PDF
Stel PDF samen

Diabetesdagboek

Diëtetiek

Naam:
Geboortedatum:

Instructies

Dit dagboek is bedoeld om u en de diëtist inzicht te geven in uw voeding. Daarom vragen we u gedurende ….. dagen nauwkeurig op te schrijven wat u eet en drinkt.

Waar moet u opletten bij het invullen van het eetdagboek:

  • Een dag verloopt vanaf het moment dat u opstaat tot aan het moment dat u de volgende dag opstaat.
  • Noteer per dag alles wat u gegeten en gedronken heeft, dus ook kleine hapjes zoals een dropje, blokje kaas, enz.
  • Het is belangrijk dat u noteert hoeveel u van iets eet, bv 1 snee en bij voorkeur afgewogen m.b.v. een keukenweegschaal.
  • Omschrijf zo nauwkeurig mogelijk wat u eet, bv. brood bruin of kaas volvet en bij het smeersel en vet voor de bereiding van de warme maaltijd het merk.

Het noteren van de dranken

Ook alle dranken dienen genoteerd te worden. Denk hierbij aan koffie en thee (evt. met suiker en (koffie) melk, (light)frisdrank, vruchtensap, ranja, bouillon, water en melk(producten). Geef  bij melk(producten) duidelijk aan of dit magere, halfvolle of volle melkproducten zijn. Bij ranja / roosvicee duidelijk de hoeveelheid siroop per glas aangeven.

Koolhydraten

In deze kolom noteert u van de gebruikte hoeveelheid voedingsmiddelen de hoeveelheid koolhydraten die deze bevatten. De koolhydraten kunt u opzoeken in de eettabel. Tel vervolgens de hoeveelheid koolhydraten per maaltijd en tussenmaaltijd op.

Bloedglucose

De bloedglucosewaarde dient gemeten te worden: nuchter, voor de lunch, voor het avondeten, 2 uur na het avondeten én voor het slapen gaan.

Insuline

Noteer per dag welke medicatie u voor de diabetes gebruikt met daarbij de behorende hoeveelheden en het tijdstip waarop u dit heeft gebruikt. Indien u afwijkt van de hoeveelheid insuline die u als basis gebruikt, dient u dit apart te noteren, bij voorkeur in een andere kleur.

Noteren van de inhoudsmaten

De inhoudsmaten van een glas, kopje, enz. kunnen bij iedereen verschillend zijn. Meet dit thuis eenmalig na. Dit kunt u doen door een glas te vullen met water, en in een maatbeker te gieten. Hieronder kunt u deze hoeveelheden noteren.

1 kopje           =…………………………………… ml

1 mok             =…………………………………… ml

1 beker           =…………………………………… ml

1 glas              =…………………………………… ml

1 soepbord    =…………………………………... ml

1 soepkom     =…………………………………... ml

1 schaaltje      =…………………………………… ml

Meer informatie

Voor meer algemene informatie over gezonde voeding kunt u terecht bij het Voedingscentrum:
070 – 30 68 888
www.voedingscentrum.nl