PDF
Stel PDF samen

Haarnestcyste

Sinus pilonidalis

Chirurgie

Wat is een haarnestcyste?

Een haarnestcyste (sinus pilonidalis) zit meestal in de bilspleet. Het is een holte onder de huid, met een open verbinding naar buiten. Deze verbinding is te zien als een klein gaatje of een kleine intrekking in de huid. In de haarnestcyste bevinden zich meestal haren die door de huid heen geprikt zijn, waarna de open verbinding is ontstaan. Er kan gemakkelijk een ontsteking in de cyste ontstaan. Ook kan de cyste pijn veroorzaken of vocht afscheiden. Waarom de haarnestcyste bij de ene persoon wel en bij de andere niet ontstaat, is niet duidelijk. Boven het veertigste levensjaar komt de aandoening meestal niet meer voor.

De behandelingsmogelijkheden

Wanneer de haarnestcyste rustig is en er (bijna) geen klachten zijn, kan meestal met regelmatig ontharen en goede hygiëne het gebied rustig gehouden worden. Bij aanhoudende klachten en bij ernstige ontsteking kan worden besloten tot een operatie.

Wanneer de haarnestcyste ontstoken is (als er roodheid en/of pusuitvloed is) zal de cyste open gemaakt worden. De druk is er dan vanaf en de pijn vermindert. De wond word open gelaten en gespoeld. Als de haarnestcycste tot rust gekomen is, volgt 1 van de volgende behandelingen. 

Excisie (wegsnijden)

De operatie kan plaatsvinden onder algehele anesthesie (narcose) of ruggenprik, (eventueel met roesje). Meestal wordt de ingreep in dagbehandeling gedaan, soms is een opname van enkele dagen verstandiger. Bij de operatie wordt de haarnestcyste verwijderd door de holte helemaal weg te halen. De operatie duurt ongeveer een half uur tot 3 kwartier.

Afhankelijk van de grootte van de cyste en de mate van ontsteking wordt besloten hoe de operatiewond wordt verzorgd. Deze kan gesloten worden of  geheel of gedeeltelijk open worden gelaten.

Laserbehandeling

Met een laserbehandeling worden de gaatjes in de bilnaad iets groter gemaakt. Daarna wordt de holte uitgekrabd en schoongespoeld. Vervolgens wordt het weefsel met laser dichtgeschroeid. Dit wordt tijdens de ingreep meermaals herhaald. 

Na de operatie

Door de plaats van de wond kunt u de eerste dagen na de operatie problemen verwachten, zoals pijnklachten bij zitten en op de rug liggen. Milde pijnstillers, bv. paracetamol, kunnen de pijn verlichten. Deze zijn te koop bij apotheek en drogist. Het is verstandig om voor de ingreep deze pijnstillers in huis te hebben. Voor meer informatie zie folder: Pijnstilling.

De nabehandeling bij excisie 

Bij een open wond wordt de wond verzorgd door de (wijk)verpleegkundige. Dit kan enkele weken tot maanden duren. Bij een open wond kan de wondzorg worden uitgevoerd door u zelf, uw naaste of door een (wijk)verpleegkundige. De verpleegkundige in het ziekenhuis bespreekt dit met u en regelt zo nodig een thuiszorgorganisatie.

Bij een gesloten wond mag u zelf de dag na de operatie de wond onder de douche uitspoelen, waarna u de wond met een gaasje kunt droogdeppen. Vervolgens bedekt u de wond met gazen en plakt deze met pleisters vast. De verpleegkundige geeft u hierover uitleg. Als u naar huis gaat krijgt u een recept mee voor aanschaf van verbandmiddelen.

De nabehandeling bij laserbehandeling

U bent gelaserd in verband met een haarnestcyste. Dit houdt in dat u nu een of meerdere openingen (pits) in de bilnaad heeft die doormiddel van de laser zijn dichtgeschroeid. De openingen zorgen ervoor dat het wondvocht of bloed er uit kan.

Het is belangrijk dat u de wondjes gedurende 10 dagen, 2 x daags openhoudt. Dit doet u met een wattenstaafje. U zorgt er daarmee voor dat het vliesje aan het huidoppervlak niet te snel dicht kan gaan groeien. De wond moet van onderuit dicht gaan groeien.

Het is dan ook aan te raden iemand in uw omgeving te vragen de wondzorg uit te voeren in verband met de locatie van de wond.

Wat moet u 2 x daags doen:

  1. Verwijder het verband of gaasje.
  2. Spreid met 1 hand de billen zodat de opening(en) zichtbaar worden. Indien mogelijk spreidt zelf de billen.
  3. Houdt de douchekop waaruit lauwwarm water stroomt richting de openingen zodat u deze schoon sproeit. Dep de wonden en de omliggende huid droog met een handdoek (dagelijks wassen of wisselen van handdoek).
  4. Bevochtig het wattenstaafje en breng het topje van het wattenstaafje in de opening, draai daarna rustig meerdere malen in de wond het wattenstaafje rond. Gooi daarna het wattenstaafje weg.
  5. Leg tussen de bilnaad een dubbelgevouwen gaasje ter bescherming. Dit zorgt ervoor als er wondvocht of bloed uit het wondje komt, dat dit opgevangen wordt. U kunt eventueel voor u kleding te beschermen maandverband dragen.

Waar moet u op letten:

  • Verspreid over de dag kan er minimaal bloedverlies uit de wond komen. Maar als u meerdere malen per dag het verband moet verschonen neem dan contact op met poli chirurgie of buiten kantoortijden met de SEH.
  • Het kan voorkomen dat er op het gaasje ook wondvocht aanwezig is, geel/ troebel van kleur.  Dit heeft te maken met de wondgenezing.
  • Als er meer pijnklachten ontstaan ondanks inname pijnstillers.
  • Contact opnemen bij meer roodheid bij en rondom de wond.
  • Temperatuur boven 38,5 ºC contact opnemen met poli chirurgie 0495 - 57 22 70.

 Nazorg en controle:

  • Na de ingreep kan het zijn dat u wordt ingepland bij de wondverpleegkundige. Dat is 4 - 7 dagen na de ingreep. Deze afspraak ontvangt u via de e-mail of per post. Afhankelijk van het genezingsproces zal erna wel of geen nieuwe afspraak ingepland worden bij de wondverpleegkundige.
  • 2 weken na de ingreep heeft u een afspraak bij de operateur.

Weer thuis

  • U krijgt een afspraak mee voor poliklinische controle. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is wordt die vanuit het ziekenhuis geregeld.
  • Als de wond gehecht is, zit er behoorlijk spanning op de wondranden. Luister de eerste weken na de operatie goed naar uw lichaam. U voelt zelf wat u wel of niet kunt. Is de wond open gelaten, dan is er minder huidspanning en is lichamelijke inspanning minder bezwaarlijk.
  • In alle gevallen is zwemmen en baden af te raden in verband met mogelijk infectiegevaar. Douchen is wel toegestaan. 

  • Probeer regelmatig te wisselen van zithouding en zit niet te lang achter elkaar om de druk op de wond zo veel mogelijk te beperken. Gebruik bij voorkeur een zacht kussen om op te zitten.

  • Probeer niet te lang op de rug te liggen in de nacht. Slaap bij voorkeur op uw zij.

  • Vraagt u zich af of u mag werken met uw wond? Vraag dan uw bedrijfsarts om advies. Uw hoofdbehandelaar mag hier geen uitspraak over doen.

  • Energie- en eiwitverrijkte voeding dragen bij aan een goede wondgenezing. Meer informatie vindt u in de folder: Energie- en eiwitverrijkt dieet.

  • Wonden genezen langzamer als u rookt. Nicotine zorgt namelijk voor vernauwing van de bloedvaten. Dit heeft als gevolg dat de wond minder zuurstof en voedingsstoffen krijgt, terwijl een wond dit juist nodig heeft. Roken verhoogt ook het risico op een wondinfectie.

  • Het is belangrijk om in het vervolg het gebied te blijven ontharen en te zorgen voor goede hygiëne. Hiermee kunt u herhaling voorkomen.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de poli chirurgie.

0495 - 57 22 70
Maandag t/m vrijdag
08:30 - 16:30 uur