
Nieuwe vakgroep reumatologie in samenwerking met MUMC+

Chirurg Deborah van Dijk: meedenken over de nieuwbouw geeft energie

Deze folder geeft u meer informatie over poliepen in de darm. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.
Een poliep is een uitstulping in het darmslijmvlies die verschillende vormen en afmetingen kan hebben (van een speldenknop van enkele millimeters tot enkele centimeters of tot een poliep op een steel).
Poliepen in de dikke darm komen vaak voor. Sommige mensen hebben maar 1 poliep terwijl anderen er meerdere kunnen hebben. Veel mensen hebben poliepen zonder het te weten omdat ze meestal geen klachten geven. Ook als een poliep kwaadaardig is geworden, kan het nog een hele tijd duren voordat er klachten kunnen ontstaan. Ongeveer 5 - 20% van alle mensen boven de 50 jaar hebben poliepen.
Mogelijke klachten zijn dan:
De meeste poliepen zijn goedaardig en blijven dat ook. Maar in sommige poliepen kunnen cellen veranderen en uitgroeien tot een kwaadaardige tumor: darmkanker. Dit blijkt pas na onderzoek van het weefsel van de poliep.
Het is niet precies bekend hoe poliepen ontstaan en waarom sommige mensen ze wel krijgen en anderen niet. Wel is bekend dat erfelijkheid, voeding en leefstijl invloed hebben op het krijgen van poliepen.
Erfelijke aanleg
Soms kunnen poliepen ontstaan door een erfelijke aandoening. De meest voorkomende erfelijke aandoeningen die poliepen veroorzaken zijn:
Als een van deze syndromen of darmkanker in uw familie voorkomt, is het verstandig om dit met uw huisarts te bespreken. De huisarts kan u doorverwijzen naar een Maag-Darm-Lever-arts of naar een Klinisch Genetisch Centrum voor erfelijkheidsonderzoek als u tot een risicogroep behoort.
Voeding en leefstijl
Ook ongezonde voeding en een ongezonde leefstijl kunnen bijdragen aan het ontstaan van poliepen. De belangrijkste risicofactoren zijn:
In Nederland wordt landelijk het bevolkingsonderzoek darmkanker uitgevoerd. Iedereen tussen de 55 en 75 jaar krijgt elke 2 jaar een uitnodiging om mee te doen. Voor het onderzoek (ontlastingstest) moet er een beetje ontlasting opgestuurd worden. Deze ontlasting wordt gecontroleerd op (microscopische) bloedsporen. Bloedsporen kunnen wijzen op darmpoliepen of darmkanker. Maar ook andere aandoeningen zoals darmontsteking, divertikels (slijtageplekjes) die opspelen of aambeien.
Vervolgonderzoek
Als er bloedsporen in de ontlasting zijn gevonden, krijgt u een uitnodiging voor een vervolgonderzoek. Het Bevolkingsonderzoek verwijst u door naar het ziekenhuis binnen uw regio waar u als eerste geholpen kunt worden. Wil u graag naar een ziekenhuis dat dichterbij huis is, neem dan contact op met het Bevolkingsonderzoek (zie voor contactgegevens hiervoor de brief die u gekregen heeft). Dit vervolgonderzoek is een kijkonderzoek van de dikke darm (coloscopie). Met het bevolkingsonderzoek darmkanker kunnen poliepen worden ontdekt. Het is dan niet meteen duidelijk of het om goed of kwaadaardige poliepen gaat.
Als na de coloscopie uit het pathologische onderzoek blijkt dat er in de weggehaalde poliep kwaadaardige tumorcellen zitten, is er sprake van darmkanker. Vaak volgen dan aanvullende onderzoeken in het ziekenhuis (o.a. bloedonderzoek en een CT-scan). Na die onderzoeken bespreekt uw arts met u hoe de behandeling van de darmkanker eruit zal zien.
Niet elke poliep wordt een tumor. De meeste poliepen in de darm zijn goedaardig en blijven dat ook. Soms groeit een poliep echter uit tot een kwaadaardig gezwel of tumor. Dit gebeurt gemiddeld bij 1 op de 20 darmpoliepen en dit proces neemt vaak wel 10 tot 15 jaar in beslag. Het is niet bekend waarom sommige poliepen wel uitgroeien tot een darmtumor en andere niet.
Controles
Wanneer er poliepen uit uw darm zijn gehaald, blijft u meestal onder controle om te zien of er nieuwe poliepen ontstaan. Landelijk zijn er afspraken (richtlijnen) gemaakt over hoe vaak u terug moet komen voor een nieuwe coloscopie.
Deze (inter)nationale richtlijnen worden regelmatig vernieuwd aan de hand van wetenschappelijk onderzoek. Hierdoor kan het zijn dat uw normale controles veranderen. Als u hierover vragen heeft kunt u terecht bij uw behandelend arts.
Of en hoe vaak u gecontroleerd wordt hangt af van:
Wanneer is een nieuw kijkonderzoek niet nodig?
Een nieuw kijkonderzoek is soms niet nodig als:
Indien de arts een poliep verwijdert of een biopt neemt, maakt de arts een wondje in het slijmvlies van de darmwand. Het verwijderen van poliepen is een relatief veilige behandeling. Soms kunnen er echter complicaties optreden:
Bloeding
Tijdens de behandeling kan een bloedvaatje geraakt worden. Hierdoor kan een bloeding ontstaan. Deze bloedingen worden direct behandeld, waardoor het bloedverlies beperkt zal blijven. U kunt dan vrijwel altijd direct naar huis. Soms kan een bloeding enige tijd (tot 14 dagen) na de behandeling pas ontstaan. U bent dan al thuis en moet direct contact met ons opnemen. Ook in het weekend. Het kan zijn dat wij u adviseren om naar de Spoedeisende hulp te komen.
Perforatie
Een perforatie is een complicatie die zeer zelden voorkomt. Dit betekent dat er een gaatje is ontstaan in de wand van de dikke darm. Dit wordt meestal al snel tijdens of na de ingreep duidelijk. Een perforatie kan via verschillende endoscopische technieken behandeld worden, maar in uitzonderlijke gevallen kan een operatie noodzakelijk zijn.
Buikpijn
Soms kunt u in de dagen na de behandeling last hebben van buikpijn. Dit is bij 25% van de patiënten het geval. De buikpijn gaat na een paar dagen vanzelf weer weg. U moet contact met ons opnemen als u naast de buikpijn ook koorts hebt of als de buikpijn heel hevig is.
Neem onmiddellijk contact op met het ziekenhuis bij:
Eet vezelrijk, gezond en gevarieerd.
Gezonde voeding met veel vezels houdt uw darm gezond. Vezels zorgen voor een soepele ontlasting en stimuleren de darmbeweging. Ze voeden ook de goede bacteriën in de darmen, ook wel het microbioom genoemd. Eet dagelijks voldoende vezels. Vezels zitten in groente, fruit, volkoren graanproducten, maar ook in peulvruchten, aardappels, noten en zaden. Begin rustig met extra vezels om een opgeblazen gevoel en winderigheid te voorkomen. Uw darmen hebben tijd nodig om aan deze extra vezels te wennen. Bij vezelrijke voeding hoort altijd een ruime vochtinname. Eet u bijvoorbeeld veel vezels en drinkt u minder dan 1,5 - 2 liter vocht per dag zal uw ontlasting indrogen. Dit omdat vezels veel vocht opnemen en als dat er niet is, volgt dus moeilijke stoelgang.
Drink voldoende.
Drink elke dag 1,5 - 2 liter vocht. Kies voor water, thee, koffie of (plantaardige) zuivel. Drink liever geen frisdrank of alcohol. Voldoende drinken helpt vezels hun werk te doen en voorkomt verstopping.
Zorg voor voldoende beweging en een gezond gewicht.
Zowel overgewicht als te weinig bewegen zijn risicofactoren voor het ontstaan van dikke darmkanker en waarschijnlijk ook voor poliepen in de dikke darm. Het advies is om wekelijks ten minste 2,5 half uur matig intensief te bewegen, zoals wandelen of fietsen. En om daarnaast 2 x per week spier- en botversterkende activiteiten te doen. Denk aan fitness of hardlopen.
Rook niet en drink geen alcohol.
Roken en alcohol drinken zijn slecht voor het darmslijmvlies en kunnen mogelijk bijdragen aan het ontstaan van darmpoliepen.
Wees matig met het eten van rood en bewerkt vlees.
Onder rood vlees wordt verstaan rundvlees, varkensvlees, lamsvlees en geitenvlees. Bewerkt vlees is vlees dat is geconserveerd door rook, toegevoegd zout of chemische conserveringsmiddelen.
Let op klachten die kunnen wijzen op poliepen.
Door poliepen op tijd te laten weghalen, kan darmkanker voorkomen worden.
Doe mee met het bevolkingsonderzoek darmkanker!
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met:
Polikliniek interne geneeskunde/ MDL
0495 - 57 26 26
Maandag t/m vrijdag
09:00 - 16:30 uur
Spoedeisende hulp
Buiten kantooruren
0495 - 57 26 10