
Rob overleefde een infectie met een vleesetende bacterie

Tips voor een zomer in het gips

Binnenkort krijgt u een gastroscopie waarbij er gekeken wordt of er rubberen bandjes geplaatst kunnen worden om de spataderen in uw slokdarm; we noemen deze behandeling ook wel ‘rubberbandligatie’. Uw behandelend arts heeft u uitgelegd wat de reden is van deze behandeling en wat dit inhoudt. In deze folder kunt u alles nog nalezen.
Slokdarmspataderen zijn verwijde aderen in de slokdarm. De medische term voor slokdarmspataderen is ‘oesophagusvarices’. Ze ontstaan bij mensen met een verhoogde bloeddruk in de poortader (portale hypertensie). De poortader is een belangrijke ader. Hij vervoert bloed uit de milt, de alvleesklier, de galblaas en een deel van het spijsverteringskanaal naar de lever. Bij een te hoge bloeddruk in de poortader gaat het bloed sluipwegen zoeken. Zulke sluipwegen zijn bijvoorbeeld de aderen in de slokdarm. Maar deze dunne aderen zijn niet gemaakt om zo’n grote hoeveelheid bloed te verwerken. Hierdoor gaan ze langzaam steeds wijder worden, waardoor spataderen in de slokdarm ontstaan.
Het gevaarlijke van slokdarmspataderen is dat ze kapot kunnen gaan, waardoor hevige bloedingen ontstaan. In dat geval moet u acuut naar het ziekenhuis komen om deze bloeding te laten behandelen. Om deze bloedingen te voorkomen wordt een behandeling gepland om de spataderen preventief te behandelen.
Een verhoogde bloeddruk in de poortader kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaak is levercirrose. Uw behandelend arts heeft u reeds uitleg gegeven over de oorzaak die op u van toepassing is.
De behandeling vindt plaats door middel van een gastroscopie. Dit is een onderzoek van de binnenkant van de slokdarm, de maag en de 12-vingerige darm. Dit onderzoek gebeurt met een endoscoop, een flexibele en bestuurbare slang van ongeveer 1 cm doorsnede. Het uiteinde van de endoscoop bevat een lampje waardoor er licht is en een cameraatje. De beelden die door de camera gemaakt worden zijn te zien op de monitor en worden door de arts beoordeeld.
Sommige medicatie moet tijdelijk worden gestopt of aangepast. Dit geldt bv. voor bloedverdunnende medicatie en insuline.
Als u insuline gebruikt, neem deze en uw bloedglucosemeter dan mee naar het ziekenhuis. Controleer voor u naar het ziekenhuis komt, thuis uw bloedglucose. Mocht deze te laag zijn dan mag u altijd 1 - 2 druivensuikerpastilles nemen (verder geen voedsel of drank). Deze pastilles smelten op de tong en kunnen geen kwaad voor het onderzoek. Als u inhalaties gebruikt voor uw longen, dient u die wel te gebruiken voor het onderzoek.
Voor dit onderzoek dient u nuchter te zijn. Dit houdt in dat u 6 uur voor het onderzoek niets meer mag eten. Tot 2 uur vooraf mag u nog een beetje heldere vloeistof drinken (water, thee zonder melk, appelsap). Tanden poetsen en de mond spoelen mag wel. Heeft u toch iets anders gedronken of nog gegeten vertel dit dan aan de verpleegkundige. Vóór die 6 uur mag u eventueel nog een beschuitje met jam en een kopje thee (geen ander beleg, omdat dit te lang in de maag blijft zitten).
Als u niet nuchter bent kan het onderzoek niet doorgaan. Als u namelijk nog maaginhoud in de maag heeft kan dit tijdens het onderzoek omhoog komen door het kokhalzen en in uw longen lopen met alle gevolgen van dien. Daarnaast is er geen adequate beoordeling of behandeling mogelijk. Dit is dus voor uw eigen veiligheid. Uw reguliere medicatie dient u vóór de 6 uur nuchter zijn te nemen of na de gastroscopie.
Neem een briefje mee met het telefoonnummer van uw contactpersoon die u komt ophalen. Voor u naar de afdeling endoscopie gaat, meldt u zich eerst bij de aanmeldzuil in de centrale hal. Hiervoor heeft u een geldig legitimatiebewijs nodig. U ontvangt een dagticket met daarop per afspraak vermeld hoe laat en waar u wordt verwacht. Kijk op de borden voor de juiste route.
In de wachtkamer wordt u opgehaald door een verpleegkundige en gaat u naar de voorbereidingskamer. Daar komt u op een bed te liggen en wordt u aangesloten op de bewakingsmonitor om hartritme, bloeddruk en zuurstofgehalte te monitoren. En krijgt u een infuusnaald om de sedatie toe te dienen. Trek makkelijk zittende kleding aan en iets met korte mouwen, dit in verband met alle aansluitingen aan de monitor. Als het nodig is krijgt u een (papieren) operatiehemd aan. Uw bezittingen en kleding worden opgeborgen in een krat die naast u bed blijft staan. Neem geen waardevolle spullen mee zoals sieraden, tablets enz.
Een eventuele gebitsprothese dient vlak voor het onderzoek uitgenomen te worden. Ook een tongpiercing / lippiercing moet voor het onderzoek worden verwijderd.
Het onderzoek met behandeling voor de slokdarmspataderen vindt plaats onder sedatie (roesje) door middel van het medicijn Dormicum. Soms is het nodig dat u vooraf gezien wordt door de anesthesist, bv. als u bepaalde hart- of longproblemen heeft, epilepsie, overgewicht of een bepaalde leeftijd heeft bereikt. In dit laatste geval wordt u onder een diepere sedatie gebracht en wordt het middel Propofol gebruikt. Dit is geen narcose.
Het doel van de sedatie is dat u wat slaperig wordt. Deze slaperigheid treedt direct na toediening op. Hoe slaperig u bent is niet te voorspellen, ook als u niet slaapt zult u het onderzoek meer ontspannen ondergaan. Een roesje is geen narcose en is geen garantie dat u diep in slaap bent. De meeste mensen kunnen zich nadien echter weinig tot niets meer herinneren van het onderzoek.
Het kan zijn dat u wat minder gevoelig bent voor het slaapmiddel. Regelmatig gebruik van slaapmedicatie, drugs of alcoholische dranken kan de werking van het medicijn verminderen.
Bij een slechte hart- en/of longfunctie kan de arts besluiten af te zien van de toediening van sedatie vanwege het risico op complicaties.
Tijdens het onderzoek wordt u begeleid door een verpleegkundige. Een tweede verpleegkundige assisteert de arts.
Het kan zijn dat u voor het onderzoek een drankje krijgt (10 ml) om het vormen van schuim in de maag tegen te gaan.
U gaat op uw linkerzij liggen met opgetrokken benen. U krijgt een celstof matje onder uw hoofd om vocht wat uit de mond kan lopen, op te vangen. Om uw tanden/kaken en de endoscoop te beschermen, krijgt u een bijtring tussen uw tanden.
Hierna wordt het sedatiemiddel gegeven.
Het onderzoek begint met het inbrengen van de endoscoop in de mond, over de tong. Er wordt u gevraagd te slikken. Dit is onprettig, maar niet pijnlijk. U kunt gaan kokhalzen, boeren en soms een windje laten. Dit alles is normaal en zijn reflexen van het lichaam. U hoeft zich hier dus niet voor te schamen. Tijdens het onderzoek kunt u gewoon blijven ademen door mond en/of neus. U kunt niet stikken. Het onderzoek verloopt het beste als u zich probeert te ontspannen en rustig blijft doorademen. Tip: adem door de neus rustig in en blaas rustig uit via de mond. Het onderzoek inclusief de behandeling duurt ongeveer 15 - 20 minuten. De scopie zelf duurt ongeveer 5 minuten.
Tijdens het onderzoek blaast de arts koolzuur in de maag om goed zicht te hebben. Dit voelt voor u aan alsof u veel te veel gegeten heeft (drukkend, zwaar gevoel). Dit is heel normaal en hoort bij het onderzoek. De slokdarm, maag en 12-vingerige darm worden standaard geïnspecteerd. Op de terugweg worden de slokdarmspataderen goed bekeken en wordt beoordeeld of behandeling noodzakelijk is. Zo ja, wordt eerst de scoop verwijderd om de benodigde apparatuur hierop te installeren. Hierna wordt de scoop opnieuw ingebracht om de spataderen te behandelen. De MDL-arts zoekt de spataderen op met de scoop. De spatader wordt een stukje in de scoop gezogen, waarna er een rubberbandje (een soort elastiekje) rond de spatader wordt geschoten. In totaal kunnen er 6 bandjes worden geplaatst. De rubberen bandjes binden de spatader af en vallen na verloop van tijd vanzelf af en verlaten het lichaam via de ontlasting.
Na het onderzoek wordt u geïnformeerd over de bevindingen. Vanwege het roesje is de kans groot dat u dit (deels) weer vergeet. Daarom krijgt u een nazorgformulier mee waar we deze bevindingen ook op schrijven.
Als het onderzoek klaar is gaat u naar de verkoeverkamer om even wakker te worden. Nadien mag u aan tafel komen zitten om iets te drinken.
Na de behandeling kunt u wat keelpijn of pijnklachten bemerken achter het borstbeen. Dit is normaal en kan enkele dagen duren. U mag eventueel paracetamol (opgelost in water) of een zetpil nemen tegen de pijn. Neem geen aspirineachtige pijnmedicatie daar deze bloedverdunnend zijn en de kans op een nabloeding kunnen verhogen.
De dag van de behandeling gebruikt u alleen heldere, koude dranken (geen koolzuurhoudende dranken of alcohol).
Hoewel een gastroscopie een veilig onderzoek is, kunnen er in enkele gevallen toch klachten / complicaties optreden:
Hoewel het doel van de rubberbandligatie het voorkomen / beperken van een bloeding van de slokdarmspataderen is, kan een bloeding ook een complicatie zijn van de behandeling. Een bloeding kan tijdens maar ook na de behandeling ontstaan. Ontstaat een bloeding direct na de behandeling, dan wordt dit meteen behandeld. Ontstaat een bloeding na de behandeling (dit kan tot ongeveer 2 weken nadien), neem dan direct contact met de polikliniek of de spoedeisende hulp.
Indien uw onderzoek met sedatie zal plaatsvinden, meldt u dan a.u.b. 30 minuten voor uw afspraak aan bij de aanmeldzuil. Daarna kunt u plaatsnemen in de wachtruimte van de endoscopie. De route staat op uw aanmeldticket.
Voorbereiding
U moet voor het onderzoek nuchter zijn. Lees de informatie over de voorbereiding goed door.
Sedatie
Als u tijdens het onderzoek sedatie heeft gehad, moet u worden opgehaald op de afdeling endoscopie. Als u na de sedatie zelf gaat autorijden en u veroorzaakt een ongeluk, dan bent u niet verzekerd omdat u onder invloed bent. SJG Weert kan hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden.
Contact opnemen
Als u in de dagen na de gastroscopie de volgende klachten heeft:
neemt u contact op met:
Polikliniek MDL
0495 - 57 26 26
Maandag t/m vrijdag
09:00 - 16:30 uur
Spoedeisende hulp
Buiten kantooruren
0495 - 57 26 10
Geef door dat u een gastroscopie heeft gehad, de datum van de gastroscopie en uw klachten.