Behandeling van de schildkliercyste door echogeleide ethanolablatie

Medische beeldvorming

Voor u is een behandeling van uw schildkliercyste afgesproken op de afdeling medische beeldvorming. Uw arts heeft u hier al iets over verteld. In deze folder leggen wij uit hoe het onderzoek verloopt en worden mogelijke complicaties en bijwerkingen beschreven.

Bent u zwanger? Dan moet het onderzoek worden uitgesteld tot na de zwangerschap.

Wat is ethanolablatie?

Ethanolablatie is een medische procedure die gebruikt wordt voor de behandeling van goedaardige cysteuze schildkliernodi of schildkliercysten, die klachten veroorzaken. Het doel van de behandeling is om de nodus/cyste te verkleinen en daarmee de klachten te verminderen, zonder dat een operatie nodig is.

Procedure

Tijdens een ethanolablatieprocedure wordt met behulp van echografie een holle naald ingebracht in de cyste/nodus. Aanwezig cystevocht wordt verwijderd (opgezogen). Vervolgens wordt de nodus/cyste enige tijd gespoeld met ethanol (alcohol). Het ethanol veroorzaakt chemische beschadiging van de cystewand. Dit leidt tot verschrompeling van de nodus/cyste waardoor de kans kleiner is dat cystevocht terugkomt. Het kan zijn dat meerdere behandelingen nodig zijn om het gewenste resultaat te bereiken. Ethanolablatie wordt uitgevoerd door een radioloog. Dit is een arts gespecialiseerd in radiologische onderzoeken en behandelingen.

Risico’s

Bij elke behandeling is er een risico op complicaties en bijwerkingen.

Complicaties treden zelden op. Als er complicaties optreden zijn ze vrijwel altijd van tijdelijke aard. Mogelijke complicaties na ethanolablatie zijn:

• Bloeding (blauwe plek)
• Ontsteking
• Stemverandering

Mogelijke bijwerkingen van de ethanolablatie:

• Lokale pijn tijdens en direct na de behandeling. Soms is er enige uitstralende pijn naar de hals, kaak, tanden of naar het oor na het inbrengen van ethanol.
• Binnen 1 à 2 weken na de behandeling kan de cyste zich weer vullen met vocht (seroom). Dit verdwijnt vaak weer binnen enkele weken. Als dit niet vanzelf verdwijnt en u krijgt weer klachten van de zwelling dan kan de behandeling herhaald worden.

Voorbereiding

• Bespreek vooraf met uw eigen dokter welke medicijnen u eventueel moet stoppen. 
• We adviseren u op de dag van de behandeling een blouse of overhemd te dragen. Draag geen kleding die u over het hoofd moet aan- en uitrekken.
• U mag eten en drinken voorafgaand aan de behandeling.

Hoe verloopt de behandeling?

Tijdens de behandeling ligt u op een onderzoekstafel met het hoofd iets achterover. Met behulp van echografie bepaalt de radioloog de exacte plaats van de cyste in uw schildklier. Rondom de cyste spuit de radioloog vervolgens een verdovingsmiddel in, waardoor de behandeling minder pijnlijk is. Bij de prikplek wordt de huid goed schoongemaakt en de prikplek wordt afgedekt met een steriele doek.

De radioloog prikt vervolgens de cyste met een holle naald aan, zodat het vocht uit de cyste kan worden gehaald. Via dezelfde naald spuit de radioloog nu ethanol (alcohol) terug. Tijdens de behandeling vraagt de radioloog u regelmatig om te praten. Zo kan de radioloog nagaan of u geen hinder van de behandeling ondervindt.

Na verwijdering van het ethanol zal ook de naald worden verwijderd en wordt de prikplek afgedekt met een pleister. De behandeling duurt ongeveer 20 minuten.

Nazorg

• Na de behandeling neemt u plaats in de wachtruimte. Na een half uur komt de assisterend laborant informeren hoe het met u gaat. Als u geen klachten heeft mag u naar huis.
• De pleister die op de punctieplaats is aangebracht, kunt u na een paar uur al verwijderen.
• Het is mogelijk dat u na de behandeling een bloeduitstorting krijgt.
• Als u pijnklachten krijgt nadat de verdoving is uitgewerkt, kunt u een paracetamol innemen.

Wanneer contact opnemen?

Neem contact op met uw arts als u last krijgt van ernstige pijn, aanhoudende zwelling, of koorts krijgt.