Arteriële vaatafsluiting
Oogheelkunde
Wat is een arteriële vaatafsluiting in het oog?
Een arteriële vaatafsluiting is een afsluiting van een slagader. Gebeurt dit in het oog dan krijgt een deel van het netvlies of het gehele netvlies tijdelijk geen zuurstof meer; het deel zonder zuurstof houdt op met functioneren (infarct).
Oorzaken arteriële vaatafsluiting
Arteriële afsluitingen worden veroorzaakt door propjes (cholesterol, kalk, geklonterd bloed). Deze propjes (embolieën) komen vaak vanuit elders in het lichaam bijvoorbeeld uit de halsslagaders, of ontstaan in het kader van een ontsteking bijvoorbeeld bij arteritis temporalis.
Verschijnselen bij arteriële vaatafsluiting
Bij arteriële afsluitingen ziet de patiënt een deel van het gezichtsveld niet (zwart/donker) of ziet in sommige gevallen helemaal niets meer. Soms wordt de totale afsluiting voorafgegaan door een situatie waarbij het gezichtsvermogen zich binnen een paar minuten weer herstelt, dit noemt de arts amaurosis fugax.
Behandeling arteriële vaatafsluiting
Bij een arteriële afsluiting die al langer bestaat, is er eigenlijk geen behandeling meer mogelijk. Het is wel belangrijk om de onderliggende oorzaak te behandelen: de patiënt wordt meestal naar de neuroloog of internist doorgestuurd die een uitgebreide screening doet (waar komen de propjes vandaan?). Meestal wordt geadviseerd alvast met bloedverdunners te beginnen.
Gaat het infarct gepaard met symptomen van vermoeidheid / kauwpijn / haarkampijn en algehele malaise dan kan er sprake zijn van arteritis temporalis, een ontsteking van de arteriën. Als hier aan gedacht wordt, wordt de bloedbezinking (BSE) gemeten en er eventueel een biopt genomen uit het bloedvat in de slaap. In zeldzame gevallen kan er na lange tijd vaatnieuwvorming in het oog ontstaan, waardoor het noodzakelijk kan zijn om het netvlies te laseren en/of een injectie met “anti-VEGF” in het glasvocht te geven (zie NOG-folder Intravitreale injecties); anders kan de druk van het oog oplopen (neovasculair glaucoom).
Deze behandeling is alleen om de oplopende druk (en daardoor pijn in het blinde oog) te voorkomen en niet om het gezichtsvermogen te verbeteren.
Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing.
Voor deze folder zijn de teksten gebruikt van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG). Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de Commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) 2014.
Heeft u nog vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met:
Poli oogheelkunde:
0495 - 57 21 97
Maandag t/m vrijdag:
08:30 - 16:30 uur