Terwijl heel Nederland wordt gevraagd afstand te houden, staan zij in de frontlinie om te helpen. Ook de hulpverleners van SJG Weert zijn dag en nacht bezig om het coronavirus te bestrijden en levens te redden. In deze serie laten we zien wie onze lokale helden zijn en waar zij in deze bizarre tijd tegenaan lopen. Vandaag aflevering 5: regieverpleegkundigen 4e etage Gea Kooistra en Iris Coolen.
Een dikke maand geleden leek er nog geen vuiltje aan de lucht. Het was hectisch op de afdeling, zoals zo vaak, maar de drukte voelde vertrouwd. Op de vierde etage lagen de patiënten die geopereerd waren, bijvoorbeeld aan de heup of knie, het hart, de neus, ogen of blaas. Regieverpleegkundigen Gea (26) en Iris (24) bewaakten beurtelings de processen en staken daarnaast ook aan het bed de handen uit de mouwen. De verpleegkundige zorg liep gestroomlijnd, iedereen deed zijn taak.
Serious business
Het coronavirus kenden zij toen alleen nog van de verhalen op tv. Tot het tweede weekend van maart, toen de nieuwe werkelijkheid ineens razendsnel dichtbij kwam. In een paar dagen tijd werd de vierde verdieping getransformeerd tot corona-afdeling. Om hoogverdachte coronapatiënten geïsoleerd te kunnen verplegen, werden tien kamers aan de zuidkant voorzien van onderdruk en speciale ‘omkleedsluizen’. Ruim twintig kamers aan de noordkant werden gereserveerd voor patiënten bij wie het virus officieel was vastgesteld. “Onvoorstelbaar wat we hier met z’n allen in een paar dagen tijd hebben gepresteerd. Toen ik de mensen van de technische dienst hier bezig zag, besefte ik het eigenlijk pas voor het eerst. Dit is serious business. Het gaat beginnen”, zo memoreert Gea.
Alles is anders
De dagen erna werd de afdeling overspoeld door coronapatiënten. “Daar kun je je niet op voorbereiden. Ook al heb je de beelden gezien uit Italië, in het echt voelt het toch anders. Het is nauwelijks te beschrijven. Alles wat je werk zo vertrouwd maakt, is ineens anders”, zegt Iris. Wat misschien nog wel het meeste indruk op medewerkers heeft gemaakt is de onvoorspelbaarheid van het virus. Het tempo waarin deze nieuwe ziekteverspreider kan toeslaan. “Het ene moment ben je met een patiënt aan het praten, tien minuten later is diegene ineens doodziek en moet hij halsoverkop naar de intensive care. Zeker die eerste week was heftig. Sommige collega’s hebben tijdens één dienst drie tot vier patiënten zien overlijden. Daar stap je niet zomaar even overheen, dat doet iets met je”, vertelt Gea.
Extra stapjes
Iris vult aan: “Door de beschermende outfit die je draagt, voelt het contact ook anders. Normaal gesproken sta je dicht bij de patiënt. Om iemand gerust te stellen, leg je even een hand op de schouder. Je communiceert met je hele lichaam. Nu ziet de patiënt alleen je ogen. Dat voelt minder persoonlijk. Om die afstand te compenseren, zetten we een extra stapje. Dat zit in kleine dingen. Een extra bemoedigend woord, even iets langer luisteren. Dat is altijd belangrijk en in deze tijd waarin er geen bezoek aan het bed is toegestaan al helemaal. Het coronavirus maakt mensen niet alleen ziek, maar ook erg angstig.”
Het team van de vierde etage haalt alles uit de kast om zorgen van patiënten en hun naasten zoveel mogelijk weg te nemen. Gea: “Een speciaal belteam neemt elke dag contact op met de familie. Gewoon om hen te informeren hoe het gaat, maar ook om te vragen hoe het thuis is en of er nog speciale wensen zijn. Patiënten en hun familie hebben bijvoorbeeld de mogelijkheid om te beeldbellen zodat zij elkaar op afstand toch even kunnen zien en spreken. In de meeste gevallen regelt de patiënt dit zelf, anders staan er medewerkers klaar om te helpen. Voor familieleden die in de stervensfase bij hun geliefde willen waken, hebben we in gebouw 2 een speciale familiekamer ingericht. Daar kunnen ze even tot rust en tot elkaar komen.”
Bezorgd over hun eigen gezondheid zijn de dames niet. “Eerlijk gezegd denk ik meer aan mijn moeder en aan mijn opa en oma dan aan mezelf. Om hen te beschermen ga ik uit voorzorg niet bij hen op bezoek. Hoe moeilijk ik dat ook vind, het kan even niet anders”, vertelt Iris.
Samen sterk
Positieve verhalen zijn er gelukkig ook. “Een van onze eerste coronapatiënten die vanuit onze afdeling naar de intensive care moest en later naar de IC in Leiden is overgeplaatst, is weer terug in Weert. Hij is herstellende. Zo’n bericht geeft veel energie”, stelt Gea. Maar de meeste kracht halen de medewerkers uit elkaar, zo voegt Iris er aan toe. “Als er iets heftigs is gebeurd, wordt dat direct besproken. Hoe lastig het ook is, we slepen elkaar er doorheen. Elke keer als ik vanuit Valkenswaard naar mijn werk rijd, voel ik me trots. Trots op dit ziekenhuis en op dit geweldige team. Het is echt ongelooflijk wat we in zo’n korte tijd voor elkaar hebben gebokst. Samen klaren we deze klus.''