Gezondheidskrant SJG Weert • nummer 1 • juni 2020 • pagina 14
Ze is vrijwilligster van het eerste uur. Truus aan den Toorn (76), bij patiënten beter bekend als ‘Truus van de bloemen.’ Op 1 mei was de Weertse maar liefst vier decennia verbonden aan het ziekenhuis.
Al veertig jaar loopt ze met haar bloemenkar door de gangen. Elke donderdag, keurig in tenue. Ze snijdt en schikt de bloemen voor patiënten, ververst het water en maakt ondertussen een praatje. Van dat laatste geniet ze nog het meest, zegt ze. “Het persoonlijke contact met patiënten. En dat wordt ook gewaardeerd, merk ik. Zeker in deze tijd waarin het tempo zo hoog ligt, hebben veel ouderen behoefte aan een luisterend oor.”
Toen Truus zich in 1980 bij zuster De Louw meldde als vrijwilliger, stonden de vensterbanken op de verpleegafdelingen nog vol met bloemen. Lege flessen jus d’orange en HAK-potten deden dienst als vaas. “In die begintijd waren we met vijf vrijwilligers. De ‘kanaries’ werden we genoemd, verwijzend naar ons gele uniform. Vaste taken hadden we niet, we moesten zelf goed opletten en kijken waar we ons nuttig konden maken. We verwelkomden patiënten, wezen hen de weg of vervoerden ze van de Opname naar de verpleegafdeling. Lange tijd droeg ik een pieper bij me. Als er iemand bestraald moest worden in Maastricht, kreeg ik een melding en mocht ik als begeleider mee. Ik weet nog dat ik een keer in de supermarkt stond in Weert toen het apparaatje afging. Ik was vergeten om ‘m uit mijn jaszak te halen.”
Van betekenis zijn
Na veertig jaar trouwe dienst verzorgt Truus nog steeds de bloemen voor patiënten. Omdat de opnameduur tegenwoordig veel korter is zijn het er minder dan vroeger, maar dat mag de pret niet drukken. “Daardoor is er meer tijd voor een praatje. Zeker op de derde en vierde verdieping, waar de meeste ouderen verblijven, is daar veel behoefte aan. Ik heb zelf ook een paar keer in dit ziekenhuis gelegen en weet uit ervaring hoe fijn die persoonlijke aandacht is.”
Zolang haar gezondheid het toelaat, blijft Truus met haar bloemenkar langs de patiëntenkamers rijden. Ze wil mensen helpen, van betekenis zijn. “Het gevoel, de waardering die je daarvoor terugkrijgt, is onbetaalbaar. Daarbij hou ik van bloemen, dus dit werk gaat nooit vervelen.”
De Weertse houdt graag vast aan rituelen. Elke donderdag, als de bloemen er weer tiptop bijstaan, gaat ze naar de stilteruimte in de kelder. “Daar steek ik een kaarsje aan voor alle zieken. Dan ga ik naar huis.”