PDF
Stel PDF samen

Borstvergroting

Plastische chirurgie

Deze folder bevat algemene, aanvullende informatie over borstvergroting. De folder heeft niet de intentie volledig te zijn of een gesprek met uw plastisch chirurg te vervangen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven.

Bij vele vrouwen leeft de wens naar grotere of stevigere borsten. De borsten kunnen al sinds de puberteit klein of onderontwikkeld zijn. Soms neemt het volume van de borsten af na een zwangerschap of zijn de borsten slapper en kleiner geworden na een vermageringsdieet. Jaarlijks worden in Nederland duizenden borstvergrotende operaties uitgevoerd. Wat u van een borstvergrotende operatie mag verwachten kunt u bespreken met uw plastisch chirurg.

Wie komt in aanmerking voor een borstvergroting?

Niet iedere vrouw komt in aanmerking voor een vergroting. Allereerst moet u volgroeid zijn. Als de borsten erg verslapt zijn kan een borstlift, al dan niet in combinatie met een prothese, een betere oplossing zijn (zie brochure ‘Borstlifting’). De plastisch chirurg overlegt met u welke ingreep voor u het fraaiste resultaat kan opleveren.

De protheses

De protheses die gebruikt worden bestaan uit een siliconen of polyurethaan omhulsel, waarvan het oppervlak ruw is. De inhoud van de prothese kan bestaan uit een siliconengelei, zout water, of water met een bindmiddel. Elke vulling heeft zijn specifieke voor- en nadelen. De protheses die gevuld zijn met siliconen worden al tientallen jaren gebruikt. De protheses die ingebracht worden zijn van hoge kwaliteit en in verschillende vormen beschikbaar.

Wat zijn de mogelijkheden?

Een prothese kan op verschillende manieren worden ingebracht, via de plooi onder de borst, via de oksel of via de tepel. De prothese kan geplaatst worden direct onder de borstklier of dieper, onder de grote borstspier. Afhankelijk van uw wensen en situatie kan een druppelvormige of ronde prothese gebruikt worden. Wat in uw geval de beste methode is, wordt samen met uw plastisch chirurg beoordeeld en besproken.

Vóór de operatie

Na het bezoek aan de plastisch chirurg neemt het planbureau contact met u op om u in te schrijven voor de operatie. U krijgt een afspraak voor het bezoek aan de poli preoperatieve screening, dit kan ook een telefonische afspraak zijn. Op de poli preoperatieve screening wordt ook afgesproken vanaf wanneer u niet mag eten en drinken. Gebruikt u medicijnen? Neem dan een overzicht mee van de medicijnen die u gebruikt.

Aandachtspunten vóór de operatie:

  • Gebruikt u bloedverdunners? U krijgt dan van uw arts instructies over het stoppen of doorgaan met uw bloedverdunners.
  • Roken is niet toegestaan vanaf 6 weken voor de operatie tot 6 weken na de operatie. Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing.
  • Voor de operatie mag u alleen paracetamol innemen. Andere pijnstillers, zoals Asprine of Naprosyne, maar ook pijnstillers die u zonder recept kunt verkrijgen, kunnen het risico op bloedingen verhogen.
  • Zorg voor een passende sportbeha in uw cupmaat, het liefst met voorsluiting. Deze neemt u de dag van de operatie mee naar het ziekenhuis.
  • Gebruik geen bodylotion op de dag van de operatie.

De opname

U wordt opgenomen op de afdeling chirurgie. Meestal volstaat een opname van een dag. In enkele gevallen is het beter om 1 nacht te blijven en kunt u de volgende ochtend naar huis. Dit gaat in overleg met uw plastisch chirurg.

Wat gebeurt er bij de operatie?

Vlak voor de operatie maakt de plastisch chirurg op uw lichaam een tekening (het operatieplan). Deze tekening geeft aan hoe de operatie gaat verlopen. Dit is nodig om een zo goed mogelijk resultaat van de ingreep te kunnen krijgen.

De operatie vindt meestal plaats onder algehele narcose. De chirurg maakt een sneetje op de vooraf afgesproken plaats. Via dit sneetje wordt de prothese ingebracht onder de borstklier of onder de borstspier. Overtollig wondvocht wordt soms via een slangetje (drain) afgevoerd naar een plastic flesje. Dit gebeurd echter maar  zelden.

Meestal wordt een antibioticum gegeven ter voorkoming van eventuele infecties. Aan het eind van de operatie worden uw borsten verbonden met een steunend plakverband. De operatie duurt gemiddeld 1 - 2 uur.

Na de operatie

Na de operatie zijn de borsten gezwollen en gevoelig of pijnlijk. De eerste paar dagen kunnen pijnstillers nodig zijn, daarna neemt de pijn snel af. Ook een stekend gevoel kan optreden. Verschil tussen de ene en de andere borst in pijn en grootte is normaal.

Als u slangetjes (drains) heeft gekregen dan blijven deze meestal, net als het steunende plakverband, gedurende enkele dagen zitten. U gaat dan met drains naar huis. Deze worden door een verpleegkundige op de polikliniek verwijderd zodra de productie minder is dan 30ml per 24 uur. De verpleegkundige op de polikliniek plastische chirurgie verwijdert zonodig de hechtingen na ongeveer 2 weken. U krijgt hiervoor een afspraak mee bij het ontslag. U krijgt ook een afspraak voor over 3 maanden bij uw plastisch chirurg.

Op de polikliniek krijgt u uitleg over de behandeling van de littekens na een operatie. Voor de behandeling van littekens geldt: een half jaar tot een jaar goed beschermen tegen de zon. Dit doet u met een zonnebrandcrème met tenminste factor (SPF) 30. Nadat de hechtingen verwijderd zijn, en de wond goed gesloten is, raden wij u aan om de littekens dagelijks, gedurende drie maanden in te masseren met een hydraterende (litteken)crème

Leefregels na de operatie

Voor de wondgenezing is het belangrijk dat u zich aan de volgende leefregels houdt:

  • Indien bij u plakverband is aangebracht op de huid, mag u dit zelf verwijderen 5 dagen na de operatie.
  • Na de operatie mag u het aangebrachte sluitlaken of een eigen sportbeha gedurende 3 weken dag en nacht dragen. Deze mag af om te douchen. Daarna draagt u de sportbeha nog 3 weken alleen overdag. De schouderbandjes moet u vooral niet te strak aantrekken. Hierdoor zouden de protheses kunnen verplaatsen.
  • Zolang u hechtpleisters en/of hechtingen heeft, raden wij u af om in bad te gaan. Douchen mag wel, ook wanneer u nog drains heeft.
  • 2 weken na de operatie komt u voor wondcontrole bij de verpleegkundige op de polikliniek.
  • Autorijden en fietsen mag na 2 weken weer.
  • Wij raden u af om de eerste 6 weken te sporten, zwaar te tillen of zwaar werk te verrichten.

Borstvoeding
U kunt na de operatie gewoon borstvoeding geven. De prothese zit altijd achter de borstklier en heeft hierop dus geen invloed.

Onderzoek
Zelfonderzoek van de borsten kunt u gewoon uitvoeren. Ook specialistisch onderzoek (röntgenfoto, echo, scan) kan worden verricht. Het kan zo zijn dat niet de gehele borst in beeld kan worden gebracht en dat de prothese het röntgenbeeld verstoort. Vertel bij onderzoek daarom altijd dat u borstprotheses heeft.

Mogelijke complicaties en risico’s

Algemene complicaties en risico´s
Een borstvergroting heeft dezelfde algemene risico’s als een andere operatie, zoals:

  • risico’s van de narcose
  • trombose
  • een nabloeding
  • het optreden van infecties
  • lelijke littekenvorming

Specifieke complicaties en risico´s bij een borstvergroting

  • Kapselvorming: omdat de prothese niet bij het lichaam hoort (het is geen lichaamseigen materiaal) vindt een reactie plaats. Het lichaam vormt hierbij een bindweefsellaagje (kapsel) om de prothese. Dit is normaal. In ongeveer 10 tot 20 procent van de gevallen wordt dit kapsel te dik en treedt schrompeling op (kapselcontractie). De borst krijgt een afwijkende vorm, voelt hard aan en is (soms) pijnlijk. Het is niet te voorspellen bij wie dit zal gebeuren. Wel lijkt door het gebruik van geruwde protheses kapselvorming minder voor te komen. Kapselcontractie is niet gevaarlijk voor de gezondheid, maar wel lastig en vaak minder fraai. Soms is hierdoor een tweede operatie nodig.
  • In uitzonderlijke gevallen kan de prothese lek raken. Ook dan is een nieuwe operatie nodig.
  • Tijdelijke of blijvende gevoelsstoornissen in de tepel.
  • Verlies van prothese door infectie of bloeding.
  • Wij proberen uw borsten zo symmetrisch mogelijk te maken. Het kan zo zijn dat er een klein verschil tussen de beide borsten blijft bestaan of ontstaat. 

Uiteraard doen wij er alles aan om de risico’s tot een minimum te beperken. Natuurlijk verwachten wij van u dat u zich aan de leefregels houdt.

Wanneer moet u contact opnemen?

In de volgende situaties is het belangrijk dat u contact opneemt:

  • Als u na de operatie koorts krijgt boven de 38,5 ºC en als een of beide borsten geheel of gedeeltelijk warm en pijnlijk aanvoelen.
  • Bij zwelling en pijn die niet reageert op pijnstillers.
  • Bij een hevig bloedende operatiewond.
  • Bij toenemende roodheid en zwelling van het wondgebied.
  • Als de ene borst in korte tijd veel meer opzwelt dan de andere.

Kosten

Een borstvergrotende operatie en de kosten van eventuele complicaties worden niet altijd door uw ziektekostenverzekering vergoed. Het secretariaat van uw behandelend plastisch chirurg kan u informeren over de kosten.

Belangrijk

Wanneer neemt u contact op?
In de volgende situaties is het belangrijk dat u contact opneemt:

  • Als u na de operatie koorts krijgt boven de 38,5 ºC en 1 of beide borsten warm en pijnlijk aanvoelen.
  • Als de ene borst in korte tijd veel meer opzwelt dan de andere.
  • Bij pijn die niet reageert op pijnstillers.
  • Bij een hevig bloedende operatiewond.
  • Bij toenemende roodheid en zwelling van het wondgebied.

Poli plastische chirurgie, bereikbaar op werkdagen van 08:00 – 17:00 uur:
0495 - 57 26 00

Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp (SEH):
0495 - 57 26 10

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen dan kunt u contact opnemen met de poli plastische chirurgie. 

0495 - 57 26 00
Maandag t/m vrijdag:
08:30 – 16:30 uur