‘Hoe heftig ook, ik wil zorgen’

8 april 2020

Terwijl heel Nederland wordt gevraagd afstand te houden, staan zij in de frontlinie om te helpen. Ook de hulpverleners van SJG Weert zijn dag en nacht bezig om het coronavirus te bestrijden en levens te redden. In deze serie laten we zien wie onze lokale helden zijn en waar zij in deze bizarre tijd tegenaan lopen. Vandaag aflevering 3: operatieassistente Joke Rutjens.

Nu alle planbare operaties zijn uitgesteld, staat er in SJG Weert een peloton aan extra hulpverleners klaar in de strijd tegen corona. Operatieassistenten, recoverypersoneel en anesthesiemedewerkers die tijdelijk niet meer op de OK nodig zijn, helpen mee op de Spoedeisende Hulp en de Intensive Care. Zeker nu het aantal coronapatiënten toeneemt, zijn deze aanvullende hulptroepen meer dan welkom.

Joke Rutjens (34) is een van die strijdkrachten. Al twaalf jaar lang assisteert zij de chirurgen bij hun ingrepen in het ziekenhuis. Na een korte bijscholing beleefde de Weerter operatieassistente onlangs haar vuurdoop op de speciaal ingerichte Intensive Care voor coronapatiënten. Haar opdracht: de IC-verpleegkundigen op alle mogelijke manieren ondersteunen bij hun zorg aan het bed.

Voor de leeuwen
“Vooraf vond ik het toch wel even spannend”, memoreert Joke. “Een nieuwe afdeling, nieuwe collega’s, je weet niet wat je moet verwachten. Maar twijfel is er nooit geweest. Geen moment. Corona of niet: ik werk in de zorg en dus zorg ik. Dat gevoel is heel sterk, zeker deze dagen. Ik ben blij als ik kan gaan werken. Meer dan ooit kan ik nu van betekenis zijn. En mochten er vooraf al twijfels zijn, dan zijn die onmiddellijk weg op het moment dat je de eerste patiënt ziet binnenkomen. Dan sta je er gewoon en ben je maar met één ding bezig: mensen zo goed mogelijk helpen. Dat geldt niet alleen voor mij, dat herken ik bij al mijn collega’s.”

Tijdens haar eerste nachtdienst op de IC werd Joke gelijk voor de leeuwen geworpen. “Ik had mijn beschermende pak amper aan toen er een patiënt van de Spoedeisende Hulp werd binnengebracht. De man was al geïntubeerd en moest direct aan de beademing. Het voelde even heel onwerkelijk. Wat ik op tv had gezien, gebeurde nu recht onder mijn neus. Er was geen tijd te verliezen. De man moest op zijn buik worden gedraaid. Ik schakelde mijn gevoel uit en zei tegen mezelf: Oké, daar gaan we dan.”

Rust en focus
Haar eerste werkdag op de Intensive Care zal ze nooit meer vergeten. “Wat me opviel was de serene rust die er heerste. Alles, maar dan ook echt alles draait om de patiënt. Hoe hectisch het ook is, medewerkers blijven kalm en zijn intens gefocust. Fantastisch om te zien. Emoties worden buiten het zicht van de patiënt gedeeld als de dienst erop zit. Met elkaar en als daar behoefte is met een psycholoog. Aan het einde van elke werkdag staat er een professional klaar bij wie je je hart kunt luchten. Ik heb er nog geen gebruik van hoeven maken, maar heel fijn dat die mogelijkheid er is. Het zijn heftige tijden.”

Van elkaar leren
Direct bij haar eerste schreden op de IC werd Joke als een volwaardig lid opgenomen in het team. “Die hele nacht voelde als een warm bad. De verpleegkundigen lieten duidelijk merken hoe blij ze zijn met de ondersteuning vanuit het OK-centrum. Wij zetten voor hen bijvoorbeeld de medicijnen klaar, helpen mee bij de verzorging, het aanbrengen van infusen en katheters en het draaien van patiënten op hun buik. Belangrijke, ondersteunende taken die ervoor zorgen dat de IC-medewerkers de handen volledig vrij hebben voor de zorg aan het bed. Als het aan mij ligt, komen er in de toekomst meer van dit soort uitwisselingen in het ziekenhuis. Je leert elkaars werk beter begrijpen en gaat elkaar nóg meer waarderen.”

Roeping
Ook vanuit de samenleving is die waardering meer dan ooit voelbaar. De roep om mensen in de zorg beter te belonen voor hun werk, wordt steeds luider, zo heeft ook Joke gemerkt. Ze begint te lachen. “Die waardering is heel lief en ook niet verkeerd, maar daar is het mij niet om te doen. Ik heb van huis uit meegekregen dat je er moet zijn als een ander je nodig heeft. Vanuit die gedachte ben ik de zorg ingegaan. Zieke mensen helpen om beter te worden, dáár word ik gelukkig van.”

‘Hoe heftig ook, ik wil zorgen’