PDF
Stel PDF samen

Fysiotherapie na een heupfractuur

Fysiotherapie

Onlangs heeft u een heupfractuur opgelopen. Inmiddels bent u geopereerd en heeft u een totale heup prothese gekregen (THP). In deze folder vindt u informatie van de fysiotherapeut over een gebroken heup en welke oefeningen u helpen bij het herstellen. De fysiotherapeut neemt de oefeningen met u door en geeft u tips om sneller te herstellen.

Wat is een heupfractuur?

De heup bevindt zich op de plaats waar het bovenbeen en bekken bij elkaar komen. Een heupfractuur is een breuk in het bovenbeen (dijbeen) vlak bij het heupgewricht.

De locatie van de fractuur is bepalend voor de toegepaste operatietechniek.

 Heupfractuur-fysiotherapie.jpg

Afbeelding 1: Dijbeen (locatie heupfractuur)

Operatie

Afhankelijk van de soort breuk kiest de orthopeed of chirurg voor een bepaalde operatietechniek. Hierbij houdt hij/zij onder andere rekening met de botkwaliteit, de mogelijkheden voor een goede revalidatie, de plaats van de breuk en de complexiteit van de breuk. De mogelijkheden hiervoor zijn:

  • totaleheupprothese (THP)
  • kop­halsprothese (KHP)
  • TFNA
  • gannet

Instructies van de fysiotherapeut

Algemene adviezen:

  • niet zonder loophulpmiddel  (bijvoorbeeld krukken/rollator) lopen gedurende de eerste 6 weken;
  • niet hurken;
  • niet knielen;
  • niet zelf autorijden, dit mag pas nadat u stabiel zonder krukken kunt lopen;
  • niet zwemmen;
  • niet in bad gaan, douchen mag wel;
  • fietsen op hometrainer mag in overleg met fysiotherapeut.

Hulpmiddelen:

  • Zorg voor extra handgrepen bij het toilet, bad of douche.
  • Haal losliggende vloerkleedjes weg.
  • Zorg voor een (tijdelijke) verhoging van uw bed en toilet.
  • Na de operatie is het vaak (enige tijd) nodig met krukken, een rekje of rollator te lopen. Zorg dat u deze voor het ontslag in huis heeft. Deze hulpmid­delen zijn o.a. te verkrijgen bij de thuiszorg­winkel.

Specifieke adviezen

Eén van de mogelijke complicaties bij een totale heupprothese en/of kophalsprothese is luxatie. Dit betekent dat de kop van de heupprothese uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst in de eerste 6 weken na de operatie. Het gewrichtskapsel dat tijdens de operatie is opengemaakt, is dan bij bepaalde bewegingen nog niet sterk genoeg om de kop en de kom op hun plaats te houden. Het is daarom belangrijk dat u de eerste 6 weken na de operatie bij al uw activiteiten rekening houdt met het volgende:

  • Voorkom luxatie bij een operatie via de zijkant (vanuit de achterzijde)
    (alleen van toepassing bij THP):

    • het geopereerde been niet naar binnen draaien;

    • de benen niet kruisen (de benen niet over elkaar heen slaan). Dit geldt zowel als u staat, zit of ligt;

    • in zithouding niet vooroverbuigen om iets op te rapen of om bijvoorbeeld je schoenveters te strikken.

  • Algemene tips:
    • zorg ervoor dat uw voeten in een V staan, de V van veilig;
    • Zorg ervoor dat uw de binnenkant van de knieën kunt zien.

  • Voorkom luxatie bij een operatie via de achterkant
    (alleen van toepassing bij een KHP):
    • het geopereerde been niet naar binnen draaien;
    • de benen niet kruisen (de benen niet over elkaar heen slaan). Dit geldt zowel als u staat, zit of ligt;
    • in zithouding niet vooroverbuigen om iets op te rapen of om bijvoorbeeld je schoenveters te strikken.
  • Algemene tips:
    • zorg ervoor dat uw voeten in een V staan, de V van veilig;
    • zorg ervoor dat uw de binnenkant van de knieën kunt zien.

  • Voorkom een luxatie bij een operatie via de voorkant/zijkant
    (alleen van toepassing bij een KHP):
    • het geopereerde been niet naar achteren en naar buiten draaien tegelijk- als u om wilt kijken, bewust omdraaien en niet omdraaien waarbij u draait op het gezonde been.

Zitten

  • niet met de benen gekruist over elkaar zitten;
  • het been niet naar binnen draaien: voeten bij elkaar, knieën uit elkaar;
  • bij voorkeur zitten op een stoel met armleuningen;
  • niks naast het toilet of de stoel oprapen als u iets laat vallen.

    Fysio-na-heupfractuur-zitten.jpg

Voetverzorging / schoen aantrekken / sok aantrekken / veters strikken.
Als u uw voet verzorgt of uw sok of schoen aan- of uittrekt, let er dan op dat het geopereerde been niet naar binnen draait. Laat de knie van het geopereerde been naar buiten wijzen en benader de voet via de binnenzijde van uw been. U kunt ook gebruik maken van diverse hulpmiddelen zoals een lange schoenlepel of aankleedstokje.

Iets oprapen:

  • Met de hand op een tafel of stoel steunen. Het geopereerde been naar achteren strekken en op het gezonde been doorzakken;
  • U knielt met de knie van het geopereerde been op de grond en steunt met de handen op een stoel of krukje. Hierbij buigt u de heup van het gezonde been.

Iets oprapen met gestrekte knieën is altijd fout! Er zijn hulpmiddelen in de handel om voorwerpen op te rapen. 

Heupfractuur-fysiotherapie-tkn-2.jpg

Liggen:

  • U mag op de rug of op de zij slapen. Bij het op de zij slapen moet u een kussen tussen de benen leggen, indien u op de niet geopereerde zijde ligt.
  • Ga 2 x per dag een half uur platliggen op uw rug.
  • Het geopereerde been mag ondersteund worden bij het in-en uit bed gaan door de niet geopereerde voet achter het geopereerde been te schuiven waarbij de voet van het geopereerde been naar buiten draait.

Lopen:

  • Tot 4 - 6 weken na de operatie loopt u buitenshuis met 2 elleboogkrukken of met een rollator en binnenshuis met 1 kruk.
  • Goed rechtop lopen en het geopereerde been naar achteren uitstrekken.

Lopen met 2 elleboogkrukken (3 puntsgang):

  1. breng beide elleboogkrukken tegelijk naar voren;
  2. plaats de voet van het geopereerde been tussen de 2 krukken;
  3. plaats vervolgens het niet-geopereerde been een staplengte ervoor.

Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden gedaan.

Lopen met 2 elleboogkrukken (2 puntsgang):

  1. breng de linkervoet en rechter elleboogkruk tegelijk naar voren;
  2. plaats vervolgens de rechtervoet en de linker elleboogkruk naar voren.

Handeling 1 en 2 afwisselend zodat u een ‘marcheerpas' krijgt.

Lopen met 1 elleboogkruk:

  • pak de elleboogkruk aan de kant van het niet-geopereerde been;
  • breng de elleboogkruk naar voren tegelijkertijd met het geopereerde been.

Over een drempel stappen met 1 of 2 krukken:
Plaats de elleboogkruk(ken) over de drempel;

  1. stap met uw geopereerde been over de drempel
  2. stap vervolgens met het niet-geopereerde been over de drempel.

Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden gedaan.

Trap oplopen:

  • pak met 1 hand de armleuning vast en houd in uw andere hand de elleboogkruk;
  • zet uw niet-geopereerde been een trede hoger;
  • zet vervolgens uw geopereerde been en de elleboogkruk op dezelfde trede naast uw niet-geopereerde been (aansluitpas).

Trap aflopen:

  • pak met 1 hand de armleuning vast en houd in uw andere hand de elleboogkruk;
  • zet de elleboogkruk een trede lager;
  • steun goed op de armleuning en de elleboogkruk;
  • zet uw geopereerde been op dezelfde trede naast de elleboogkruk;
  • zet vervolgens uw niet-geopereerde been op dezelfde trede.

Auto
Zet de auto niet te dicht bij het trottoir zodat er bij het in– en uitstappen geen onnodig hoogteverschil ontstaat. Bij het instappen in de auto moet u eerst gaan zitten en dan beide benen tegelijk naar binnen zetten. Bij het uitstappen moet u ook weer beide benen tegelijk naar buiten zetten en dan pas gaan staan. Door een plastic zak op de zitting te leggen zal het draaien makkelijker gaan. Om schuiven tijdens het rijden te voorkomen haalt u de plastic zak weg.

Sporten:

  • fietsen op een hometrainer mag in overleg met de fysiotherapeut;
  • buiten fietsen, zwemmen en zelf autorijden mag u alleen na overleg met de orthopeed en de fysiotherapeut (na ongeveer 6 weken);
  • zwemmen en fietsen zijn oefeningen die goed zijn voor de conditie van de heupspieren zonder overbelasting voor de heup.

Oefeningen voor thuis

Algemene richtlijnen:

  • doe alle oefeningen 3 x per dag;
  • elke oefening 10 x herhalen;
  • de oefeningen mogen niet pijnlijk zijn (niet overdrijven en niet forceren).

Liever vaker en kortdurend oefenen dan weinig maar langdurig oefenen.

Rugligging

  • dagelijks 2 x 30 minuten plat op de rug liggen;
  • de ellebogen en de hakken gelijktijdig in het bed duwen en de bilspieren aanspannen (billen samenknijpen);
  • het geopereerde been gestrekt laten liggen, het andere been buigen en trek de knie met de handen naar de borst;
  • beweeg de voeten naar uw toe en van uw af (gaspedaal indrukken)
  • druk de knie in het bed / bank

Staand

Bij deze oefeningen gebruikt u een tafel, stoel of aanrecht als steun;

  • beweeg het geopereerde been met een gestrekte knie naar achteren. Let er op dat u goed rechtop staat (buig niet voorover);
  • beweeg het geopereerde been zijwaarts. Let er op dat u uw bekken niet optrekt. Probeer het been lang te houden;
  • beweeg het geopereerde been omhoog waarbij de heup licht buigt. Let op dat u het been niet naar binnen draait;
  • ga op uw tenen staan en erna weer zakken totdat u op uw volledige voet staat;
  • maak kleine kniebuigingen, mini-squats. Doe dit alleen in overleg met uw fysiotherapeut.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van de folder nog vragen of wilt u een afspraak maken, dan kunt u contact opnemen met: 

Afdeling fysiotherapie:
0495 – 57 26 15
Maandag t/m vrijdag
08:30 - 12:00 uur