Maar liefst 60 jaar is Mia Hendrikx-Geelen (79) nauw verbonden met het ziekenhuis in Weert. Tot 1980 als verpleegkundige, sinds die tijd als vrijwilligster. “Uit eigen ervaring weet ik hoe fijn het is als iemand voor je zorgt en naar je luistert. Het zijn de kleine dingen die voor de patiënt het verschil maken.”
In augustus 1956, slechts enkele maanden nadat ze als leerling-verpleegkundige was begonnen in het toenmalige Sint Jans Gasthuis, kreeg Mia Hendrikx-Geelen een ernstig scooterongeluk. Zes weken lang lag ze met een schedelbasisfractuur in het ziekenhuis. “Als patiënt heb ik toen ervaren wat goede zorg met je doet. Dat iemand écht aandacht voor je heeft. Een keer je kussen opschudt. Een glaasje water haalt. Naar je luistert. Dat is van onschatbare waarde.”
Manusje van alles
Zorgen voor de zieke medemens, het zit in het DNA van de 79-jarige Weertse die op haar 65e verjaardag koninklijk werd onderscheiden. Als jonge leerling werd ze direct voor de leeuwen geworpen. “Al na drie maanden had ik mijn eerste nachtdienst. En daar stond ik dan, in mijn eentje. Met dertig patiënten, en een briefje waarop stond wat ze mankeerden en nodig hadden. In de tweede nacht trof ik een dode patiënt aan in bed. De hoofdzuster in het nabijgelegen klooster kon ik niet bereiken, dus heb ik alleen de familie getroost. En daarbij nog de afdeling gerund. Hoe ik het heb gedaan weet ik niet, maar ik deed het. In die tijd was je een manusje van alles. In mijn vrije tijd ging ik met de ziekenwagen mee om patiënten op te halen.
“In mijn vrije tijd ging ik met de ziekenwagen mee om patiënten op te halen.”
Voldoening
Toen ze trouwde werd ze ontslagen; zo ging dat in die tijd. Maar Mia keerde terug, omdat ze haar hard nodig hadden als gediplomeerd verpleegkundige. Chirurgie, interne geneeskunde, kraamzorg, dermatologie en KNO; tussen 1960 tot 1981 werkte ze op verschillende afdelingen en poli’s. Steeds met veel aandacht en een luisterend oor voor haar patiënten. En dat bleef zo tot op de dag van vandaag. Als vrijwilligster bij de pastorale dienst trof ze jarenlang de voorbereidingen voor de dagelijkse eucharistievieringen in de kapel. Ze schonk koffie, verzorgde de bloemen en hielp bij opnames van patiënten. En nu nog steeds is ze er bijna elke vrijdag. Als vrijwilligster van de geestelijke en pastorale zorg bezoekt ze eenzame ouderen in het ziekenhuis. “Het is zo eenvoudig. Je zet een stoel naast het bed. En je luistert. Meer hoef je niet te doen. De dankbaarheid die je daarvoor terugkrijgt, geeft zoveel voldoening.”
"Mijn werk was alles voor mij"
Zoals Mia Hendrikx-Geelen zijn er meer vrijwilligers die een leven lang verbonden zijn met SJG Weert. Neem Jules van Gompel, 96 (!) jaar. In 1948 begon ze als leerling op de klasafdeling van zuster Aleida. “In het hele ziekenhuis waren twaalf verpleegkundigen. Papierwerk hadden we nog niet, ik kon mijn aandacht volledig richten op de zorg en verpleging. Mijn werk was alles voor mij. Iets kunnen betekenen voor je zieke medemens, dat voelde goed. Als een patiënt terminaal was, kwam ik na mijn dienst terug. Of ik bleef als de familie daar om vroeg. In die tijd gingen veel mensen nog dood aan aandoeningen die nu prima te behandelen zijn. Dat maakte het ook vaak zwaar. Zeker als een kind overleed, dat was verschrikkelijk.” In 1980 stopte Jules als verpleegkundige om als vrijwilliger terug te keren. Ze verzorgde de koffie na de heilige mis en bij optredens van het zangkoor. “Ook nu loop ik nog regelmatig binnen. Als iemand uit mijn flat in het ziekenhuis ligt, ga ik op bezoek.”
“Mijn werk was alles voor mij. Iets kunnen betekenen voor je zieke medemens, dat voelde goed.”
In een mooi gesprek met de dames rijgen de anekdotes zich aaneen. Mia Hendrikx-Geelen gaat terug naar het einde van de jaren vijftig. “In het holst van de nacht moest ik een overleden patiënt via de kloostertuin naar het mortuarium brengen. Omdat het pikkedonker was in de tuin raakte ik met de brancard van het pad. Toen gebeurde het: de overledene viel op de grond en slaakte een zucht. Ik schrok me wezenloos en ben in paniek terug naar het ziekenhuis gerend om hulp te vragen.”
Gezondheidskrant SJG Weert • nummer 2 • juli 2016 • pag. 13