De vakantie is in volle gang en de zon schijnt onophoudelijk. Wat wil een mens nog meer?, zou je denken.
Toch voelt deze zomer ook voor u waarschijnlijk anders dan in voorgaande jaren. De wereld is veranderd, bij alles wat we doen hangt covid-19 als een dreigende wolk boven ons. Houden we het coronavirus onder controle? Wat gaat er nog komen? De onzekerheid is groot. Ook binnen de muren van SJG Weert voel ik die onrust.
Natuurlijk, in tegenstelling tot maart heeft ons ziekenhuis nu veel meer kennis over corona en de behandeling ervan. Maar daarmee zijn de zorgen van het personeel niet van de baan. Wat onze zorgprofessionals afgelopen voorjaar hebben meegemaakt is hen niet in de koude kleren gaan zitten. Ik hoor dat dagelijks in mijn contacten met hen. En dan heb ik niet over het werk zelf, maar de omstandigheden waarin onze artsen en verpleegkundigen hun werk hebben moeten doen. De zorg voor ernstig zieke patiënten is hun vak, daarin zijn ze getraind, ze doen niet anders. Wat het zo zwaar en extreem maakte, was de onzekerheid over hun eigen gezondheid en die van hun familie. Kan ik wel veilig mijn werk doen? Zijn er genoeg beschermingsmiddelen en hoe staat het met de kwaliteit ervan? Waar blijft de landelijke steun en de eenduidigheid in het beleid?
De onzekerheid over deze vragen sloeg om in een gevoel van machteloosheid. In alle lagen van de organisatie. Ook als bestuurder heb ik hiermee geworsteld. Toen de spanning het kookpunt bereikte, heb ik zelfs een noodvoorraad aan beschermingsmiddelen op mijn kamer laten zetten. Ik dacht: wat er ook gebeurt, die pakken ze ons niet af. Mocht het zover komen dat we helemaal door de voorraad heen zijn, dan kunnen onze mensen ten minste nog één dag langer beschermd hun werk doen. Om maar aan te geven hoe extreem de omstandigheden waren.
De gevolgen van die bizarre weken zijn tot op de dag van vandaag voelbaar binnen het ziekenhuis. Medewerkers die afgelopen voorjaar in de frontlinie stonden, hebben veel behoefte aan begrip en een luisterend oor. Ik begrijp dat volkomen en ondersteun die behoefte van harte. Het is heel belangrijk dat we samen in gesprek blijven en pijnlijke ervaringen met elkaar delen. Zeker met het oog op de toekomst en de onzekere tijd die we met z’n allen tegemoet gaan. Zoals gezegd: we hebben geleerd van het verleden.
Aan de andere kant stel ik vast dat het landelijk beleid rond de uitgifte en verspreiding van persoonlijke beschermingsmiddelen nog altijd hapert. Nog steeds kost het veel moeite om bepaalde voorraden op peil te houden. Daarbij zijn materialen buitensporig duur en is de kwaliteit van het materiaal wisselend. Het is vervelend dat dit nog steeds niet op orde is. Dat zorgt voor onrust en dat is het laatste wat we als ziekenhuis willen. Zeker omdat we niet weten wat er de komende maanden nog op ons af gaat komen. Om ernstige zieke mensen goed te kunnen helpen, moet alles eromheen - en dus ook zeker de veiligheid van het personeel – gewoon goed geregeld zijn.
De laatste ontwikkelingen rond covid-19 baren ook mij zorgen. Nu het aantal besmettingen weer fors toeneemt, lijkt het wachten op meer ziekenhuisopnames. Ik hoop dat ik ongelijk krijg en dat iedereen op tijd beseft dat we dit virus alleen samen onder controle kunnen houden. Door voldoende afstand te houden. Verder zou het enorm helpen als we met z’n allen de griepprik gaan halen. Straks, als de verkoudheidsvirussen rondwaren, kun je namelijk niet meer zien wie corona heeft of niet. Door de griepprik te halen, verminder je die onduidelijkheid en kun je als samenleving veel sneller anticiperen op het virus. Ik zeg: niet twijfelen, maar doen. Je doet er jezelf, je omgeving en het ziekenhuis een groot plezier mee.”