MRI-geleide biopsie van de borst
Medische beeldvorming
U heeft eerder een MRI-onderzoek (Magnetic Resonance Imaging) van uw borsten gehad waarop een afwijking is gezien. Om precies te weten wat er aan de hand is heeft uw arts een tweede MRI- onderzoek aangevraagd. Tijdens dit tweede MRI-onderzoek wordt de afwijking in de borst aangeprikt om er stukjes weefsel uit te halen (biopsie). In deze folder kunt u lezen wat het onderzoek inhoudt.
Voorbereiding
- U kunt voor het MRI-onderzoek normaal eten en drinken.
- Trek een goed passende (sport) beha aan voor extra steun na de behandeling.
- Het heeft onze voorkeur om alle sieraden af te doen tijdens het onderzoek. Een piercing gemaakt van zilver, goud of andere edelmetalen kan in principe blijven zitten, de magneet van de MRI heeft hier geen invloed op.
- Een piercing in de tepel moet wel worden verwijderd. Een piercing in de tepel heeft invloed op het onderzoek van de borsten (MRM), het kan de waarden van de aankleuring beïnvloeden.
- Neem een jogging / pyjama broek mee waar geen metaal in zit.
- U krijgt van de laborante een jasje om u bovenlichaam te bedekken.
- U krijgt tijdens het onderzoek oordoppen en/of een hoofdtelefoon vanwege het geluid dat de MRI maakt. Indien u zelf oordoppen heeft zonder metaal kunt u deze meenemen.
Contrastvloeistof
U krijgt tijdens het MRI-onderzoek contrastvloeistof toegediend. De contrastvloeistof zorgt ervoor dat verschillen tussen weefsels zoals bijvoorbeeld afwijkingen en normaal weefsel op een MRI-onderzoek beter te zien zijn.
Om contrastvloeistof toe te dienen krijgt u een infuus in de arm. Halverwege het onderzoek wordt er contrastvloeistof toegediend. U merkt hier meestal niets van, maar het is mogelijk dat u een koud gevoel in de arm of een vreemde smaak in de mond krijgt. Deze gevoelens verdwijnen meestal na enkele seconden.
Na het onderzoek wordt het infuus verwijderd. Hebt u ooit een allergische reactie gehad tijdens of na een MRI-onderzoek, wilt u dan contact opnemen met het ziekenhuis? De radioloog kan dan in overleg met uw behandelend arts eventueel maatregelen nemen. Ook als uw nieren niet goed werken vragen wij u dit door te geven aan uw behandelend arts.
Onderzoek
- De laborante neemt u mee naar de onderzoeksruimte / kleedkamer. U moet alle mogelijke metalen voorwerpen in de kleedkamer achterlaten.
- Het infuus wordt ingebracht op de onderzoekstafel van de MRI, hierna gaat u op uw buik op de onderzoekstafel liggen. In de tafel zit een uitsparing waar uw ontblote borst in hangt. De borst waarin geprikt moet worden ligt vastgezet zodat deze niet meer kan bewegen tijdens het onderzoek.
- U moet de armen naar boven of naar beneden langs het lichaam laten liggen. Uw hoofd ligt op een kussen met een uitsparing.
- U krijgt een alarmbel (rubberen balletje) mee in de MRI, in geval van nood kunt u hiermee de laborante waarschuwen. De laborante legt uit wanneer u het balletje kunt gebruiken.
- Als u goed ligt, schuift de laborant de onderzoekstafel de MRI in en begint het onderzoek. Tijdens het onderzoek hoort u verschillende soorten geluid. Om dit geluid te dempen krijgt u oordopjes en een hoofdtelefoon. Het is mogelijk om via de hoofdtelefoon de radio te beluisteren. Toch hoort u meestal het geluid van de MRI boven de muziek uit.
- Tijdens het onderzoek worden meerdere opnamen gemaakt, deze verschillen van tijdsduur. Een opname kan 20 seconden maar ook 5 minuten duren. Als het geluid stopt is één opname klaar. Tijdens de opnamen en tussen de opnamen door moet u stil blijven liggen.
- Wanneer de eerste series zijn gemaakt wordt u uit de MRI geschoven. U moet heel stil blijven liggen.
- De radioloog heeft op de computer bepaald waar er gebiopteerd moet worden. De borst wordt nu schoongemaakt met alcohol, dit kan een beetje koud aanvoelen. Daarna krijgt u een verdovingsprik door de radioloog.
- Vervolgens wordt de punctienaald in de betreffende borst ingebracht. Er wordt nu een controle opname gemaakt om te kijken of we op de goede plek zitten. Dit duurt ongeveer 1,5 minuut.
- Soms is het nodig om de de positie van de naald daarna iets aan te passen.
- Als de naald op de juiste plaats zit wordt u weer uit de MRI geschoven en worden er enkele biopten genomen.
- De radioloog plaatst vervolgens een marker in de borst (een klein titanium korreltje) die aangeeft waar de biopten zijn genomen. Deze marker kan zonder bijwerkingen in de borst achterblijven.
- Hierna wordt nogmaals een controle opname gemaakt. U wordt dus weer in de MRI geschoven, dit duurt ongeveer 1,5 minuut.
Het onderzoek is nu klaar. Het infuus wordt verwijderd en de plek van de biopsie wordt zorgvuldig dichtgedrukt om een eventuele bloeding te voorkomen. Daarna wordt het wondje (enkele millimeters groot) behandeld met o.a. 'zwaluwstaartjes' en een pleister. De stukjes weefsel worden na het onderzoek naar de afdeling pathologie gestuurd om onderzocht te worden.
Het onderzoek duurt 1 uur.
Na het onderzoek
U moet er rekening mee houden dat de borst na de procedure wat gevoelig en/of blauw kan worden. Een koud kompres kan de zwelling wat verminderen. Bij pijn kunt u paracetamol gebruiken (géén aspirine, géén ibuprofen of andere pijnstillers vanwege een bloed verdunnende werking).
Advies voor de rest van de dag van de biopsie is niet te douchen en geen sporten en/of zware arbeid te verrichten. De borst ervaart steun na de biopsie door een stevige beha te dragen (ook ’s nachts). Het is verstandig de zwaluwstaartjes en de wondpleister enkele dagen te laten zitten.
Bijwerkingen
Regelmatig treedt er na de punctie een onderhuidse nabloeding op. Dit ziet eruit als een blauwe plek, die na verloop van enkele weken weer wegtrekt. Bij langdurige pijn of zwelling verzoeken wij u contact op te nemen met uw huisarts of ons ziekenhuis.
Uitslag
De uitslag van de biopten krijgt u via uw behandelend arts.
Heeft u nog vragen?
Wij vinden het erg belangrijk dat u het ons laat weten als u vragen heeft of zich zorgen maakt. Wij staan altijd voor u klaar om uw vragen te beantwoorden.
Telefoon: 0495 - 57 21 40
Belangrijk
Neem contact op met de mammapoli bij:
- roodheid;
- zwelling van de borst;
- koorts
Blijft het wondje flink nabloeden, probeer het dan zelf ongeveer 20 minuten dicht te drukken. Helpt dat niet neem dan contact op met de mammapoli.
0495 - 57 20 80
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp:
0495 - 57 26 10
Heeft u vragen?
Heeft u na het lezen van de folder nog vragen? Of heeft u na de behandeling problemen, dan kunt u contact opnemen met:
Mammapoli:
0495 – 57 20 80
Afdeling medische beeldvorming:
0495 – 57 21 40