Operatie voor een hamerteen

Orthopedie

U wordt binnenkort behandeld aan een kromstand van de teen (de zogenaamde 'hamerteen'). Deze folder kan u helpen zich goed op deze operatie voor te bereiden.

Wat is een hamerteen?

Bij een hamerteen is er een knikstand in één gewrichtje van een teen. Hierdoor kan de teen niet meer geheel strekken. De teen gaat meestal tegen de schoen drukken, waardoor een eksteroog ontstaat.

Klachten

De aandoening kan zowel aan één als aan meerdere tenen voorkomen. Vaak zijn eksterogen pijnlijk. Soms krijgt u een ontsteking en komt er pus uit de teen.

Onderzoek en diagnose

Alleen lichamelijk onderzoek is voldoende om een juiste diagnose te stellen. Meestal wordt ook een röntgenfoto gemaakt om andere oorzaken uit te sluiten.

Behandelingsmogelijkheden

• Het eenvoudigste is, om een ruimere schoen te dragen.
• Een ander hulpmiddel is voorzichtig eelt van het eksteroog te (laten) verwijderen. Meestal nemen de klachten dan tijdelijk iets af.
• Een 3e mogelijkheid is de 'teen-orthese'. Dit is een vulstukje dat de teen ondersteunt. Het verzacht de kwaal, maar maakt de teen niet recht.
• De laatste mogelijkheid is een operatie.

Voorbereiding

Op de dag van de ingreep mag u geen auto besturen. Laat iemand met u meekomen die u na de ingreep met een rolstoel naar de auto kan brengen. U kunt bij binnenkomst, naast de draaideur, een rolstoel meenemen.

De operatie

De ingreep kan plaats vinden:

• Op de POK (poliklinische operatiekamer). Dan krijgt u een plaatselijke verdoving.
• In dagbehandeling. 

De ingreep zelf duurt ongeveer 10 minuten per teen.

Via een sneetje op de rug van de teen wordt het geknikte gewrichtje vrijgemaakt. Van beide teenkootjes wordt een stukje bot verwijderd (zie A en B in de tekening). Eventueel krijgt u een metalen of, oplosbaar pinnetje in uw teen. Soms wordt alleen het kopje verwijderd. Hierna wordt het wondje weer gehecht.

Na afloop is de teen recht en groeien de kootjes aan elkaar vast met littekenweefsel (C).

Na de operatie

Ontzie uw voet de eerste 3 dagen na de operatie zoveel mogelijk door:

• Veel met de voet omhoog te zitten (bijvoorbeeld op de bank.
• Het lopen te beperken tot toilet, wassen en eten.
• Steun bij het lopen alleen op de hiel. Het gebruik van krukken is niet nodig.
• U krijgt eventueel een voorvoet ontlastende schoen via de gipskamer.
• Doe het blauwe slofje thuis uit om week worden van de huid, door transpiratie, te voorkomen.

De 2e dag na de ingreep mag u het verband van de teen verwijderen en een pleister over het wondje plakken.

De pijn valt na de operatie meestal mee. Bij pijn kunt u bij voorkeur Paracetamol nemen. Paracetamol kunt u zonder recept bij drogist of apotheek kopen.

Mogelijke complicaties

Complicaties komen bij deze operatie zelden voor. Bloedingen en soms een wondinfectie kunnen optreden.

Het herstel

De teen blijft na de operatie vaak nog vele maanden wat dikker en warmer. Dat is normaal.

Het litteken op de teen kan tot 6 weken na de ingreep pijnlijk blijven. Het dragen van (strak) schoeisel is de eerste weken meestal niet goed mogelijk.

De nacontrole

Er wordt een controle afspraak voor de polikliniek gemaakt. De hechtingen worden na 10 tot 14 dagen verwijderd.

Weer aan het werk

Als u een betaalde baan heeft bespreekt u met uw bedrijfsarts wanneer u weer aan het werk kunt. Uw orthopeed kan en mag hierover geen uitspraken doen.