PDF
Stel PDF samen

De TOT-operatie bij urineverlies

Urologie

Deze folder geeft informatie over de TOT-operatie. TOT is een afkorting van Trans Obturatorius Tape. Bij de TOT-operatie krijgt de urinebuis een draagband die via de vagina (schede) wordt aangebracht. De operatie wordt steeds vaker toegepast bij inspanningsincontinentie.

Wat is inspanningsincontinentie?

Inspanningsincontinentie is een vorm van urineverlies die voorkomt bij inspanning zoals tillen, sporten of springen. Men spreekt ook wel van stress-incontinentie. Met ‘stress’ wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, tillen, sporten of plotseling opstaan. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt.

Behandeling van inspanningsincontinentie

Bij inspanningsincontinentie zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk: fysiotherapie, medicijnen, een ring of een operatie. De behandeling is afhankelijk van uw klachten en de gegevens van het onderzoek. Als er niet op een eenvoudige manier wat aan uw klachten te doen is, kan de uroloog een operatie voorstellen. Indien u besluit tot een operatie, gaat u na het bezoek aan de uroloog naar het planbureau om u in te schrijven voor de operatie. U krijgt hier een afspraak voor het bezoek aan de poli preoperatieve screening

Om huidbeschadigingen met als gevolg risico op een wondinfectie te voorkomen, wordt ten zeerste afgeraden om vóór de ingreep de haren te verwijderen in het operatiegebied. Als u regelmatig de haren verwijderd in het operatiegebied, dan mag u tot 7 dagen vóór de operatie géén haren verwijderen. Mocht de specialist het alsnog nodig vinden om haren te verwijderen, dan zal dit plaatsvinden in het OK-complex.

De operatie

Voor de operatie
De operatie gebeurt op de operatiekamer en kan plaatsvinden onder narcose, met een ruggenprik, of met een kortwerkend slaapmiddel dat gecombineerd wordt met plaatselijke verdoving. Op de poli preoperatieve screening bespreekt men met u welke verdoving voor u het beste is.

Voordat u geopereerd wordt, wordt er meestal een desinfecterende vaginale tampon ingebracht. Dit gebeurt op de verpleegafdeling door een verpleegkundige.

De operatie
Bij de operatie wordt de urinebuis die naar beneden is gezakt, omhoog gehaald, zodat de urine minder gemakkelijk uit de blaas wegstroomt. Een Trans Obturatorius Tape (TOT) is een bandje van fijn geweven kunststof (niet-oplosbaar) hechtmateriaal die de urinebuis ondersteunt. De uroloog brengt het bandje via de vagina in, en binnen korte tijd vergroeit het met het weefsel eromheen.

Op het einde van de operatie krijgt u een katheter in de blaas, en meestal ook een tampon in de vagina om het wondje plaatselijk dicht te drukken.

Om ontstekingen te voorkomen, krijgt u tijdens de operatie een antibioticum. Bent u overgevoelig voor een bepaald soort antibioticum, vertel dit dan voor de operatie, zodat de arts er rekening mee kan houden.

De ingreep duurt slechts 20 minuten.

Na de operatie
Na de operatie gaat u terug naar de verpleegafdeling. Meestal hebt u een blaaskatheter die de volgende ochtend tegelijk met de vaginale tampon verwijderd wordt. Nadat u geplast heeft, controleert een verpleegkundige met een scan of u de blaas voldoende leegt. Na 2 à 3 keer plassen lukt dit meestal goed. Soms moet de katheter 1 of meer dagen in de blaas blijven tot u goed kunt uitplassen. Het wondje in de vagina veroorzaakt na de operatie vaak een paar dagen wat bloedverlies en/of bloederige afscheiding. Meestal kunt u de dag na de operatie weer naar huis.  

De kans dat de operatie uw klachten verhelpt

De kans dat het urineverlies helemaal verdwijnt, is ongeveer 85%. Bedenk dus dat er geen garantie op succes is. Bij 10% van de geopereerde vrouwen vermindert het urineverlies duidelijk, maar zij zijn niet helemaal droog. Bij 5% van de vrouwen helpt de operatie niet.

Weer thuis

Het plassen
Na de operatie hoeft u niet extra te drinken. Wel is het belangrijk regelmatig te plassen, ten minste 5 x per dag. De eerste weken treedt soms nog ongewild urineverlies op. Ook kunt u tijdelijk meer aandrang voelen. Sommige vrouwen hebben het gevoel ‘over een weerstand’ te plassen. Dat gevoel verdwijnt later vanzelf.

Niet zwaar tillen
De eerste 4 - 6 weken is het belangrijk om niet zwaar te tillen: bij voorkeur geen kinderen tillen, geen zware boodschappentassen dragen en geen ander zwaar werk doen, ook niet fietsen. Daarna kunt u uw gewone werkzaamheden gaandeweg hervatten.

En verder
Direct na de operatie kunt u weer onder de douche. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding uit de vagina gestopt is. Gebruik geen tampons de eerste 2 weken na de operatie, en wacht 4 weken met seksuele gemeenschap.

Complicaties

De kans op complicaties bij een TOT-operatie is klein. We beschrijven hier de complicaties die het meest voorkomen.

Een blaasontsteking
Soms treedt na de operatie een blaasontsteking op, maar bij gebruik van een antibioticum komt dit zelden voor.

Het lukt niet om te plassen
Bij sommige vrouwen lukt het na de operatie niet om te plassen; een tijdelijke blaaskatheter is dan noodzakelijk. Meestal lukt het plassen na een paar dagen wel, maar bij enkele vrouwen (minder dan 1%) blijft de klacht bestaan. Zij moeten leren om zelf de blaas met een katheter leeg te maken.

Vaginale afscheiding
Dit is meestal afkomstig uit het wondje in de vagina-voorwand. Dit kan enkele weken duren en houdt vanzelf op.

Een nieuwe klacht: aandrangincontinentie
In de eerste dagen en weken na de operatie ontstaat soms een nieuwe klacht: aandrangincontinentie. U heeft dan een zeer sterke drang om te plassen en verliest soms zelfs urine. Meestal is dit tijdelijk, een enkele keer niet. Medicijnen kunnen dan uitkomst bieden.

Controle na de operatie

Meestal wordt u 4 - 6 weken na de operatie verwacht voor controle. Daarna volgen soms nog enkele controle afspraken om te zien of de blaas na het plassen leeg is. Zo kan worden nagegaan of de plasbuis goed is opgehangen en kan de arts een indruk krijgen van het herstel na de operatie.

Belangrijk

Contact opnemen
Neem contact op bij onverwachte gebeurtenissen zoals:

  • koorts;
  • veel pijn;
  • veel bloedverlies of
  • niet goed kunnen uitplassen.

Poli urologie, bereikbaar op werkdagen van 09:00 - 17:00 uur:
0495 - 57 24 80

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de poli urologie.

Maandag t/m vrijdag
09:00 – 12:00 uur 
0495 – 57 24 80