Heupgewricht infiltratie

Orthopedie

De bouw van het heupgewricht

Bovenaan de hals (A) van het bovenbeen zit de heupkop (B). Deze vormt samen met de heupkom (C) het heupgewricht. De heupkom bevindt zich in het bekken (D). Rondom het heupgewricht zit het heupkapsel (E). Zowel de heupkop als heupkom zijn bekleed met een laag glad kraakbeen. Als het kraakbeen versleten raakt kunnen de gewrichtsoppervlakten steeds moeilijker langs elkaar glijden. Het bewegen wordt dan moeilijker en pijnlijker. Het slijmvlies aan de binnenzijde van het heupkapsel kan geïrriteerd raken. Dit geeft vaak pijnklachten en stijfheid.

Oorzaak

Pijn in de heup kan worden veroorzaakt door slijtage of aantasting van het kraakbeen. Oorzaken zijn onder andere natuurlijke veroudering, reuma, botbreuken aan aangeboren afwijkingen. Pijn in het heupgebied kan ook worden veroorzaakt door een irritatie van een zenuw in de rug.

Waarom wordt de ingreep verricht?

Afhankelijk van uw klachten wil de specialist vaak de hoofdoorzaak van uw klachten onderzoeken. Is dat voornamelijk de zenuw in de rug of juist meer het heupgewricht zelf? Dit kan de arts bepalen aan de hand van de mate waarin de pijn af neemt in de eerste dagen na de ingreep. Door het inspuiten van een ontstekingsremmend middel kunnen de klachten langere tijd verminderen.

Voorbereiding

Het is beter om op de dag van de ingreep niet zelf een auto te besturen. Laat u brengen en ophalen. De ingreep vindt in dagopname plaats. U zult één uur voor de injectie opgenomen worden op het dagcentrum. Vanuit hier zult u met het bed naar de operatiekamer vervoerd worden voor de injectie. U hoeft niet nuchter te blijven.

De ingreep

De ingreep wordt onder plaatselijke verdoving gedaan. Om steriel te kunnen werken wordt de behandeling uitgevoerd op de operatiekamer.

Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op de operatietafel. De heup wordt afgedekt met een steriel laken. De huid wordt met een klein prikje verdoofd. Daarna prikt de arts met een naald tot in het heupgewricht. Het heupgewricht zelf is dan nog niet verdoofd, zodat u dit kortdurend als pijn kunt voelen. De juiste plaats van de naald wordt door de arts gecontroleerd met röntgenstraling. Dit is zichtbaar op een televisie scherm waarop u zelf mag meekijken.

Hierna spuit de arts via de naald de vloeistoffen in het gewricht. Na de ingreep wordt een pleister over het prikgaatje geplakt.

Mogelijke complicaties

Er komen zelden tot nooit complicaties voor. In zeer zeldzame gevallen lukt het niet om de naald op de juiste plaats te krijgen.

Na de ingreep

Na de behandeling moet u nog 30 - 60 minuten in het ziekenhuis blijven. Hierna mag direct alles weer doen wat u kan, behalve auto rijden voor de komende 24 uur. Blijf gewoon actief. Het is niet nodig om na het onderzoek (meer) pijnstillers te nemen. U krijgt het advies om een pijndagboek bij te houden.

De nacontrole

Als de ingreep is bedoeld om de klachten met de injectie te verminderen is geen nacontrole nodig. Alleen als de arts dat nodig vindt, zal een controleafspraak worden gemaakt. Dat is dan meestal pas na 3 maanden.

Weer aan het werk

Als u een betaalde baan heeft bespreekt u met uw bedrijfsarts wanneer u weer aan het werk kunt. Uw orthopeed kan en mag hierover geen uitspraken doen.