Botuline toxine behandeling
voor volwassenen
Revalidatiegeneeskunde
Deze folder is bedoeld voor mensen die last hebben van een verhoogde spierspanning en hiervoor een behandeling met botuline toxine krijgen. Een verhoogde spierspanning wordt ook wel spasme of clonus genoemd.
Wat is een spasme of een clonus?
Door een aandoening in het centrale zenuwstelsel kan een bepaalde spier of spiergroep te veel prikkels krijgen. Daardoor kunt u last krijgen van een spasme of een clonus.
Bij een spasme trekt een spier krampachtig samen. Dat kan niet alleen erg pijnlijk zijn, maar brengt ook beperkingen met zich mee.
Een clonus is een vreemde en onverwachte bewegingen, die de persoon niet onder controle heeft. Bijvoorbeeld wanneer uw voet onverwachts gaat trillen.
Als u last heeft van een spasme of clonus, zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Behandeling met botuline toxine is daar een voorbeeld van. Maar ook fysiotherapie, spalken of medicijnen kunnen helpen. Samen met u bekijkt de arts welke behandeling het beste past bij uw situatie.
Wat is botuline toxine?
Botuline toxine is een gif dat in de natuur voorkomt, maar wat gezuiverd en verdund als medicijn gebruikt wordt. Het wordt gemaakt door een bacterie. Botuline toxine wordt ook wel botox genoemd. Het doel van de behandeling met deze stof is er voor te zorgen dat spieren zich minder onwillekeurig samentrekken, waardoor u minder ongewilde bewegingen maakt. Botuline toxine is een soort spierontspanner. Het werkt op de plaats waar de zenuw aan de spier vastzit. Het dringt binnen in de zenuw en zorgt dat deze geen opdracht meer kan doorgeven aan de spier. Omdat de spier geen opdrachten meer krijgt, verslapt hij. De spanning en de kracht van de spier wordt na de injectie verminderd. Hoeveel minder hangt af van hoeveel botuline toxine ingespoten wordt. Het werkt alleen in de ingespoten spier en niet in de spieren ernaast.
De behandeling
Eerst zoekt de arts, met een echo- of met een stimulatieapparaat, de spier(en) op en de beste plaats voor de inspuiting. Soms wordt een speciale naald gebruikt die een signaaltje uitzendt, zodat de arts precies weet waar de vloeistof terecht moet komen. Dan spuit de arts de stof in. Deze prik kunt u vergelijken met de prik die u voelt bij bloedprikken. Soms is het nodig om meerdere prikken in 1 spier te geven.
Hoe meer botuline toxine de arts gebruikt, hoe sterker de werking. Elke spier wordt apart behandeld. De totale behandeling duurt 30 - 45 minuten. Daarna kunt u gewoon naar huis. U hoeft ook geen speciale dingen te doen of te laten na de inspuiting.
Voorzorgsmaatregelen
Als u bloedverdunners gebruikt waarvoor controle door de Trombosedienst noodzakelijk is, moet u de Trombosedienst vragen om op de dag/tijd van de injectie te zorgen dat het bloed niet te dun is (streef INR-waarde onder de 2). Anders is er een verhoogde kans op een bloeding. Het gaat om bloedverdunners met namen als:
- Sintromitis;
- Acenocoumarol;
- Marcoumar;
- Fenprocoumon.
Maar ook als u een nieuw soort bloedverdunner (NOAC = Nieuwe Orale Anti Coagulantia) gebruikt zoals:
- Dabigatran (Pradaxa);
- Rivaroxaban (Xarelto);
- Apixaban (Eliquis);
moeten er maatregelen genomen worden in de dosering. De arts zal dit met u regelen en zo nodig met de Trombosedienst contact opnemen.
Als u andere soorten bloedverdunners gebruikt zoals Ascal, Plavix of Clopidogrel hoeft u niets extra te doen.
Werkingsduur
Botuline toxine werkt pas enkele dagen na de inspuiting. De werking is tijdelijk, meestal 3 maanden of langer. Als botuline toxine eenmaal in de zenuw zit, gaat het daar niet meer weg. Toch gaat de spier na een aantal maanden weer samentrekken. Dit komt doordat de zenuw een nieuwe uitloper maakt die de spier weer aanstuurt. Er kan eventueel gekozen worden voor een volgende behandeling.
De werkingsduur kan verlengd worden door rekoefeningen te doen of een spalk te dragen. De botulinebehandeling vervangt niet het doen van oefeningen of een spalk dragen. Het is een aanvulling daarop.
Bijwerkingen
Sommige mensen hebben na een behandeling met botuline toxine last van bijwerkingen. Het meest voorkomende bijwerking is tijdelijk pijn in het gebied waar de inspuiting gegeven is. Een klein deel van de mensen die behandeld zijn krijgt last van allergische reactie. Soms voelen mensen zich na de behandeling een paar dagen een beetje grieperig. Dit is een onschuldige reactie op het eiwit dat in botuline toxine zit.
Wanneer krijgt u geen botuline toxine injecties?
Er wordt niet met botuline toxine behandeld als:
- u een allergie heeft voor botuline of een toegevoegde stof;
- u een spierziekten heeft zoals Myasthenia Gravis;
- u minder dan 3 maanden geleden een tetanusvaccinatie (onderdeel van het DKTP-vaccin) heeft gekregen.
Controle
Ongeveer 3 weken na de eerste behandeling met botuline toxine belt de revalidatiearts u om te horen of de behandeling geholpen heeft. Ook wordt besproken of er eventueel een volgende behandeling met botuline toxine nodig is. Als de inspuiting niet voldoende geholpen heeft, wordt bij een volgende behandeling eventueel de hoeveelheid botuline toxine aangepast of een andere spier behandeld. Er wordt altijd gewacht tot 12 weken na de laatste inspuiting, voordat opnieuw wordt behandeld.
Belangrijk
Contact opnemen
Neem contact op met de poli revalidatiegeneeskunde, op werkdagen bereikbaar van 08:00 – 17:00 uur, als u klachten krijgt zoals:
- roodheid op de plaats van de inspuiting;
- koorts;
- erge pijn.
Poli revalidatiegeneeskunde:
0495 - 57 25 40
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de huisarts(post).
Heeft u nog vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de poli revalidatiegeneeskunde. Een afspraak met de revalidatiearts is mogelijk op maandag, woensdag en donderdag.
0495 - 57 25 40
Maandag t/m vrijdag
09:00 - 11:30 uur
14:00 - 16:00 uur
polirevalidatie@sjgweert.nl