PDF
Stel PDF samen

Immunotherapie

Longgeneeskunde

In deze folder vindt u informatie over immunotherapie bij longkanker. De folder is bedoeld als aanvulling op de informatie die u van uw behandelend longarts gekregen heeft. Wanneer u nog vragen heeft na het lezen van deze folder, aarzel dan niet om contact op te nemen met een arts of verpleegkundige.

De rol van het immuunsysteem

Het immuunsysteem bestaat uit organen, gespecialiseerde cellen en stoffen die samenwerken en het lichaam verdedigen tegen invloeden waar we ziek van kunnen worden. Dat kunnen ziekmakers zijn van buitenaf, zoals bacteriën, virussen, gifstoffen en parasieten, maar ook ‘inwendige’ ziekmakers, zoals kanker. Om het lichaam en de gezondheid te beschermen is het dus belangrijk dat het immuunsysteem goed functioneert.

Het immuunsysteem en de link met kanker

Het afweersysteem speelt een belangrijke rol bij het voorkomen van kanker. In het lichaam ontstaan iedere dag ongeveer 100 kankercellen. Als die ongestoord hun gang zouden kunnen gaan, zouden ze zich snel vermenigvuldigen. Het afweersysteem spoort deze kwaadaardige cellen meestal tijdig op en maakt ze onschadelijk.

Het kan ook gebeuren dat het afweersysteem kankercellen niet onschadelijk kan maken. Kankercellen hebben namelijk een aantal manieren om aan de controle van het afweersysteem te ontsnappen. Door wetenschappelijk onderzoek wordt steeds meer duidelijk over de manier waarop kankercellen dat doen. Bijvoorbeeld doordat ze zich verstoppen, zich verbergen of simpelweg de aanval van het afweersysteem weten te overleven.

Wat is immunotherapie en immuno-oncologie?

Onder immunotherapie vallen alle behandelingen die het afweersysteem versterken en activeren zodat het afweersysteem de kanker aanvalt. Hierbij worden medicijnen worden gebruikt die de natuurlijke afweerreactie van uw lichaam tegen kankercellen stimuleren. De medicijnen worden ook wel immunotherapie genoemd. Immunotherapie stimuleert het afweersysteem kankercellen te doden.

Immuno-oncologie werkt dus niet direct op kankercellen maar is gericht op het afweersysteem. Dit is uniek aan immuno-oncologie.

Wat maakt immunotherapie anders?

Behandelingen tegen kanker zijn bijna altijd gericht op het verwijderen van tumoren. Immunotherapie richt zich niet op de tumor maar op het eigen afweersysteem. De medicijnen zorgen ervoor dat het afweersysteem de kankercellen aanvalt.

  • Chemotherapie is een behandeling van kanker met medicijnen die cellen doden of de celdeling remmen. Deze medicijnen worden ook wel cytostatica genoemd.
  • Doelgerichte behandeling is een behandeling waarbij medicijnen de celdeling van kankercellen remmen of kankercellen doden. Doelgerichte therapie wordt ook wel targeted therapy genoemd.
  • Bestraling is een behandeling waarbij straling wordt gebruikt om kankercellen te vernietigen. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie.

Hoe werkt immunotherapie bij kanker?

Immunotherapie bij kanker activeert afweercellen, de zogeheten T-lymfocyten, de belangrijkste cellen van het afweersysteem. Concreet betekent dit dat als de behandeling aanslaat, de T-lymfocyten nog lange tijd door kunnen gaan met het vernietigen van kankercellen. Soms groeit de tumor eerst nog, maar dat wil niet per se zeggen dat de behandeling niet werkt! Het is een langdurig proces waarvan het effect achteraf pas zichtbaar is. Artsen passen dan ook de criteria om het effect van de behandeling te bepalen steeds meer aan. Het duurt een paar weken voordat het effect van de behandeling kan worden beoordeeld. Het immuunsysteem versterken, kost nu eenmaal tijd.

Wat kunt u verwachten van immunotherapie?

Het kan zijn dat behandelingen die werken op het immuunsysteem niet onmiddellijk na de toediening een meetbare impact hebben op de tumorgroei. Soms moeten patiënten verschillende weken tot maanden wachten voordat beoordeeld kan worden of ze goed op de behandeling reageren. Hoelang dat duurt verschilt per persoon en is vooraf niet te voorspellen.

Immunotherapie-long-2.jpg

 Patronen van tumorrespons op immuno-oncologie:

  • Onmiddellijke respons. De tumor wordt meteen kleiner.
  • Tumor verkleint niet, maar de tumorgroei wordt vertraagd.
  • Vroege, niet waarneembare tumortoename.
  • Tumorafname na eerdere waarneembare toename. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door T-cellen die op de tumor al zijn gekomen.

Bijwerkingen van immunotherapie

Vooraf is niet te zeggen hoe iemand op immunotherapie reageert. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, andere maar weinig. De ernst van de bijwerkingen zegt meestal niets over het resultaat van de behandeling. Dus als iemand veel last heeft van bijwerkingen, wil dat niet zeggen dat de immunotherapie goed ‘aanslaat’. En als iemand weinig bijwerkingen heeft, betekent dat niet dat de behandeling weinig doet tegen de ziekte.

Het is belangrijk om klachten te bespreken met uw longarts. Die kan eventueel medicijnen voorschrijven die helpen tegen de klachten of indien nodig, een tijdelijke behandelpauze inlassen.

Immunotherapie stimuleert het immuunsysteem. Soms zorgt dat ervoor dat het afweersysteem het eigen lichaam gaat aanvallen (auto-immuniteit). Bepaalde organen kunnen dan ontstoken raken, zoals de lever, de darmen, de huid, de maag of de klieren die hormonen produceren.

Mogelijke bijwerkingen

van immunotherapeutische geneesmiddelen

  • Problemen met uw longen, zoals ademhalingsproblemen of hoesten. Dit kunnen verschijnselen zijn van een longontsteking.
  • Ontstekingen van de lever (hepatitis). Klachten en symptomen van hepatitis zijn bijvoorbeeld afwijkingen in leverfunctietests, geel worden van ogen of huid (geelzucht), pijn aan de rechterkant van uw maagstreek of vermoeidheid.
  • Ontsteking of problemen met uw nieren. Klachten en symptomen zijn bijvoorbeeld afwijkingen in nierfunctietesten of minder urine produceren.
  • Problemen met je hormoonproducerende klieren (waaronder de hypofyse, schildklier en de bijnieren) die invloed kunnen hebben op de werking van deze klieren. Klachten en symptomen die aangeven dat je klieren niet goed werken zijn bijvoorbeeld vermoeidheid (extreme moeheid), gewichtsverandering of hoofdpijn en verstoord gezichtsvermogen.
  • Diabetes (symptomen zijn onder andere buitensporige dorst, toename in hoeveelheid urine, toename van eetlust met gewichtsverlies, vermoeidheid, sufheid, zwak zijn, depressief zijn, snel geïrriteerd zijn en zich over het algemeen niet lekker voelen) of diabetische ketoacidose (zuur in het bloed veroorzaakt door diabetes).
  • Ontsteking van de huid die uitslag en jeuk kan veroorzaken.

Bijwerkingen kunnen zowel tijdens als na het gebruiken van het geneesmiddel optreden. Daarom wordt goed in de gaten gehouden hoe het met u gaat. Soms kunnen klachten en symptomen vertraagd optreden en zich weken of maanden na de laatste toediening ontwikkelen. Voorafgaand aan de behandeling controleert uw longarts uw algemene gezondheid. Er worden tijdens uw behandeling ook bloedonderzoeken uitgevoerd.

Vertel het uw longarts als u:

  • een auto-immuunziekte heeft (een aandoening waarbij het lichaam zijn eigen cellen aanvalt);
  • een oogmelanoom heeft;
  • eerder een immunotherapeutisch geneesmiddel heeft gekregen, en u ernstige bijwerkingen heeft ervaren door dat geneesmiddel;
  • is verteld dat de kanker is uitgezaaid naar uw hersenen;
  • in het verleden een longontsteking heeft gehad;
  • geneesmiddelen heeft gebruikt om uw afweersysteem te onderdrukken.  

Als het nodig is kan de longarts u corticosteroïden voorschrijven. Dit zijn ontstekingsremmende middelen. Ze gaan de overdreven reactie, van het afweersysteem tegen het eigen lichaam, tegen.

In sommige gevallen kunnen de corticosteroïden worden gecombineerd met andere geneesmiddelen die de werking van het immuunsysteem beperken (immunosuppressiva).

  • De meeste bijwerkingen kunnen door een correcte en tijdige behandeling onder controle gebracht worden.
  • Bij zeer ernstige bijwerkingen kan het nodig zijn om te stoppen met de behandeling.
  • Probeer deze symptomen niet zelf te behandelen met andere geneesmiddelen.

Aarzel niet contact op te nemen bij vragen, twijfels, mogelijke symptomen en/of bijwerkingen tijdens openingstijden van de polikliniek.

Heeft u nog vragen?

Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de poli longgeneeskunde of de spoedeisende hulp.

Longgeneeskunde
Maandag t/m vrijdag
09:00 – 11:30 uur
14:00 – 16:00 uur
0495 - 57 21 90

Bij spoedeisende klachten buiten de openingstijden neemt u contact op met:
Spoedeisende hulp (SEH)
0495 - 57 26 10