Vochtbalans
Verpleegafdelingen algemeen
Waarom vochtbalans?
Uw arts heeft opdracht gegeven voor het bijhouden van de vochtbalans. De vochtbalans is een lijst waarop wordt bijgehouden wat u aan vocht binnenkrijgt en hoeveel vocht u verliest. Op deze manier kan uw arts, als het nodig is, uw behandeling aanpassen.
Door te eten en te drinken krijgt u vocht binnen. Wanneer u evenveel vocht binnen krijgt als u verliest, is uw vochtbalans in evenwicht. De vochtbalans kan verstoord worden door koorts, (overmatig) transpireren, diarree, overgeven of doordat u vocht vasthoudt (dikke voeten/enkels/vocht achter de longen). Waarom bij u de vochtbalans bijgehouden wordt hoort u van de arts. Om het bijhouden van de vochtbalans goed te laten verlopen, is het belangrijk dat u hierbij betrokken wordt. Deze folder geeft u meer informatie.
Bijhouden vochtbalans
Achter uw bed hangt een lijst waarop de medewerkers van de afdeling bijhouden hoeveel u drinkt en plast. Zij zien niet altijd wat u drinkt en plast, daarom is het belangrijk dat u hier zelf ook op let. Heeft u bijvoorbeeld iets gedronken tijdens het bezoekuur, geef dit dan door. Zo kunt u er samen voor zorgen dat de vochtbalans goed wordt bijgehouden.
In overleg met de verpleegkundige kunt u zelf helpen de vochtbalans bij te houden. U noteert alles op de lijst wat u drinkt. Hierbij hoort ook de pap, vla, yoghurt en appel / vruchtenmoes. De vochtbalans hangt achter uw bed en heeft duidelijke plaatjes waarop u kunt zien wat de hoeveelheden zijn.
Hoeveelheden
1 mok = 175 ml
1 glas = 150 ml
1 gekleurde beker = 150 ml
1 tuitbeker = 200 ml
schaaltje appel / vruchtenmoes = 100 ml
schaaltje vla / yoghurt = 150 ml
Plassen
Als u zelfstandig naar het toilet kunt, krijgt u een po of urinaal. De verpleegkundige meet na het plassen de hoeveelheid en noteert deze op uw vochtbalans.
Heeft u een katheter dan loopt de urine via een slangetje in uw blaas naar een opvangzak. De verpleegkundige maakt regelmatig de katheterzak leeg en schrijft dit op de vochtbalans.
Infuus
Krijgt u vloeistof via een infuus dan noteert de verpleegkundige dit op de vochtbalans.
Positieve / negatieve vochtbalans
De vochtbalans wordt per 24 uur bijgehouden. Tijdens de artsenvisite kijkt de arts naar de vochtbalans en past hij eventueel de behandeling aan.
Wanneer u meer drinkt dan dat u plast, blijft er teveel vocht achter in uw lichaam. Dit wordt een positieve vochtbalans genoemd. U kunt dan medicijnen krijgen, waardoor u meer gaat plassen (plastabletten). U kunt ook meer drinken omdat u ‘uitgedroogd’ was.
Wanneer u meer plast dan u drinkt, blijft er te weinig vocht achter in uw lichaam. Dit wordt een negatieve vochtbalans genoemd. U kunt dan een infuus krijgen om meer vocht binnen te krijgen. Een negatieve vochtbalans kan ook een teken van herstel zijn. Dan is een infuus niet altijd nodig.
Vochtbeperking
Een vochtbeperking betekent dat u maar een bepaalde hoeveelheid per dag mag drinken, bijvoorbeeld 1½ liter in 24 uur. Dit kan nodig zijn wanneer uw hart en nieren de hoeveelheid vocht die u binnen krijgt niet goed kunnen verwerken. Soms mag u helemaal niets drinken, bijvoorbeeld omdat uw maag en darmen rust moeten krijgen, of omdat u zich kunt verslikken. U krijgt dan vocht en voeding via een infuus of via een neus-maagsonde (dat is een slangetje dat via de neus naar uw maag gaat). Heeft u problemen met de vochtbeperking, bespreek dit dan met de verpleegkundige.
Elke dag wegen
Het is ook mogelijk dat uw gewicht wordt gecontroleerd om de vochtbalans bij te houden. U wordt dan iedere dag op een vast tijdstip gewogen. Wanneer u niet aankomt, is uw vochtbalans in orde. Komt u aan, dan houdt u waarschijnlijk vocht vast. Valt u af, dan verliest u meer vocht. Uw behandelend arts past, afhankelijk van het gewicht, uw behandeling aan.
Heeft u nog vragen?
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u deze bespreken met de verpleegkundigen op de afdeling.