Fasciïtis plantaris

Orthopedie

Bij u is de diagnose fasciïtis plantaris gesteld. Deze folder geeft u uitleg over deze aandoening.

Wat is fasciïtis plantaris?

De voetzool is niet plat, maar licht hol. De voetzool wordt hol gehouden door een dikke peesplaat (A), de zogenaamde “fascia plantaris”. Deze peesplaat zit vast aan de onderzijde van het hielbeen (B). Als de aanhechting van de peesplaat geïrriteerd of ontstoken raakt spreken we van een fasciïtis plantaris.                      

Soms ontstaat bij de aanhechting op het hielbeen een kalkafzetting. Dit is te zien op een röntgenfoto. Dit noemen we een hielspoor (C). Een hielspoor is niet de oorzaak van een fasciïtis plantaris, maar een gevolg.

Oorzaak

Tussen het hielbeen en de huid zit een stootkussen van vetweefsel. Dit werkt als schokdemper bij het lopen en staan. Als de aanhechtingsplaats overbelast wordt, ontstaat hier een ontsteking.

De meest voorkomende oorzaak is verkeerd  schoeisel. Door een te harde binnenzool of een onjuiste vering in sportschoenen ontstaat irritatie rond het hielbeen. Verplicht werkschoeisel, kaplaarzen en klompen zijn vaak de oorzaak.

Een te groot lichaamsgewicht is ook een belangrijke oorzaak. Bij overgewicht kan het natuurlijke stootkussen in de hiel niet meer voldoende dempen.

Tenslotte blijken mensen met erg holle voeten meer kans te hebben op het krijgen van een fasciïtis plantaris.

Klachten

De aandoening kan zowel aan één als aan beide voeten voorkomen. Het geeft pijnklachten in de hiel. De pijn kan uitstralen naar de tenen en het onderbeen.

De klachten worden erger bij lopen en staan. Soms is er in het begin van de nacht een gloeiende, zeurende of stekende pijn in het hielbeen.

Onderzoek en diagnose

Voor een juiste diagnose is alleen lichamelijk onderzoek voldoende. Vaak wordt ook een röntgenfoto gemaakt om een andere aandoening uit te sluiten.

Behandelingsmogelijkheden

Er zijn meerdere behandelingsmogelijkheden namelijk:

• Draag schoenen met een dikke, zachte, verende binnenzool en met een steun voor de holte van de voet. Sportschoenen zijn meestal beter dan 'gewone' schoenen.
• Er zijn losse 'sport' binnenzolen te koop. Deze passen meestal in uw eigen schoenen. Zelden zijn op maat gemaakte steunzolen nodig.
• Als dit niet (meer) helpt, schrijft de specialist vaak een speciaal siliconen hielstuk voor.
• Om de ontsteking te verhelpen kunnen 1 of meer injectie(s) in de hiel nodig zijn.
• Bij blijvende klachten soms een rustgips.
• Soms kan een shockwave-behandeling worden toegepast
• Als dit allemaal niet helpt kan een operatie zinvol zijn zoals:
  - een achillespeesverlenging;
  - heel zelden doorsnijden van de peesplaat (Steindler/ gastric slide).

Steindler operatie

• Er wordt een sneetje gemaakt aan de binnenzijde van de voetzool.
• Het peesblad wordt opgezocht en deels doorgesneden.
• Na het hechten wordt voor 3 dagen een drukverband aangelegd. 
• U mag 3 dagen met krukken lopen 'zonder uw (geopereerde) voet op de grond te zetten.
• Na 3 dagen mag u zelf het drukverband verwijderen en een kleine pleister op de wond plakken.
• U mag douchen maar niet in bad, i.v.m. het week worden van de wond.
• Na het douchen altijd de pleister meteen vervangen.
• Na 3 dagen mag u weer uw eigen schoen dragen.
• Na 10 - 14 dagen komt u bij de verpleegkundige op de polikliniek om de hechtingen te verwijderen. 
• Bij hele hevige pijnklachten kan, in overleg met de arts, gips aangelegd worden.
• U krijgt een recept voor pijnstilling mee naar huis.

Gastric slide methode

• Het peesblad van de achillispees wordt ingesneden en gehecht.
• U krijgt voor 1 - 2 weken een gipsspalk.
• Na 14 dagen worden de hechtingen verwijderd en de gipsspalk wordt vervangen door een walker. Dit is een soort ski laars.
• U krijgt een recept mee naar huis voor pijnstilling en voor 1 - 2 weken trombosespuitjes. De verpleegkundige leert u hoe u die moet zetten. 
• Na 6 weken komt u voor controle bij de orthopeed en mag u starten met fysiotherapie.

Weer aan het werk

Als u een betaalde baan heeft bespreekt u met uw bedrijfsarts wanneer u weer aan het werk kunt. Uw orthopeed kan en mag hierover geen uitspraken doen.