PDF
Stel PDF samen

Fluorescentie angiografie van het netvlies

FAG

Oogheelkunde

 

Wat is fluorescentie angiografie?

Fluorescentie angiografie is een onderzoeksmethode waarbij foto's van het netvlies worden gemaakt met behulp van blauw flitslicht en een speciaal fototoestel.

Een in water oplosbare kleurstof (fluoresceïne of indocyanine groen (ICG)) wordt in een ader in de arm gespoten. De kleurstof verspreidt zich via de grote lichaamsader door het hele lichaam en wordt vrij snel naar de vaten van het oog getransporteerd. Er worden dan meerdere foto's van het netvlies gemaakt.

Waarom wordt fluorescentie angiografie gedaan?

Als de oogarts bij onderzoek een afwijking in het achterste deel van uw ogen vermoedt, kan een fluorescentie angiografie worden gedaan. Als de bloedvaten afwijkingen vertonen, dan kan de kleurstof door de vaatwand heen lekken of zich ophopen in de afwijkende bloedvaten.

De kleurstof maakt de afwijkingen veel beter zichtbaar. Schade aan de onderlaag van het netvlies, het retinale pigment epitheel, of de vorming van afwijkende nieuwe bloedvaten onder het netvlies kunnen op deze manier worden opgespoord.

Indocyanine groen wordt vooral gebruikt om afwijkingen in het vaatvlies van het oog (chorioidea) zichtbaar te maken (ICG).

Het onderzoek wordt gedaan om het beloop van een ziekte te volgen of om het effect van een behandeling te beoordelen. Verder kan een scan (OCT) van het netvlies worden gemaakt.

Als er bij u bloedonderzoek moet worden gedaan dan kan dat pas 24 uur nadat de foto’s zijn genomen plaatsvinden.

Door het flitslicht en de wijde pupillen ziet u na het fotograferen tijdelijk minder goed. Het kan prettig zijn om een zonnebril te dragen na het onderzoek. Wij raden u af om na het onderzoek zelf te rijden.

Wanneer wordt een FAG gemaakt?

Bij de volgende oogheelkundige aandoeningen wordt er, indien nodig, een FAG gemaakt:

  • Suikerziekte (diabetes mellitus) is, een zeer vaak voorkomende oorzaak van slechtziendheid en blindheid. Suikerziekte, kan lekkage van de bloedvaten en vaatnieuwvorming veroorzaken. Om verergering van de netvliesafwijkingen (retinopathie) te voorkomen wordt er vaak een laserbehandeling ingezet (zie ook de NOG-folder Laserbehandeling).
  • Leeftijdsgebonden maculadegeneratie is een veel voorkomende oorzaak van slechtziendheid bij ouderen. In een aantal gevallen doen zich vaatnieuwvormingen onder het netvlies voor. Met een FAG kan de oogarts zien om wat voor vaatnieuwvorming het gaat en welke behandeling het beste is om de situatie te stabiliseren. (Zie ook de NOG-folder Maculadegeneratie).
  • Bepaalde vormen van inwendige oogontsteking (uveïtis). Met de fluorescentie angiografie kunnen de plaats en de ernst van de oogaandoening beter in zicht gebracht worden.

Wat zijn de risico's?

Nadat de kleurstof is ingespoten kan uw huid gedurende enkele uren een gele kleur krijgen. Door de kleurstof bent u een dag extra gevoelig voor zonlicht. U kunt de dag van het onderzoek beter niet in de felle zon gaan zitten. Ook gebruik van de zonnebank wordt afgeraden.

De kleurstof verdwijnt doordat de nieren de kleurstof in de urine uitscheiden, hierdoor heeft de urine tot 24 uur na inspuiting van de kleurstof een donker oranje kleur.

Fluoresceïne kan soms direct na inspuiting misselijkheid veroorzaken. Dit trekt meestal na enkele seconden weer weg.   

Als de kleurstof tijdens de inspuiting uit het vat in de arm lekt ontstaat daar plaatselijk branderigheid en verkleuring van de huid. De branderigheid verdwijnt na enkele minuten en de verkleuring na enkele dagen zonder restverschijnselen.    

Allergische reacties zijn zeldzaam. Wanneer ze voorkomen veroorzaken ze roodheid en jeuk van de huid. Allergische reacties worden, afhankelijk van de ernst van de allergische reactie, behandeld met tabletten of injecties antihistaminica.

Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing.

Voor deze folder zijn de teksten gebruikt van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de Commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) 2014.

www.oogheelkunde.org

Belangrijk

Als er bij u bloedonderzoek moet worden gedaan dan kan dat pas 24 uur nadat de foto’s zijn genomen  plaatsvinden.

Door het flitslicht en de wijde pupillen ziet u na het fotograferen geruime tijd minder goed. Dit is tijdelijk. Het kan prettig zijn om een zonnebril te dragen na het onderzoek. Wij raden u af om na het onderzoek zelf te rijden.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met:
 
Poli oogheelkunde:
0495 - 57 21 97
Maandag t/m vrijdag:
08:30 - 16:30 uur