De chirurgen van SJG Weert nemen deel aan een landelijk wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling van een haarnestcyste in de bilspleet; de PITS studie. Hoewel er vaak niet over gesproken wordt, gaat het om een veelvoorkomende huidaandoening. Tot nu toe is echter nog onbekend wat de beste behandelmethode is. Deze nationale studie is de eerste stap om daar verandering in te brengen.
Het zijn vooral jonge mannen met een zittend beroep die te maken krijgen met een haarnestcyste, in medisch jargon een sinus pilonidalis genoemd. Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 8000 operaties voor uitgevoerd. Bij de aandoening is er sprake van een holte onder de huid, die aan de buitenkant zichtbaar is als een klein gaatje of een kleine intrekking in de huid. In de cyste kan makkelijk een (chronische) ontsteking ontstaan, waarbij een abces gevormd wordt.
Verschillende behandelingen
Haarnestcystes worden behandeld door een chirurg, gespecialiseerd in proctologie (aandoeningen rondom de anus). Welke behandeling aangeboden wordt, verschilt nu echter per ziekenhuis. “In het ene ziekenhuis wordt een operatie geadviseerd, elders werken ze met laserbehandeling. Ook tussen de verschillende subtypes en stadia van haarnestcystes zijn er verschillen in behandelmethode. We zijn nu benieuwd welke behandelmethode in welke situatie het beste past. In SJG Weert bieden we zowel laserbehandeling als operatie aan. We zien geregeld patiënten met deze aandoening en zijn dan ook enthousiast over deze studie”, vertelt chirurg Irene Mulder.
De studie
“Er worden nu landelijk eerst gegevens verzameld: welke techniek wordt wanneer ingezet, hoe loopt de wondgenezing, wat is de kans op complicaties en terugkeer van de cyste, welke mate van nazorg en controle is er en hoe tevreden zijn patiënten na afloop? Ook de economische effecten worden meegenomen; patiënten hebben vaak langdurig klachten en kunnen daardoor niet naar school of werk. Als die vragen beantwoord zijn, zal er vervolgonderzoek naar de behandelresultaten plaatsvinden. Met als uiteindelijke doel één landelijke behandelrichtlijn voor deze aandoening.”
Patiënten worden altijd van tevoren gevraagd of zij mee willen doen aan de studie. Bij deelname doorloopt u het behandeltraject zoals normaal gesproken; dit heeft dus geen invloed op het behandelplan. In de weken na de behandeling worden aanvullend enkele vragenlijsten toegestuurd.