Er zijn te weinig data beschikbaar over de organisatie van de spoedeisende hulp in Nederland om te kunnen besluiten tot centralisatie. Dat stelt Marjolein Kremers, internist acute geneeskunde in SJG Weert, vast op basis van haar proefschrift. Kremers dook voor haar promotieonderzoek in de organisatie en kwaliteit van de spoedzorg op het gebied van interne geneeskunde. Ze nam daarbij ook de ervaringen van patiënten zelf mee.
De inrichting van de acute zorg en specifiek het aantal SEH’s in Nederland staat al een poos ter discussie. In de politiek bestaat het voornemen om de spoedzorg te centraliseren, ten behoeve van kwaliteit. “Voor mijn promotieonderzoek bekeek ik hoe de spoedeisende hulp van verschillende ziekenhuizen door het land geregeld is. Deze blijkt overal anders ingericht: er is geen algemene wijze waarop we SEH-zorg verlenen.” Kremers onderzocht zowel de organisatie van zorg als de prestaties (kwaliteit). Indicatoren waren hierbij wachttijden, overlijdens, maar ook patiëntervaringen.
Ingrijpend besluit komt te vroeg
“Het gebrek aan een volledig inzicht maakt dat het te vroeg is om dergelijke ingrijpende keuzes over onze spoedzorg te maken”, concludeert Kremers. “Ik adviseer om de komende jaren grondig vervolgonderzoek te doen om het organisatieplaatje rond te krijgen. Zorg voor een lerend systeem en gebruik data als basis voor deze discussie.”
Regionale verschillen
Dat er landelijk verschillen zijn in de SEH-organisatie hoeft wat Kremers betreft niet slecht te zijn. “Het kan beter bij een ziekenhuis of regio passen om een bepaalde werkwijze aan te houden. Dat zou echter wel bewust moeten gebeuren en volgens een vaste basis. De verschillen die in mijn onderzoek zijn aangetroffen zullen dan ook geëvalueerd moeten worden.”
Marjolein Kremers promoveert donderdag 7 juli aan Maastricht University onder begeleiding van prof. dr. Harm Haak (Máxima MC) en prof. dr. Prabath Nanayakkara (Amsterdam UMC).