Laat mij maar zorgen

18 december 2017

Chirurgisch verpleegkundige Lei Kouters al 40 jaar werkzaam in SJG Weert

Op de kop af veertig jaar heeft chirurgisch verpleegkundige Lei Kouters (61) zijn hart verbonden aan het ziekenhuis in Weert. Een openhartig gesprek over zijn werk, de veranderingen in de zorg en zijn niet aflatende passie om zieke mensen te helpen.

Hij heeft het al zo vaak gehoord van patiënten. ‘Knap hoor wat jullie doen. Ik zou het niet kunnen.’ Zelf vindt Lei Kouters het de normaalste zaak van de wereld. Zijn werk een roeping? “Dat klinkt wat te religieus. Ik zorg gewoon voor andere mensen. Waarom? Omdat ik het fijn vind om iets voor een ander te betekenen. Samen met een hecht team van collega’s. In een klein ziekenhuis waar je goed kunt samenwerken en elkaar makkelijk kunt vinden.”

Geboren voor chirurgie
Zijn ouders hadden een slagerij. Lei koos voor de zorg. Als 17-jarige jongen verzorgde hij al de zieken in het sanatorium op Hornerheide. Daarna, midden 1976 als 20 jarige militair, ontfermde hij zich over chirurgische patiënten: militairen en burgers in het Militair Hospitaal in Utrecht. Sinds 1 november 1977 klopt zijn hart voor de patiënten van het Sint Jans Gasthuis, het huidige SJG Weert. De eerste vier maanden als verzorgende, daarna als gediplomeerd A-verpleegkundige. Stages op de kinder- en kraamafdeling, interne geneeskunde, chirurgie en PAAZ waren slechts een opwarmertje. Zijn bestemming stond immers al lang vast. Lei Kouters is geboren voor chirurgie. “Dat staat het dichtst bij me. Vanwege de spanning en de afwisseling. Je bereidt patiënten voor op hun operatie, verleent nazorg en voert allerlei verpleegtechnische handelingen uit. Als je niet tegen bloed kunt, moet je niet bij chirurgie gaan werken”, lacht hij.

“Door nieuwe technieken

en veranderde medische inzichten

is de opnameduur drastisch beperkt.”

Behalve chirurgisch verpleegkundige is Lei sinds 2006 ook decubitusconsulent. Hij begeleidt patiënten en instrueert collega’s aan het bed bij het voorkomen van doorligwonden. Daarnaast werkt de 61-jarige Weertenaar vanaf  2015 twee middagen in de week als gespecialiseerd wondverpleegkundige op de wondpoli. “Het klinkt misschien vreemd, maar het verzorgen van wonden voelt voor mij als een soort hobby. Een passie binnen mijn werk. Daar zie ik het meeste resultaat van mijn werk.”

Digitaal tijdperk
In veertig jaar tijd heeft hij de zorg ingrijpend zien veranderen. Het digitale tijdperk heeft definitief zijn intrede gedaan. “Elke handeling die we uitvoeren, moet in de computer worden geregistreerd. In het begin moest ik daar erg aan wennen, inmiddels weet ik niet meer beter.” Hij kijkt er met dubbele gevoelens naar. “Een goede digitale registratie is ontzettend belangrijk. Sterker nog: het is van levensbelang voor de patiënt; ze verkleint de kans dat we zaken over het hoofd zien. Aan de andere kant neemt die registratie heel veel tijd in beslag. Tijd die wij liever aan de patiënt zou willen besteden.”

Toen hij in 1980 begon bij chirurgie werden mannen en vrouwen op de derde etage nog gescheiden verpleegd. “Na een heupoperatie lagen patiënten wel vier tot zes weken in het ziekenhuis. Inmiddels is dat nog maar hooguit een paar dagen. Door nieuwe technieken en veranderde medische inzichten is de opnameduur drastisch beperkt. Minder ingrijpende operaties worden nu verricht in de poliklinische operatiekamer.”

“Het geeft elke dag weer een goed gevoel

als ik zie dat een patiënt

in goede conditie naar huis gaat.”

Ook de gevolgen van de vergrijzing zijn anno 2017 duidelijk zichtbaar. De afdeling chirurgie wordt overwegend bevolkt door oudere patiënten . “Mensen met bepaalde aandoeningen die steeds vaker gepaard gaan met psychische klachten, zoals acute verwardheid of dementie.” Het is soms zwaar. Er gebeuren heftige dingen. Maar Lei Kouters is professioneel genoeg om de knop om te kunnen zetten. “Op de Spoedeisende Hulp of Intensive Care zou ik niet kunnen werken”, vertelt hij eerlijk. “Ik kan er namelijk niet tegen als kinderen of jonge mensen iets vreselijks overkomt.

Goed gevoel
In zijn vroege jaren zette hij als leidinggevende jarenlang de lijnen mee uit op de afdeling chirurgie. In 2008 stopte hij daarmee. “Ik heb het met plezier gedaan. Maar om eerlijk te zijn: ik ben geen manager. Laat mij maar zorgen.” De zorg mag dan veranderd zijn, zijn verpleegkundige missie is in de kern hetzelfde gebleven. “Het geeft elke dag weer een goed gevoel als ik zie dat een patiënt in goede conditie naar huis gaat. En dat hij ondanks zijn ziekte toch een fijne tijd heeft gehad op onze afdeling. Daar draait het om.”


Gezondheidskrant SJG Weert • nummer 3 • december 2017 • pag. 13

Laat mij maar zorgen