Na acht jaar ‘schoon’ te zijn geweest, moest Hermie van de Pasch (51) eind 2019 opnieuw in gevecht tegen borstkanker. Omdat het te bestralen gebied dicht bij het hart zat, gooide radiotherapiecentrum Maastro voor de Ospelse het nieuwste bestralingswapen in de strijd: protonentherapie.
Alsof iemand met een honkbalknuppel langs was geweest.’ Zo voelde het voor Hermie toen ze eind 2011 het ziekenhuis uitliep met de diagnose borstkanker. Eenmaal van de eerste klap bekomen, toonde ze haar optimisme en strijdlust. Na een borstamputatie met borstreconstructie, gevolgd door chemo- en hormoontherapie kwam de Ospelse er weer bovenop. Eind goed, al goed, zou je denken.
Niet dus. In het najaar van 2019, acht jaar nadat ze in haar rechterborst een knobbeltje had ontdekt, kreeg ze er met dezelfde knuppel weer van langs. “Het zal wel iets met de prothese te maken hebben, dacht ik, toen dezelfde borst van vorm veranderde en warm aanvoelde. Op de MRI was inderdaad een klein scheurtje te zien. Maar ook nog iets anders. Twee tumoren, in de lymfeklier van de rechteroksel en naast het borstbeen. Gelukkig dicht bij elkaar en daardoor te behandelen.”
Hoe veiliger, hoe beter
En zo ging Hermie opnieuw de medische molen in. Te beginnen met achttien weken chemotherapie. Daarna werd de prothese operatief verwijderd. Het sluitstuk: radiotherapie (bestraling) bij Maastro in Maastricht. “Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik gewoon op de ‘klassieke manier’ met fotonen bestraald zou worden, maar uit het onderzoek bij Maastro bleek dat protonentherapie voor mij een betere keuze was. De tumor in de lymfeklier naast het borstbeen zat namelijk dicht bij het hart. Met protonenstraling wordt het gebied rond de tumor gespaard en loop je minder risico op een hartinfarct, zo werd me verteld. Ik had nog nooit van protonentherapie gehoord, maar hoefde er geen moment over te denken. Hoe veiliger, hoe beter natuurlijk. Ik was maar wat blij met deze nieuwe therapie.”
Vermoeiend waren de bestralingen wel. En dat is nog zacht uitgedrukt. “Vijf behandelingen per week, 23 in totaal. Achteraf gezien heb ik dat toch wel wat onderschat. Ik was gesloopt en moest elke middag een paar uur slapen.”
Maar Hermie kwam er doorheen. Op eigen kracht, geholpen door haar man Jan en hun twee kinderen Rob en Fleur. En de begeleiding vanuit Alexander Monro regio Zuidoost, het nieuwe borst(kanker)ziekenhuis in SJG Weert. Verpleegkundig specialist oncologie Sandra Janssen- Engelen was in het hele traject Hermies vaste contactpersoon en baken van rust. Haar motto: je kunt beter een keer te veel dan te weinig bellen.
Rust en aandacht
Hermie maakte er dankbaar gebruik van. “Als ik het niet vertrouwde of er even doorheen zat, was Sandra er altijd met een advies en een luisterend oor. Bij haar kun je als patiënt jezelf zijn en gaat het ook niet alleen over kanker. Ze wilde ook weten hoe het met de rest van de familie ging. Of het lukte om op het werk de draad weer op te pakken. Die aandacht is zó belangrijk. Zelf mag je dan ziek zijn, kanker treft je hele omgeving.”
Bij Alexander Monro regio Zuidoost vond de Ospelse precies was ze nodig had. Rust. “Dat begint al bij binnenkomst. Er hangt een ontspannen sfeer, je wordt niet opgejaagd, de mensen nemen de tijd voor je. Daarbij heb ik gemerkt hoe fijn het is dat je als borstkankerpatiënt niet steeds van de ene naar de andere afdeling hoeft. Iedereen die je nodig hebt voor het onderzoek of de behandeling, zit op één vleugel bij elkaar. Ook dat geeft rust. Geloof me: hoe ze hier omgaan met mensen met borstkanker verdient een heel dikke duim.”
Luisteren naar het lichaam
Naar het belangrijkste advies van de verpleegkundig specialist – luister naar je lichaam en blijf in beweging – hoefde Hermie niet te luisteren. Dat deed ze namelijk uit zichzelf al. “Ook tijdens de chemo ben ik blijven bewegen om mezelf in conditie te houden. En inmiddels ben ik gaan hardlopen. Dat voelt goed.” Op haar gezicht verschijnt een ontwapende lach. “Om eerlijk te zijn: het was een zware tijd. Er waren momenten dat ik het even niet meer zag zitten. Maar nu voel ik me weer goed. De kanker is bijna een halfjaar weg. Het vertrouwen komt terug, ik kijk weer vooruit.”
Protonentherapie in Maastro
Bij borstkanker kan protonentherapie (bestralen met positief geladen kerndeeltjes) bijvoorbeeld een uitkomst zijn wanneer het te bestralen gebied zich vlakbij het hart bevindt. “Door met uiterste precisie en een hoge dosis te bestralen, wordt de tumor zelf grondig aangepakt en blijft de schade eromheen tot een minimum beperkt. Hiermee wordt het risico op hartschade en de ontwikkeling van nieuwe tumoren in de jaren na de behandeling nog verder verkleind”, vertelt prof. dr. Liesbeth Boersma, radiotherapeut-oncoloog en directeur patiëntenzorg van Maastro.
Protonentherapie is op dit moment alleen mogelijk in Groningen, Delft en Maastricht. Jaarlijks gaan er vanuit SJG Weert zo’n 150 patiënten met kanker voor een bestralingsserie naar Maastro; ruim een derde van hen na een borstoperatie. Het overgrote deel van deze mensen heeft geen speciale protonentherapie nodig. Zij worden behandeld volgens de gangbare methode met fotonenstraling. “Die behandeling is net zo effectief om tumoren onder controle te houden”, zo verzekert Prof. Boersma. “In slechts een klein aantal gevallen, als het orgaan te dicht in de buurt van het te bestralen gebied zit, nemen we het zekere voor het onzekere en kiezen we voor protonentherapie. Alles om het risico op bijwerkingen op de lange termijn zo klein mogelijk te houden. De patiënt komt pas in aanmerking voor deze kostbare therapie als op basis van landelijke richtlijnen wordt vastgelegd dat dit de beste optie is.”
Gezondheidskrant SJG Weert - april 2021 - nummer 1 - pag. 8