Chronische acromio-claviculaire luxatie
Operatie
Orthopedie
U wordt behandeld aan een AC-luxatie. Deze folder kan u helpen om zich goed op de operatie voor te bereiden.
De bouw van het schoudergewricht
Het schouder gewricht zit ingewikkeld in elkaar. De kop van de bovenarm (D) vormt een kogelgewricht met de kom (E) van het schouderblad (H). De kop is veel groter dan de kom. Aan de bovenzijde wordt het gewricht beschermd door een botdakje, het acromion (A) en het sleutelbeen (C). Het sleutelbeen, ook wel clavicula genoemd, vormt een gewricht met het acromion, het AC-gewricht.
Oorzaak
Ontwrichting (luxatie) van het AC-gewricht gebeurd bijna altijd door een ongeval. Het gewrichtskapsel en de banden zijn bij een ontwrichting vaak beschadigd.
Beschadiging van het gewrichtskapsel en de banden kan zorgen voor een blijvende instabiliteit en sneller slijten van het gewricht.
Klachten
Meestal geeft een luxatie van het AC-gewricht niet lang klachten. Een speciale behandeling is niet nodig.
Mogelijke klachten zijn:
- Een bobbel op het schoudergewricht.
- Een krakend of verschietend gevoel bij belasten van de arm.
- Pijn bij steunen of slapen op de arm.
- Pijn bij reiken of boven het hoofd werken.
- Pijn bij dragen van lasten op de schouder.
Onderzoek en diagnose
Door de klachten wordt meestal al gedacht dat er een AC-luxatie is. Behalve lichamelijk onderzoek laat de arts ook röntgenfoto’s maken.. Soms krijgt u hiervoor tijdens het maken van de foto's een gewicht te dragen.
Door de testen bij het onderzoek kunnen de klachten soms tijdelijk verergeren. Meestal is voor een goed behandelingsadvies een 'proefbehandeling' met injectie(s) in het gewricht nodig.
Behandelingsmogelijkheden
Behandeling is alleen nodig als er pijnklachten zijn. Als injectietherapie en eventueel gerichte spieroefeningen bij de fysiotherapeut niet meer helpen, kan een operatie zinvol zijn. Afhankelijk van uw leeftijd en uw klachten kunnen verschillende operatieve behandelingen mogelijk zijn.
Voorbereiding
Na het bezoek aan de orthopeed gaat u naar het planbureau om u in te schrijven voor de operatie. U krijgt een afspraak voor het bezoek aan de poli preoperatieve screening
Fysiotherapeut
U bezoekt voor de operatie de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Die beoordeelt de beweeglijkheid van de schouder voor de operatie. Zo kan de fysiotherapeut u na de operatie beter begeleiden.
Extra kussen
Zorg thuis voor een extra kussen in bed of op de bank. Om zwelling te voorkomen is het belangrijk dat u na de operatie uw schouder hoger laat rusten.
Nuchter blijven
U moet voor de operatie nuchter blijven. In de folder ‘Nuchter blijven voor een ingreep’ die u op de poli preoperatieve screening krijgt staat vanaf hoe laat u niet meer mag eten of drinken.
Hoe laat u zich op de dag van de operatie moet melden staat voorop de folder. 'Niet langer dan 1 dag in het ziekenhuis'.
Geen auto besturen
Op de dag van de ingreep mag u geen auto besturen. Laat u door iemand brengen en halen.
De operatie
De ingreep gebeurt meestal in een dagopname. U mag de zelfde dag weer naar huis. Deze operatie kan alleen onder algehele narcose gedaan worden. Plaatselijke verdoving is niet mogelijk.
Open operatie
De arts maakt een 5 cm lange snede aan de voorzijde van de schouder. Dan wordt het buitenste stukje van het sleutelbeen verwijderd (gestippelde deel in de tekening). De arts plaatst een kunstmateriaal bandje dat het sleutelbeen weer naar beneden op zijn plaats trekt. De wond wordt hierna dicht gehecht. Vaak wordt voor 1 dag een slangetje in de wond achtergelaten om bloed en wondvocht weg te zuigen.
Via kijkoperatie
Via een kijkoperatie verwijderd de arts het buitenste stukje van het sleutelbeen. Dan wordt een spanbandje tussen sleutelbeen en schouderblad geplaatst. Dit spanbandje is een pees die uit uw bovenbeen (hamstring) wordt genomen om uw eigen bandjes te vervangen.
Na de operatie
Na de operatie krijgt u een draagdoek (mitella). Ook krijgt u uitleg over oefeningen voor thuis.
Bij pijn kunt u bij voorkeur paracetamol nemen. Paracetamol kunt u zonder recept bij drogist of apotheek kopen
Mogelijke complicaties
Complicaties zijn zeldzaam. U kunt een bloeduitstorting of wondinfectie krijgen. Heel zeldzaam kan een zenuw of bloedvat beschadiging ontstaan
Het herstel
Soms is fysiotherapie nodig. De arts bespreekt dit met u tijdens de controle op de poli.
Na een week mag u de draagdoek steeds meer aflaten. De eerste 6 weken na de operatie kunt u beter niet tillen met de geopereerde arm. Het kan soms maanden duren voor de schouder weer volledig belastbaar is. Soms blijft de schouder bij belasting gevoelig. Het dragen van lasten op de schouder blijft meestal onaangenaam. Soms blijft bij het reiken en steunen op de arm een 'verschietend' gevoel bestaan. Dit kan geen kwaad.
De nacontrole
U krijgt een afspraak voor controle op de polikliniek waar ook de hechtingen worden verwijderd.
Weer aan het werk
Als u een betaalde baan heeft bespreekt u met uw bedrijfsarts wanneer u weer aan het werk kunt. Uw orthopeed kan en mag hierover geen uitspraken doen.
Belangrijk
Voorbereiding
U bezoekt voor de operatie de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Deze kan dan de beweeglijkheid van de schouder voor de operatie beoordelen, zodat deze u na de operatie beter kan begeleiden.
Zorg voor een extra kussen in bed of op de bank. Om zwelling te voorkomen is het belangrijk dat u na de ingreep uw schouder hoger laat rusten.
Het is noodzakelijk dat u de dag van de operatie nuchter bent.
Op de dag van de ingreep mag u geen auto besturen. Laat u door iemand brengen en halen.
Heeft u nog vragen?
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met:
Poli orthopedie
0495 - 57 21 60
Maandag t/m vrijdag
08:30 - 16:30 uur