Handtherapie
Oefeninstructies vingers - duim
Fysiotherapie
De hand en pols zijn ingewikkelde gewrichten. Aandoeningen in de hand (ook kleine aandoeningen) kunnen al snel een belemmering opleveren in het dagelijks leven. Een goede behandeling is belangrijk en daarom wordt vaak de hulp van een hand(fysio)therapeut ingeroepen.
Handtherapie richt zich op de revalidatie van mensen met een probleem aan de hand en/of arm bijvoorbeeld na een trauma, een operatie of slijtageklachten. Een handtherapeut is een fysiotherapeut die voor de behandeling van hand- en armklachten speciale scholing heeft gehad. Omdat een deel van de spieren van de hand hun oorsprong hebben in de onderarm en omdat de zenuwen die de hand besturen door de gehele arm lopen, houdt een handtherapeut zich niet alleen met de hand bezig, maar hoort de gehele arm tot zijn ‘werkgebied’.
Handentherapie kan geïndiceerd zijn na een operatie maar ook als conservatieve therapie.
De fysiotherapeut helpt u vooral met het doen van oefeningen die uw hand of arm weer soepel en sterk kunnen maken.
U krijgt deze folder mee met huiswerkoefeningen.
Algemene richtlijn oefenen
- Doe de oefeningen 5 x, verdeeld over de dag.
- Het oefenen mag u voelen, maar u mag niet door de pijn heen bewegen.
- Probeer elke dag een stukje verder te komen.
- Als u na de oefeningen langer dan 15 minuten pijn houdt, heeft u teveel gedaan.
Oefeningen omringende gewrichten
- Schouder: laat uw armen langs het lichaam hangen en beweeg ze van hieruit omhoog, beweeg uw arm zijwaarts omhoog, beweeg beide armen achter het hoofd (ellebogen naar buiten), plaats uw handen op het midden van uw rug.
- Elleboog: buig en strek uw elleboog zo ver mogelijk.
Herhalingen: Frequentie:
Oefeningen duim
Oefening 1:
Tik met uw duim het topje van uw wijsvinger aan en strek vervolgens de duim zo ver mogelijk van de vinger af. Herhaal dit voor middelvinger, ringvinger en pink. Strek tussendoor steeds uw duim zover mogelijk van de vinger af.
Herhalingen: Frequentie:
Oefening 2:
Houdt met uw niet aangedane hand het onderste kootje van uw duim vast en beweeg het bovenste kootje.
Herhalingen: Frequentie:
Oefening 3:
Til uw aangedane duim gestrekt op.
Herhalingen: Frequentie:
Oefeningen vingers
Oefening 1:
Houdt met uw niet aangedane hand de overige vinger tegen en buig het middelste kootje van de aangedane vinger.
Houdt met uw niet aangedane hand het middelste kootje van uw vinger tegen en buig het bovenste kootje.
Herhalingen: Frequentie:
Oefening 2:
Til uw aangedane vinger gestrekt op.
Herhalingen: Frequentie:
Oefeningen hand
Verschillende vuisten
Herhalingen: Frequentie:
Litteken massage
Oefening 1:
Masseer het litteken met uw niet aangedane hand.
Oedeem
Oefening 1:
Steun op uw elleboog, houdt uw hand in de lucht en spreidt en sluit uw vingers.
Herhalingen: Frequentie:
Rekken van de spieren in de hand zelf
Oefening 1:
Zorg ervoor dat u de eerste 2 kootjes volledige buigt en het 3e kootje volledig strekt. Deze oefening rekt de spieren in de hand die belangrijk zijn voor de fijne motoriek.
Herhalingen: Frequentie:
Individuele oefeningen
Eventuele extra of andere oefeningen die voor uw van toepassing zijn zullen hier door uw therapeut worden beschreven.
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………
Opbouw kracht
Wanneer uw in het revalidatieproces kan starten met krachtoefeningen worden deze door uw therapeut uitgelegd.
Heeft u nog vragen?
Heeft u na het lezen van de folder nog vragen of wilt u een afspraak maken, dan kunt u contact opnemen met:
Afdeling fysiotherapie:
0495 – 57 26 15
Maandag t/m vrijdag
08:30 - 12:00 uur