopen tot zijdelings op de rug. Aangezien de littekens ter hoogte van de behaband zitten, vallen deze vaak nauwelijks op na de operatie.

Het dragen van de strakke / sportbeha
De beha die u van tevoren heeft aangeschaft draagt u in totaal 6 weken lang, waarbij de eerste 3 weken dag en nacht en de laatste 3 weken alleen overdag. Indien u het prettig vindt om deze 6 weken dag en nacht te dragen, dan mag dat ook.

Herstel na de operatie
Gemiddeld kunnen patiënten weer beginnen met werken na 2 - 4 weken, dit is wel afhankelijk van het type werk dat u doet. Activiteiten die als zware inspanning worden gezien, dienen 4 - 6 weken vermeden te worden.

Controle afspraken op de polikliniek

Na 2 weken komt u op de polikliniek plastische chirurgie bij de verpleegkundige om de wonden te laten bekijken. Indien er hechtdraad te zien is, dan zal deze ook verwijderd worden. Over het algemeen wordt bij de operatie een oplosbare hechtdraad gebruikt.

Na 6 weken komt u op controle bij de plastisch chirurg. Indien zich problemen voordoen in de tussentijd kunt u altijd ons bereiken op het telefoonnummer zoals deze achterin is weergegeven. Indien u bestraald bent geweest aan de kant van de reconstructie, dan zal de plastisch chirurg nog op indicatie een eventuele afspraak inplannen één jaar na de operatie.

Complicaties

De mogelijke complicaties die bij alle borstbesparende operaties op kunnen treden worden hieronder voor u op een rijtje gezet:

Algemene complicaties

  • Infectie (roodheid, warmte, zwelling, pus)
  • Nabloeding
  • Wondgenezingsproblemen
  • Specifieke complicaties
  • Open vallen van de wond
  • Afsterven vetcellen (vetnecrose)
  • Blijvende verhardingen in de borst indien er vetcellen zijn afgestorven
  • Gevoelsverandering van de borst/tepel
  • Afsterven van de tepel
  • Bij de huidlappen: een deel of de gehele lap kan afsterven

Algemene complicaties zijn complicaties die bij elke operatie die u ondergaat voor kunnen komen. Deze complicaties zijn over het algemeen goed te behandelen.

Indien een complicatie optreedt in de thuissituatie, dan kunt u laagdrempelig de polikliniek plastische chirurgie bellen om te bespreken wat we voor u kunnen betekenen. 

Enige roodheid rond de littekens wat niet vuurrrood is of zich uitbreid over de hele borst hoort er vaak bij. Dit trekt na enkele weken langzaam weg. De verdere verbetering van het litteken heeft vaak langer nodig (tot een jaar).

Op de plekken waar 2 littekens samen komen of waar veel rek op de huid staat kan de wond soms een een stukje open gaan staan. Dit wordt een wond dehiscentie genoemd. In deze gevallen is het belangrijk dit 2 x per dag onder de douche goed uit te spoelen en met een absorberend verband te verbinden. Mocht dit optreden bespreek dit bij uw controle. Bij uitbreiding en roodheid neemt u eerder contact op met de polikliniek.

Algemene adviezen

Elke operatie geeft een litteken. Deze vervagen over de loop van tijd. Gemiddeld genomen duurt het een jaar voordat het litteken de rode kleur verloren is. Bij sommige patiënten kan een litteken verdikt blijven. Indien dit bij u het geval is, dan kunt u na enkele maanden een afspraak op de polikliniek plastische chirurgie maken om te bespreken wat we voor u kunnen betekenen.

Na enkele weken mag u de littekens met hydraterende crème insmeren en de littekens masseren. Dit verbetert vaak de soepelheid van de huid ter plaatse. Een litteken is een verzwakt gebied, daarom raden we u aan om elk litteken die u blootstelt aan de zon met factor 50 zonnebrand in te smeren.

Belangrijke punten

  • De reguliere onderzoeken die u nodig heeft ter controle van de ziekte worden niet belemmerd als u een reconstructie heeft ondergaan.
  • Door een reconstructie heeft u niet meer kans op een terugkeer van de ziekte of het ontstaan van uitzaaiingen.
  • Indien u dringende vragen heeft of een complicatie bij u is opgetreden, dan bent u altijd welkom om laagdrempelig contact op te nemen met onze polikliniek plastische chirurgie. Indien u dit overkomt in het weekend, dan kunt u de spoedeisende hulp bellen. Zij zullen dan inschatten of het verstandig is om naar het ziekenhuis te gaan, waar u geholpen zal worden door de spoedeisende hulp arts. Deze besluit dan of het inschakelen van een plastisch chirurg nodig is.
  • Als u geopereerd bent aan 1 zijde, dan kunt op termijn ook aan de andere borst geopereerd worden om de borsten symmetrisch te maken. Bij een borstverkleinende reconstructie kunt u bijvoorbeeld de andere borst ook laten verkleinen. Indien u dit wenst, dan wordt deze operatie pas uitgevoerd als u meer dan 3 maanden na de bestraling van de aangedane borst bent. Dit heeft te maken met het feit dat de borst nog kan veranderen in vorm.
  • Indien de tepel niet behouden kan blijven, dan kunnen een eventuele tepelreconstructie of tepeltatoeage, later tijdens een poliklinisch consult besproken worden.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de poli plastische chirurgie. 

0495 - 57 26 00
Maandag t/m vrijdag:
08:30 – 16:30 uur