PDF
Stel PDF samen

Beknelde slijmbeurs

Subacromiale impingement syndroom

Orthopedie

 

Bouw van het schoudergewricht

Het schoudergewricht zit ingewikkeld in elkaar. De kop van de bovenarm (D) vormt een gewricht met de kom (E) van het schouderblad (H). De kop en de kom zijn bekleed met kraakbeen. Aan de bovenzijde wordt het gewricht beschermd door een soort dak van bot (A) en het sleutelbeen (F). Dit botdak heet het acromion.

slijmbeursbeknelling.jpg

De arm wordt bewogen met spieren (C). Deze lopen tussen het acromion (A) en de kop door. Om de spieren soepel langs het acromion te laten glijden zit hier een met slijm gevulde holte tussen, het zogenaamde slijmbeurs (B).

Beknelde slijmbeurs

Als de slijmbeurs geïrriteerd raakt zwelt deze op. Hierdoor raakt de slijmbeurs bij bepaalde bewegingen van de arm eerder bekneld. Dit veroorzaakt pijnklachten.

Oorzaak

De slijmbeurs kan door meerdere oorzaken geïrriteerd raken. Oorzaken zijn:

  • Bij jongere mensen ontstaat het vaak door overbelasting, voornamelijk bij werkzaamheden boven het hoofd.
  • Door een klein ongeval, zoals zich vertillen of een val kan een scheurtje in de spier ontstaan.
  • Bij oudere mensen is de spieraanhechting kwetsbaarder. Er ontstaan eerder scheuren. Deze genezen moeilijker. Hierdoor wordt het spieroppervlak onregelmatig en raakt de slijmbeurs sneller geïrriteerd.

Klachten

Het subacromiale impingement syndroom komt zéér veel voor. Veel voorkomende klachten zijn:

  • pijn rond het schoudergewricht bij heffen en draaien van de arm;
  • uitstralende pijn naar de elleboog of nek;
  • nachtelijke pijn bij het liggen op de arm;
  • de jas niet meer aan kunnen trekken.

Onderzoek en diagnose

Door de beschrijving van de klachten wordt de diagnose vaak al vermoed. Bij het lichamelijk onderzoek worden testjes gedaan, waardoor de klachten tijdelijk kunnen toenemen.

Meestal wordt een röntgenfoto / echo gemaakt om andere oorzaken uit te sluiten. Soms is op de foto een kalkafzetting te zien. Kalkafzettingen zijn een teken van een (genezen) peesbeschadiging.

Soms wordt een MRI (magnetische scan) gemaakt om een scheur in de spieraanhechting op te sporen en de spierkwaliteit te beoordelen. Een MRI is niet noodzakelijk voor een juiste diagnose.

Behandelingsmogelijkheden

De slijmbeursirritatie geneest meestal vanzelf door middel van rust. De genezing kan enkele weken tot maanden duren.

Bij hardnekkige irritatie worden 1 of meer injecties in de slijmbeurs gegeven. Soms wordt gebruikgemaakt van EPTE therapie. Dit is een vorm van dry needling waarbij de pees wordt aangeprikt.

Als er ernstige verkalkingen zijn, kan shockwave of barbotage (aanprikken verkalking door radioloog) worden toegepast.

Is de aandoening chronisch, dan kan tot een operatie worden besloten.

Operaties

Voorbereiding
Na het bezoek aan de orthopeed gaat u naar het planbureau om u in te schrijven voor de operatie. U krijgt een afspraak voor het bezoek aan de poli preoperatieve screening.

U bezoekt voor de operatie de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Deze kan dan al voor de operatie de beweeglijkheid van de schouder beoordelen, zodat hij u na de operatie beter kan begeleiden.

Het is noodzakelijk, dat u de dag van de operatie nuchter bent. Vanaf hoe laat u niet meer mag eten of drinken staat in de folder ‘Nuchter blijven voor een ingreep’. Deze folder krijgt u op de poli preoperatieve screening.

Zorg voor een extra kussen in bed of op de bank. Om zwelling te voorkomen is het belangrijk dat u na de ingreep uw schouder hoger laat rusten. Ook kunt u thuis een paar schone handdoeken klaarleggen. De wondjes kunnen namelijk na een kijkoperatie nog flink nalekken.

U mag geen auto besturen. Laat u door iemand brengen en halen.

De operaties
Meestal vindt de ingreep via een kijkoperatie plaats, soms wordt gekozen voor een 'open' operatie. De operatie gebeurd onder narcose. Plaatselijke verdoving is niet mogelijk, wel kan er eventueel een 'blok' worden gezet door de anesthesist.

Om vergissingen te voorkomen zet de verpleegkundige op de dag van de operatie een pijl op de te opereren schouder.

Om de beknelling van de slijmbeurs en de spieren op te heffen, is meer ruimte tussen het acromion (A) en de schouderkop (D) nodig (zie figuur).

slijmbeursbeknelling2.jpg

Kijkoperatie (Neer methode)
Tijdens de operatie worden aan de voorkant, zijkant en achterkant van de schouder sneetjes gemaakt. Via 1 sneetje wordt een dun kijkertje met een videocamera (4,5 mm) ingebracht. De andere sneetjes worden gebruikt voor instrumentjes en voor het afvoeren van de spoelvloeistof die bij de operatie wordt gebruikt.

De onderzijde van het acromion wordt afgeslepen. Hierdoor ontstaat meer ruimte.

Héél soms blijkt pas tijdens de operatie dat er sprake is van een grote spierscheur, waarvan de behandeling niet met u besproken is. De arts kan dan besluiten met de operatie te stoppen. Tijdens de controleafspraak op de polikliniek bespreekt de arts met u welke mogelijkheden er nog zijn om dit probleem te verhelpen.

Na een kijkoperatie mag u dezelfde dag naar huis. U mag naar huis als de controles goed zijn en u goed wakker bent.

'Open' operatie (open Neer)
Via een snee voor op de schouder kan de arts bij de schouderkapspieren. Deze worden voor een klein deel van het acromion losgemaakt.

De onderzijde van het acromion wordt afgezaagd. Hierdoor ontstaat meer ruimte. Na een 'open' operatie mag u de dag na de operatie naar huis.

Complicaties

Complicaties komen bij deze operatie weinig voor. U kunt een bloeding krijgen en soms komt een wondinfectie voor.

Door vochtophoping in de schouder kan een tijdelijke zenuwirritatie ontstaan. Bij hoge uitzondering kan een blijvende zenuw- of bloedvatbeschadiging en/of trombose in de arm ontstaan.

Na de operatie

Kijkoperatie
Op de schouder zit een verband / pleister. Omdat bij de operatie veel spoelvloeistof wordt gebruikt, kan er na de operatie nog wat vocht uit de wondjes komen. Ook kunnen wat druppels bloed in dit vocht zitten waardoor het lijkt of u (veel) bloed verliest. Meestal valt het echte bloedverlies wel mee. U krijgt u voor de zekerheid een recept voor absorberende gazen mee.

Als de wondjes veel 'nabloeden' mag u thuis zelf de wondgazen verwijderen en vervangen door droge gazen.

Om pijn en zwelling tegen te gaan neemt u op de avond na de operatie 1 tablet Meloxicam (= Movicox). Eventueel neemt u de volgende dag nog 1 tablet. Overleg bij maagklachten met uw huisarts of neem in plaats hiervan paracetamol.

Kijkoperatie / open operatie
Na de operatie krijgt u een mitella (draagdoek). Bij een 'open' operatie mag u de arm de eerste dag niet gebruiken. Bij beide methodes is het belangrijk om uw arm de eerste dagen te ontzien.

De eerste weken krijgt u fysiotherapie door een fysiotherapeut in het ziekenhuis of een therapeut naar eigen keuze.

De fysiotherapeut kan het beste aangeven wanneer u weer in staat bent om veilig zelf een auto te besturen. Houdt u goed aan de instructies van de fysiotherapeut. Deze vertelt precies wat u wel en niet mag. Het duurt vaak vele weken voor u de arm weer normaal kunt gebruiken.

Na 3 dagen mag u weer douchen. Doe na afloop weer een droge pleister op de wond(jes). Ga de eerste week niet in een ligbad, omdat dit meer kans geeft op wondinfecties.

Bij pijn kunt u bij voorkeur paracetamol nemen.

Weer aan het werk

Als u een betaalde baan heeft bespreekt u met uw bedrijfsarts wanneer u weer aan het werk kunt. Uw orthopeed kan en mag hierover geen uitspraken doen.

De nacontrole

Er wordt een afspraak gemaakt voor controle op de polikliniek.

Belangrijk

Voorbereiding
U bezoekt voor de operatie de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Deze kan dan de beweeglijkheid van de schouder voor de operatie beoordelen, zodat deze u na de operatie beter kan begeleiden.

Zorg voor een extra kussen in bed of op de bank. Om zwelling te voorkomen is het belangrijk dat u na de ingreep uw schouder hoger laat rusten.

Het is noodzakelijk dat u de dag van de operatie nuchter bent.

Op de dag van de ingreep mag u geen auto besturen. Laat u door iemand brengen en halen.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met:

Poli orthopedie
0495 - 57 21 60
Maandag t/m vrijdag
08:30 - 16:30 uur