Het urodynamisch onderzoek

Urologie

Wat is een urodynamisch onderzoek (UDO)?

Een UDO is een inwendig onderzoek van de blaas. Hierbij wordt onderzocht hoe de blaasspier, de sluitspieren en de plasbuis werken. Bijvoorbeeld bij prostaatklachten of ongewild urineverlies (incontinentie).

Via een dun slangetje, dat ingebracht wordt via de plasbuis en endeldarm, meet men:

• de blaasinhoud;
• de blaasdruk;
• de afsluiting van de blaas;
• het eventuele urineverlies;
• de kracht van de straal;
• de spanning in de bekkenbodemspieren.

Een computer verwerkt daarna de meetresultaten. Het onderzoek gebeurt op de poli urologie en wordt gedaan door een verpleegkundige. Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten. U kunt na het onderzoek weer naar huis.

Voorbereiding thuis

Gebruikt u medicijnen voor de blaas en/of prostaat dan moet u deze 3 dagen vóór het onderzoek niet meer innemen.

Voor een goede meting is het belangrijk dat de endeldarm leeg is. Indien u een moeilijke stoelgang heeft, krijgt u hiervoor een laxeermiddel mee. Dit laxeermiddel brengt u zonodig ± 2 uur voor het onderzoek via de anus in.

Het onderzoek

Het onderzoek begint altijd met een lege blaas. Daarom vraagt de verpleegkundige u om vóór het onderzoek uit te plassen op het toilet. De verpleegkundige wijst u waar u de kleding van het onderlichaam kunt uittrekken, de kleding van het bovenlichaam kunt u aanhouden.

Hierna neemt u plaats op de onderzoekstafel. Deze tafel heeft speciale steunen voor uw benen, zodat u met uw knieën omhoog en uw benen uit elkaar ligt. De verpleegkundige brengt een dun slangetje (katheter) via de plasbuis in de blaas. Via deze katheter wordt gemeten hoeveel urine in de blaas achtergebleven is. Deze katheter wordt hierna verwijderd. Vervolgens wordt een dun drukkathetertje ingebracht. Hiermee wordt de druk in blaas en plasbuis gemeten.

Ook wordt een katheter via de anus in de endeldarm ingebracht, voor meting van de druk. Het inbrengen van de slangetjes is niet pijnlijk maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. De slangetjes worden op de huid vastgeplakt met pleisters zodat deze op hun plaats blijven.

Op de billen rondom de anus worden enkele plakkers bevestigd. Hiermee wordt de werking van de bekkenbodemspieren gemeten. De huid waar de plakkers komen wordt door de verpleegkundige onthaard.

Het onderzoek gebeurt meestal in zittende houding. Via het slangetje in de blaas wordt de blaas gevuld met steriel verwarmd water. Tijdens het vullen wordt door de computer de druk in de blaas en buik gemeten.

Tijdens het onderzoek vraagt de verpleegkundige u hoeveel dranggevoel u in de blaas heeft. Ook wordt u een aantal keren gevraagd te hoesten. De blaas wordt gevuld, totdat u aangeeft sterke drang tot plassen te hebben en u de plas niet meer kunt ophouden. Dan wordt het vullen gestopt, en kunt u uitplassen, zonder te persen!

Als het nodig is wordt het onderzoek nog een keer herhaald. Daarna worden slangetjes en plakkers verwijderd en is het onderzoek afgelopen.

Nazorg

De uroloog bespreekt met u de uitslag van het onderzoek. U krijgt hiervoor een afspraak. Na het onderzoek kunt u vrijwel direct naar huis. Gebruik van eigen auto of openbaar vervoer is geen probleem.

Bijwerkingen

U kunt op de dag van het onderzoek last hebben van:

• enkele uren ongewild urineverlies;
• een pijnlijk en branderig gevoel tijdens en na het plassen;
• een verhoogde plasdrang. Dit komt omdat de plasbuis geïrriteerd is door de slangetjes;
• een beetje bloedverlies via de plasbuis.

Sommige patiënten hebben enkele dagen last van deze klachten. Dit is niet verontrustend.

Het is goed om na het onderzoek extra te drinken.