PDF
Stel PDF samen

Operatie aan de neusbijholten

FESS: Functional Endoscopical Sinus Surgery

Keel-neus-en oorheelkunde

Uw KNO arts heeft voorgesteld om een neusoperatie te laten doen vanwege reuk en/of neusklachten. Het doel van een neusbijholte operatie is het verwijderen van een chronische ontsteking en de eventueel aanwezige neuspoliepen. In deze folder kunt u lezen wat de neusbijholten zijn en hoe de voorbereiding, de operatie en de nazorg eruit zie.

Wat zijn neusbijholten?

Neusbijholten zijn holle ruimten (sinussen) in het hoofd. Ze bevinden zich boven en naast de neus en staan in directe verbinding met de neusholte. De meest bekende holten zijn de voorhoofdsholten boven de ogen en de kaakholten achter de wangen.

Minder bekend maar zeker zo belangrijk zijn de holten in het zeefbeen. Deze zeefbeenholten bestaan uit een systeem van vele kleine holten. Ze bevinden zich aan beide kanten tussen de neusholte en de oogkas. De neusbijholten zijn bekleed met hetzelfde slijmvlies als in de neus. Tussen bijholte en neus zit een kleine opening. Hierdoor is de druk in de bijholte gelijk aan de druk in de buitenlucht.

Neusbijholten-ok.jpg

Waarom een operatie aan de neusbijholten?

De opening tussen de bijholte en de neus kan verstopt raken door bijvoorbeeld verkoudheid, poliepen, allergie of een scheef neustussenschot. Er ontstaan dan problemen als onderdruk, vochtophoping, slijmvlieszwelling en ettervorming. Hierdoor kunt u klachten krijgen zoals hoofdpijn, snotneus, hoesten, slechthorendheid en verergering van een eventueel bestaande bronchitis.

Als een ontsteking aan de bijneusholten niet geneest ondanks intensieve therapie met bijvoorbeeld medicijnen of spoelingen, dan spreekt men van een chronische ontsteking. Het kan een op zichzelf staande ontsteking zijn van één bijholte, er kunnen ook meerdere bijholten tegelijk ontstoken zijn. Vooral in het geval van een chronische ontsteking van de zeefbeenholten kunnen ook de kaakholten en eventueel zelfs de voorhoofdsholten geblokkeerd en ontstoken raken.

Zo’n ontsteking is meestal de belangrijkste reden voor een operatie aan de neusbijholten. De centrale positie van het zeefbeen speelt daarbij in het algemeen een belangrijke rol.

Voorbereiding

Het planbureau regelt de opname- en operatieplanning. Ook krijgt u via deze afdeling een afspraak voor de poli preoperatieve screening in verband met de narcose. Meestal krijgt u 1 à 2 weken voor de operatie van het planbureau de opnamedatum door. Ook krijgt u informatie over nuchter blijven, zie pagina Nuchter blijven voor de ingreep. Normaal gesproken wordt u opgenomen op de dag van de operatie.

10 dagen vóór de ingreep moet u, in overleg met uw arts, stoppen met het gebruik van acetylsalicylzuur. Dit zuur remt de bloedstolling, waardoor wonden langer kunnen nabloeden. Acetylsalicylzuur zit bijvoorbeeld in Aspirine, Ascal, acetosal en Witte kruispoeders. Mogelijk heeft uw specialist een medicijn voorgeschreven dat acetylsalicylzuur bevat. Neem in dat geval contact met hem of haar op. Paracetamol bevat geen acetylsalicylzuur, dit mag u dus wel gebruiken.

Indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, zoals Ascal, Marcoumar of Sintrom mitis, meldt dit dan aan de specialist. Het gebruik van dergelijke medicijnen wordt in principe vóór de operatie tijdelijk gestopt.

Dag van de operatie

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de afdeling waar u wordt opgenomen. Na een opnamegesprek met de verpleegkundige krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie. Het is belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is.

Operaties aan de kaakholten
Als medicamenten en kaakspoelingen niet helpen, zijn de volgende operaties mogelijk:

Drainage
Deze operatie gebeurt vooral bij kleine kinderen. Tussen de neus en de kaakholte wordt een buisje gelegd. Door het buisje kan de kaakholte enkele malen per dag worden gespoeld. Het kind blijft voor de behandeling enkele dagen in het ziekenhuis. Wanneer de spoelvloeistof helder is, worden de buisjes verwijderd.

Operatie aan het neustussenschot (septumcorrectie)
Deze operatie gebeurt meestal als een neus verstopt is (mede) door een afwijkende stand van het neustussenschot. Soms gebeurt de operatie ook voorafgaand aan een anderen ingreep, om beter zicht op andere afwijkingen (achter) in de neus te krijgen.

De operatie begint met het maken van een snede in één neusgat. Van hieruit wordt aan beide zijden van het tussenschot het slijmvlies losgemaakt. Dit slijmvlies is in beide neusgaten de 'bekleding' van het tussenschot. Ook de verbinding tussen het kraakbenig en het benige deel van het tussenschot wordt verbroken. Daardoor kan de arts het benige deel dat zich grotendeels achter in de neus bevind beter zien. Hier komen vaak  (bot-)afwijkingen voor. Deze worden verwijderd, terwijl afwijkingen aan het kraakbenige deel zoveel mogelijk worden gespaard (na chirurgische correctie). Staat het tussenschot recht dan wordt de snede weer met zelf oplossende hechtingen gesloten.

Operatie aan de neusschelpen (conchotomie / conchoablatie)
In de neus bevinden zich 6 benige neusschelpen: in ieder neusgat 3 boven elkaar, waarover slijmvlies ligt. Het komt nogal eens voor dat dit slijmvlies zeer sterk gezwollen is en blijft. Om een zo goed mogelijke (neus-) ademhaling te krijgen is het soms wenselijk van de onderste (en grootste) neusschelp het slijmvlies te behandelen. Dit kan door een deel te verwijderen of te laten krimpen door verlittekening.

Antrostomie (infundibulotomie)
Er wordt een opening gemaakt in de middelste neusgang, tussen de neus en de kaakholte. Zo kan er weer lucht in de bijholte komen. Bovendien kan de kaakholte via deze opening worden gespoeld of schoon gezogen, zonder dat er geprikt hoeft te worden. U kunt na één dag weer naar huis. De nabehandeling bestaat uit het spoelen, druppelen of sprayen van de neus. Eventueel kan de arts u een neuszalf en antibiotica voorschrijven. Soms is er na de ingreep een verdoofd gevoel aan de voortanden. Dit gevoel verdwijnt na enkele weken tot enkele maanden.

Luc-operatie
De kaakholte wordt vanuit de mond geopend; onder de bovenlip, boven de tanden. Het slijmvlies dat te ziek is om te kunnen genezen wordt verwijderd. Pijn na de operatie komt weinig voor. Wel kan de wang opzwellen. Na de ingreep zitten er onder de bovenlip enkele hechtingen, die vanzelf verdwijnen. Probeer om niet met uw tong aan deze hechtingen te peuteren. In uw neus zitten neustampons. Een eventuele gebitsprothese kunt u de dag na de operatie weer dragen. 1 - 3 dagen na de operatie mag u naar huis. De nabehandeling bestaat uit het spoelen, druppelen of sprayen van de neus. Eventueel kunt u neuszalf en antibiotica gebruiken. U komt nog enkele malen terug naar de poli om de kaakholte te laten uitzuigen of spoelen. Dit is niet pijnlijk.

Operatie aan andere bijholten, meestal endoscopisch
Om het operatiegebied goed te kunnen zien kan uw KNO-arts gebruik maken van een endoscoop. Dit is een klein buisje met een uitgebreid stelsel van lenzen, waardoor nauwkeurig de inhoud van de neus bekeken kan worden. De KNO-arts brengt de endoscoop door de neusopening naar binnen. Daarna worden speciale instrumenten ingebracht. Hiermee kunnen de neusholten worden opengelegd en bijvoorbeeld poliepen verwijderd. Met de endoscoop is goed te zien waar de ontsteking zit en welke gebieden met rust kunnen worden gelaten.

Een endoscopische operatie gebeurt dus via de neusholte, er ontstaat geen litteken aan de buitenkant. De wondjes worden niet gehecht, maar genezen vanzelf. Als de operatie klaar is, wordt meestal een gaasverband / tampon in beide neusgaten gedaan. Dit is om nabloeden te voorkomen.

Uitruiming etmoïdcellen (ethmoïdectomie)
De etmoïdcellen zijn kleine holtes, ook wel zeefbeenholten genoemd. Ze zitten tussen het bovenste deel van de neus en de oogkas. Neuspoliepen ontstaan meestal vanuit deze cellen. De holten kunnen worden verruimd vanuit de neus, zodat er geen verdere poliepvorming kan ontstaan. Na de ingreep kan de neus tijdelijk bloeden. De nabehandeling bestaat uit het spoelen, druppelen of sprayen van de neus. Eventueel kan de specialist u corticosteroïdspray en antibiotica voorschrijven.

Drainage van de voorhoofdsholte
Soms is een ontsteking van de voorhoofdsholte niet te genezen met medicamenten en/of kleine ingrepen aan de neus. De holte wordt dan van buitenaf opengemaakt door een sneetje in de wenkbrauw. In de opening worden 1 of 2 kunststofbuisjes geplaatst. Deze blijven daar ongeveer 1 week zitten. Soms is het nodig de holte door deze buisjes te spoelen. Wanneer de spoelvloeistof helder is, worden de buisjes verwijderd. U kunt dan naar huis, meestal 3 à 4 dagen na de ingreep. Pijn na de ingreep komt vrijwel niet voor. De hoofdpijn die vaak aanwezig was vóór de operatie, is geheel verdwenen.

Voorkoming van ontstekingen aan de bijholten

U wilt een ontsteking aan de bijholte zo snel mogelijk laten genezen of in de toekomst voorkómen. Misschien is de vorm of de doorgankelijkheid van uw neus zo slecht, dat herhalingen van een holteontsteking te voorspellen zijn. Dan word een correctie aan uw neus geadviseerd. Dit kan een inwendige- of een uitwendige correctie zijn. Ook kan allergie een rol spelen. Dit kan worden uitgezocht. Mogelijk zijn er nog andere factoren die een rol spelen. Uw arts kan u daarover meer vertellen.

Na de operatie

Van het gaasverband of de tampons krijgt u een drukkend gevoel in de neus en soms wat hoofdpijn. U kunt niet door de neus ademen en krijgt daardoor een droge mond. Ook is het mogelijk dat uw ogen tranen. De onderkant van de neus is bedekt met een gaasje. De verpleegkundige verschoont dit regelmatig. De pijn na de operatie is meestal gering en helpen pijnstillers goed.

De neustampons worden na 3 dagen verwijderd (tenzij bij u oplosbare tampons gebruikt zijn). Dit kan even vervelend zijn. Als de neustampons langer moeten blijven zitten kunt u toch naar huis. U krijgt dan een afspraak mee om de neustampons te verwijderen.

Na de operatie is uw neus zeker nog niet genezen. Eigenlijk begint de genezing dan pas. De ontstekingsproducten kunnen nu namelijk voor het eerst de neusbijholten verlaten. Uw arts vertelt u wat u zelf kunt doen om dit te verbeteren.

De eerste dagen na de operatie kan er een beetje vers bloed of wat bloederig slijm uit uw neus komen. Soms ook oude bloedresten. Dit stopt meestal na enige tijd vanzelf.

Het schoonhouden (spoelen) van uw neus is erg belangrijk. Dit moet in overleg met de arts gebeuren. De verpleegkundige leert u hoe u uw neus het beste kunt spoelen. Door het spoelen kan het slijmvlies van de holten weer tot rust komen. Verderop in deze folder leest u het meer over neusspoelen met zoutwater. U mag de eerste 2 weken na de operatie uw neus niet snuiten. In de plaats van te snuiten kunt u beter uw neus ophalen. Dit voorkomt dat lucht en ontstekingsproducten buiten het zeefbeen geperst worden.

Opnameduur

De opname duurt meestal 1 - 2 dagen. In het geval van sinusdrains is dit 3 - 4 dagen. De controleafspraak is meestal na 1 week.

Adviezen voor thuis

Mogelijk voelt u zich de eerste dagen thuis nog niet zo fit. Dit komt onder andere door de narcose die u heeft gehad. Bij pijn kunt u paracetamol 500 mg innemen, maximaal 6 x daags. Gebruik de eerste 2 weken na de operatie alleen paracetamol. Dus geen aspirine, Ascal, acetosal of Witte kruispoeders. In overleg met uw KNO arts kunt u 2 weken na de operatie acetylsalicylzuur weer innemen.

U kunt met lichte activiteiten beginnen en deze uitbreiden zonder te forceren. Overleg bij de eerstvolgende controle met de KNO-arts wanneer u weer kunt gaan werken, naar school gaan of sporten. Het is verstandig om niet te roken omdat dit de wondgenezing van het slijmvlies nadelig beïnvloedt.

Voorkomen van drukverhoging in de neus
De eerste 2 weken na de operatie is het, bij gemakkelijk bloeden of hoofdpijnklachten, verstandig om te voorkomen dat er drukverhoging in de neus ontstaat. Dit kunt u voorkomen door:

  • Niet te bukken, te tillen en te persen;
  • U mag de neus niet snuiten wel zachtjes ophalen;
  • Niezen met de mond open. Als u veel moet niezen kunt u de huisarts om medicijnen hiertegen vragen.

Voorkomen van bloedvatverwijding (bij gemakkelijk bloeden)
Door warmte ontstaat verwijding van de bloedvaten waardoor een bloeding kan optreden. Dit kunt u voorkomen door:

  • Niet te heet te douchen;
  • Eten en drinken iets te laten afkoelen;
  • Geen gebruik te maken van sauna en/of zonnebank;
  • De eerste 3 dagen niet in de zon te gaan lopen of zitten.

Is er een kans op complicaties?

Bij iedere operatie, ook een operatie aan de neus, zit enig risico. Er kan bijvoorbeeld een infectie optreden of een onverwachte bloeding.

Daarnaast zijn er specifieke complicaties voor deze ingreep:

  • Soms kunnen er neusbloedingen optreden.
  • Oogcomplicaties zoals:
    • bloeduitstorting (zeldzaam);
    • lucht in de oogkas (zeer zeldzaam). Het oog is dik en u hoort een knisperend geluid bij drukken.
    • beklemming van de oogzenuw met minder zien (zeer zeldzaam).
    • beklemming van de oogspier met dubbelzien (zeer zeldzaam).
  • Heel zelden kan er, via de neus, lekkage van hersenvocht optreden.

In de praktijk zijn complicaties bij een neusoperatie zeldzaam.

Neusspoelen met zoutoplossing

Doel van neusspoelen
Door neusspoelen reinigt de neus(bij)holten van snot en korsten. Snot en korsten die in de neus(bij)holten blijven staan irriteren het neusslijmvlies. Ook kan de bacteriegroei zorgen voor (aanhoudende) ontsteking van het neusslijmvlies.     

Zout water
Het spoelen van de neusholten kan het best gebeuren met een ruime hoeveelheid ‘zout water’. Voor volwassenen is dit 250 ml (grote beker) per keer.  

Het ‘zoutwater’ kunt u zelf klaarmaken door 1 theelepel keukenzout (even aftikken tegen de rand) op te lossen in 250 ml lauw water. Roer tot het zout is opgelost. Deze zoutoplossing is ongeveer hetzelfde als de concentratie zout in het lichaam. Het water hoeft niet gekookt te worden. Nederlands kraanwater is voldoende schoon. U mag het water wel koken, opwarmen in de magnetron mag ook. Het is medisch niet beter om speciaal neusspoelzout in zakjes te gebruiken. Het is wel makkelijk.

Het spoelen  
Het lauwe zoutwater kan met een spoelkannetje, neusdouche of met een 20 of 50 ml spuit in de neus worden gebracht: Gebruik bij voorkeur een plastic spoelkannetje of neusdouche. Glas is een extra risico in douche of wasbak. Spoelkannetje of neusdouche zijn te koop bij apotheek, drogist of via internet.

Spoelen gaat het handigst onder de douche of boven een wasbak. Spoelen lijkt in het begin een beetje vreemd, maar neusspoelen gaat echt heel makkelijk. U staat boven de wasbak of onder de douche. Plaatst het neuskannetje, neusdouche of spuit in een neusgat en ‘knijp’ of spuit het zoutwater zachtjes naar binnen of laat neuskannetje leeglopen. Tijdens het inbrengen van het zoutwater maakt u de G-klank of zegt kort de letter K. Hierdoor sluit uw zacht gehemelte de neus af en loopt het zoute water niet in de keel. Het water loopt via het andere neusgat weer naar buiten omdat de beide neusholten met elkaar in verbinding staan. Spoel via beide neusgaten. Laat aan het eind van het spoelen de neus goed ‘leeglopen’.

Hoe vaak spoelen?  
Uw arts vertelt u hoe vaak per dag u moet spoelen. Meestal is dit 2 – 3 x per dag. Als er veel snot of korsten in de neus zijn is het goed vaker te spoelen. U kunt niet te veel spoelen. Het spoelen kan, ook als u dit jarenlang doet, geen kwaad. Probeer het spoelen in te passen in uw dagelijkse hygiëne, zoals tandenpoetsen.

Medicijnen en neusspoelen           
Als u medicijnen in de neus gebruikt, bijvoorbeeld neusspray of druppels, is het goed voor het gebruik van de medicijnen de neus te spoelen. Dan kunnen de medicijnen uw neusslijmvlies goed bereiken. U moet na het spoelen ongeveer 15 minuten wachten tot de neus weer droog is voordat u de medicijnen in de neus gebruikt.

Belangrijk

Bij de volgende klachten is het verstandig contact op te nemen:

  • neusbloeding;
  • als er kleurloos vocht (eenzijdig) uit de neus blijft druppelen;
  • blauw oog;
  • dubbel zien;
  • temperatuurstijging boven de 38,5 ºC.

Poli KNO - op werkdagen tussen 8:00 – 16:30 uur
0495 - 57 21 27

Spoedeisende hulp - buiten kantoortijden 
0495 - 572610

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de poli KNO.

0495 – 57 21 27