Beademing van een patiënt
ICU / CCU
Een familielid of naaste van u is opgenomen op de intensive care unit. Bij de patiënt wordt beademingsapparatuur gebruikt om de ademhaling te ondersteunen. De komende tijd zal zowel voor de patiënt als voor u, niet gemakkelijk zijn. Daarom krijgt u naast persoonlijke uitleg deze folder mee.
Wat is beademing?
De beademing via beademingsapparatuur heeft als doel de ademhaling tijdelijk te ondersteunen of zelfs geheel over te nemen. De beademingsapparatuur is via een slangensysteem en een buisje verbonden met de patiënt. Het buisje (een 'tube') is via mond of neus ingebracht en loopt door tot in de luchtpijp.
De beademingsmachine, en ook andere apparaten, kunnen 'piepen' (alarmgeluid). U hoeft hiervan niet te schrikken. Alle alarmgeluiden kunnen op de hele afdeling worden gehoord. De verpleegkundige herkent de geluiden en komt (zo nodig) kijken wat de reden van het alarm is.
Beademen zelf heeft geen genezende werking. De beademing overbrugt de tijd waardoor de patiënt de kans krijgt te herstellen.
Degene die beademd wordt ziet er vaak anders uit. Dit komt onder andere doordat hij extra vocht toegediend krijgt en vasthoudt. Hierdoor kunnen vochtophopingen onder de huid ontstaan, waardoor bijvoorbeeld het gezicht en/of de armen en handen opzwellen. Dit verdwijnt geleidelijk als hij beter wordt. Meestal is het nodig om de handen vast te maken aan het bed. Dit is om te voorkomen dat de tube of maagsonde eruit wordt getrokken.
Medicijnen
Wanneer de ademhaling helemaal moet worden overgenomen door het apparaat kan dit een vervelende ervaring zijn. Via medicijnen wordt de patiënt in slaaptoestand gebracht, waardoor hij niet alles bewust meegemaakt. Een nadeel hiervan is dat persoonlijk contact moeilijk of zelfs onmogelijk is (zie gevolgen van beademing). We proberen zo weinig mogelijk slaapmedicijnen te geven zodat hij wel wakker is. Hierbij is het belangrijk dat hij rustig blijft en de beademing accepteert. Verder wordt vaak uit voorzorg pijnstillende medicijnen gegeven.
Als de patiënt 'slaapt', is het toch mogelijk om te horen en voelen. U zult de verpleegkundige vaak tegen de patiënt horen praten. Ben zelf ook niet bang om tegen hem te praten, een kus te geven of aan te raken.
Gevolgen van beademing
Praten
De tube zit in de luchtpijp en loopt tussen de stembanden door. Hierdoor kan de patiënt niet praten. Als de slaapmedicijnen worden gestopt, wordt de patiënt spoedig wakker en kan weer reageren. Het is dan nog niet mogelijk om te praten. Andere communicatievormen kunnen dan helpen, zoals:
- het stellen van gerichte vragen, waarop hij 'ja' kan knikken of 'nee' kan schudden
- schrijven
- letters laten aanwijzen op een letterbord, zodat hij woorden kan vormen
- liplezen
Verzorging
De patiënt is zelf niet voldoende in staat slijm op te hoesten. Dit komt door de tube en de mogelijke slaaptoestand. Daarom haalt de verpleegkundige het slijm in de longen een paar keer per dag weg. Dit gebeurt met een uitzuigkatheter (slangetje) Dit wegzuigen van het slijm is naar om te zien. Daarom vragen we u om even op de gang te wachten.
Eten en drinken
Om te voorkomen dat door slikbewegingen de stembanden beschadigen, is 'normaal' eten en drinken niet toegestaan. De tube maakt de ruimte in de keel te nauw om 'vast' voedsel door te laten.
Er zijn twee manieren om de nodige voedingsstoffen te geven:
- Sondevoeding
Dit is voeding die via een slangetje (sonde) door de neus en slokdarm rechtstreeks in de maag komt. Dit is een volwaardige voeding. Het lichaam kan deze voeding op de normale manier, via de darmen, opnemen.
- Infuus
Soms kan sondevoeding niet worden gegeven. De darmen kunnen nog niet met voedsel worden belast. De voedingsstoffen worden dan via een infuus toegediend. De sonde wordt in dit geval wel ingebracht, maar dient nu als afvoer voor maag- en darmsappen. Ook bij deze vorm is het mogelijk een volwaardige voeding te geven, aangepast aan de behoefte.
Weer zelf leren ademen
Als de toestand verbetert, zal de patiënt weer zelf kunnen ademen. Hoe lang het duurt om zonder beademingsapparatuur te leren ademen, is voor iedereen anders. Het is de bedoeling dat de apparatuur steeds minder en de patiënt steeds meer doet tot het moment dat het ademen helemaal zelf gaat. Hoe lang deze periode duurt, weten we vooraf niet.
Als de patiënt weer helemaal zelf ademhaalt, wordt de tube verwijderd. De eerste tijd na de beademing kan de patiënt nog wat hees zijn.
Soms heeft de patiënt onvoldoende kracht om weer zelf te ademen. Hierdoor duurt het ontwenningstraject (het weer zelf ademen) langer. Dan wordt vaak besloten een buisje rechtstreeks in de keel te brengen (tracheostoma). Het ontwenningsproces gaat dan sneller en is prettiger. Dit wordt altijd van te voren met u besproken.
Heeft u nog vragen?
Als u vragen heeft, beantwoordt de verpleegkundige deze graag. Voor medische vragen kunt u altijd om een gesprek met de intensivist van de intensive care unit vragen.