PDF
Stel PDF samen

RS-virus

(Respiratoir Syncytieel Virus)

Vrouw–moeder–kind centrum (VMK)

Uw kind is opgenomen omdat het mogelijk is besmet met het RS-virus. U heeft al informatie van de arts of verpleegkundige gekregen. In deze folder kunt u dit nog eens rustig doorlezen.

Wat is het RS-virus?

Het RS-virus (= Respiratoir Syncytieel Virus) veroorzaakt een infectie van de kleine luchtwegen. Hierbij wordt veel slijm aangemaakt waardoor de ademhaling moeilijker kan zijn. Het RS-virus komt vooral voor in de wintermaanden, tussen november en februari. Iedereen kan met het RS-virus besmet raken, maar kinderen jonger dan 12 maanden (zuigelingen) zijn er het meest gevoelig voor.

Hoe gebeurt de besmetting?

Besmetting gebeurt via direct contact (besmette handen) of via indirect contact (besmette gebruiksvoorwerpen). Ook door niezen of praten komen kleine druppeltjes op anderen terecht die zo besmet kunnen raken.

Laat baby's en zuigelingen die het meest vatbaar zijn voor besmetting niet te veel knuffelen. En al zeker niet door mensen die verkouden zijn of hoesten. Dit is vooral belangrijk bij kinderen die te vroeg geboren zijn.

Een andere belangrijke voorzorgsmaatregel is de handen heel goed te wassen met water en zeep vóór de zuigeling aangeraakt wordt.

Iemand kan meerdere keren in het leven besmet raken met het RS-virus, maar de verschijnselen worden steeds minder ernstig. Oudere kinderen en volwassenen hebben meestal helemaal geen last van zo'n besmetting en de meeste mensen hebben het RS-virus bij zich (gehad) zonder daar iets van te merken. Als een kind het RS-virus bij zich draagt kan hij het ook doorgeven aan anderen. Het is besmettelijk, vanaf 2 - 5 dagen nadat hij of zij besmet is met het RS-virus tot ongeveer een week nadat het kind niet meer hoest. De klachten van een besmetting met het RS-virus beginnen ook 2 - 5 dagen na de besmetting.

Wat zijn de klachten van RS-virus?

De klachten zijn:

  • koorts;
  • vieze neus;
  • hoestbuien waarbij veel slijm wordt opgehoest;
  • snelle ademhaling;
  • benauwdheid;
  • slecht drinken en/of spugen.

Hoe jonger het kind is hoe meer klachten er meestal zijn.

Hoe wordt een besmetting met het RS-virus vastgesteld?

De diagnose wordt gesteld aan de hand van de klachten van het kind. Het gaat met name om het vaak herkenbare hoestje. Het is mogelijk om een laboratoriumonderzoek naar virussen te doen. Maar dit is meestal niet nodig en de uitslag hiervan verandert de behandeling niet.

Wat is de behandeling?

Een behandeling van het RS-virus zelf is er niet. Antibiotica helpen niet tegen een virus. Er kan alleen worden geprobeerd om de klachten te verlichten, vooral de slijmvorming en de benauwdheid.

Wat verder gedaan kan worden:

  • Het kind wordt in isolatie verzorgd. Dit is om verspreiding van het RS-virus over de afdeling te voorkomen. Het RS-virus is namelijk zeer besmettelijk. Uw kind moet op de kamer blijven en ouders moeten als ze weg gaan van de kamer de afdeling direct verlaten. Het is heel belangrijkom na het verlaten van de kamer de handen goed te wassen. Verdere informatie over geïsoleerd verplegen vindt u in de folder ' Geïsoleerd verplegen'.
  • Vooral heel jonge en heel zieke kinderen worden aangesloten aan een monitor waarmee het zuurstofgehalte (zuurstofsaturatie) van het bloed gemeten wordt. Als het nodig is krijgt het kind extra zuurstof toegediend.
  • Als het kind zelf niet voldoende meer kan drinken krijgt het de voeding toegediend via een neussonde. Dit is een dun slangetje dat via neus en keel naar de maag loopt. Het kind heeft hier verder geen last van.
  • Er kunnen neusdruppels gegeven worden tegen een stopte neus. Ook kan met medicijnen geprobeerd worden de luchtwegen te verwijden zodat het kind gemakkelijker kan ademhalen. Als deze medicijnen niet helpen worden ze weer gestopt.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u ze stellen aan de verpleegkundige op de afdeling.

Vrouw–moeder–kind centrum (VMK):
0495 - 57 21 23

Samen beslissen

Ben je nog geen 18 en kom je bij de dokter? Je hebt altijd iets te kiezen. Het stellen van goede vragen kan daar bij helpen:

  • Dit voel ik, wat is het?
  • Wat kunnen we er aan doen?
  • Wat betekent dit voor mij, nu en later?

Meer weten?
www.3goedevragen.nl/kinderen