PDF
Stel PDF samen

De patholoog in het ziekenhuis

Pathologie

In deze folder kunt u meer lezen over het specialisme pathologie en de rol die de patholoog speelt bij ziekte en behandeling. Daarnaast vindt u informatie over de regels die bestaan over het omgaan met menselijk materiaal.

De patholoog

Weefsel- en celonderzoek zijn het belangrijkste deel van het werk van de patholoog. Hij onderzoekt cellen en stukjes weefsel van mensen onder de microscoop. Door dit onderzoek helpt de patholoog uw behandelend specialist om heel precies vast te stellen wat u heeft. De patholoog werkt meestal op de achtergrond. De patiënt ontmoet de patholoog zelden. Uw specialist of huisarts vertelt u de uitslag van het onderzoek dat de patholoog heeft gedaan.

De patholoog en zijn werk

Weefselonderzoek
Bij weefselonderzoek beoordeelt de patholoog weefselstukjes. In principe kunnen weefselstukjes uit alle organen van het lichaam worden weggehaald. Dit noemen we een biopsie. Bijvoorbeeld kleine vlekjes op de huid, weefselstukjes van de baarmoeder, darmen, nieren, lever en zelfs de hersenen. Een specialist of een huisarts kan een biopsie doen. Via verschillende manieren van onderzoek kan de patholoog vaststellen welke ziekte in het betreffende orgaan aanwezig is. De behandelend arts kan hierdoor de juiste behandeling afspreken.

De patholoog onderzoekt niet alleen biopsieën, maar ook (delen van) organen die bij operaties zijn verwijderd. Vrijwel alle weefsels die bij een operatie worden verwijderd gaan voor onderzoek naar een patholoog. Deeltjes van deze weefsels worden voor langere tijd in het laboratorium bewaard. De weefseldeeltjes kunnen eventueel bij een volgende operatie van dezelfde patiënt ter vergelijking gebruikt worden.

Celonderzoek
Het onderzoeken van lichaamscellen van patiënten is ook een belangrijk onderdeel van het werk van de patholoog. Dit celonderzoek kan gedaan worden bij slijmvliezen, maar ook bij vocht of weefsel uit alle delen van het lichaam. Bijvoorbeeld vocht uit de buik of gewrichtsholte, urine of opgehoest slijm (sputum).

Een bijzondere vorm van celonderzoek is de zogenaamde ’punctiecytologie’. De punctie wordt meestal gedaan door uw behandelend arts of door een radioloog. Ook de patholoog kan de punctie doen. Via een kleine naald worden cellen weggehaald bij zwellingen of tumoren (goed- of kwaadaardige gezwellen) die dicht onder de huid liggen. De uitslag van het celonderzoek is belangrijk om te weten te komen wat er aan de hand is en hoe de behandeling verder gaat verlopen. Het onderzoek wordt bij veel patiënten gedaan  en geeft weinig ongemak.

Secties
De patholoog is ook de specialist die secties (obducties) doet. Dit is een inwendig onderzoek op een overleden persoon. Dit gebeurt alleen met toestemming van de familie van de overleden patiënt. De sectie wordt aangevraagd door de behandelend arts, de huisarts of op verzoek van de familie.

Voor de arts is het belangrijk om te weten of hij de juiste aandoening heeft vastgesteld, of de behandeling is aangeslagen en of er nog onverwachte complicaties waren. Meer informatie over obductie vindt u in de folder ‘Obductie, nabestaanden’ van de Nederlandse Vereniging Voor Pathologie.

Verslaglegging

De uitslag van het onderzoek wordt doorgegeven aan uw behandelend arts. Deze uitslag blijft bewaard in een databank (computerarchief) van het laboratorium en in een landelijke databank, het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). De privacy rondom het bewaren van de gegevens is wettelijk vastgelegd. Lees de folder van PALGA voor meer informatie.

Wetenschappelijk onderzoek

Van het lichaamsmateriaal dat nodig is om de oorzaak te vinden blijft vaak een gedeelte over. Dit noemen we resterend lichaamsmateriaal. Soms kan dit materiaal door onderzoekers gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. De afdeling pathologie houdt zich aan de regels van de ‘Code Goed Gebruik’. Dit zijn wettelijke afspraken tussen artsen, onderzoekers en patiëntenverenigingen. De belangrijkste regels zijn:

  • Het onderzoek moet nuttig zijn.
  • De privacy van de patiënt moet voldoende beschermd worden.
  • Een (ethische) commissie moet het onderzoek hebben goedgekeurd.

Meer informatie

Als u meer informatie wilt of bezwaar wilt maken tegen het gebruik van uw weefsel voor wetenschappelijk onderzoek kunt u dit bespreken met uw behandelend arts.