Home sweet home, wat ben ik blij dat ik weer thuis ben na zo’n intensieve dag en nacht. Gisteren moest ik me om 09:00 uur melden bij de dagopvang van de afdeling oncologie. De ruimte bestaat uit aan de ene kant een paar bedden voor patiënten die een lange behandeling krijgen, en aan de andere kant enkele relaxstoelen voor patiënten die voor een korte behandeling komen.
Ik was de eerste patiënt voor deze dag. Net zoals gisteren voelde ik opnieuw die warme sfeer die hier in deze ruimte hangt. Ik kon me omkleden en mocht kiezen in welk bed ik mocht liggen. Ik koos voor het bed bij de raam, daar kon ik tenminste nog naar buiten kijken. Na uitleg van wat mijn dagprogramma zou gaan worden werd het infuus geprikt en startte de chemo met eerst een spoeling. Ondertussen melden zich nog meer patiënten in deze ruimte, het merendeel voor een korte behandeling. Met deze mensen had ik geen contact omdat ze te ver van me af lagen voor hun behandeling. Op een gegeven moment komt er een heel fragiel vrouwtje met haar echtgenoot binnen. Ze kwam op een van de bedden bij mij liggen. Al gauw kwamen we in gesprek. Dit gaat dan zo van waar je woont. En dan blijkt dat je dezelfde mensen kent. Grappig, zo gaat dat vaak. Maar ja, zei was hier ook niet voor niets. Dan kom je tot de kern van dit gesprek en blijkt dat ze waarschijnlijk nog maar enkele maanden te leven heeft. Daar schrik je van, zo levenslustig ze is en te moeten beseffen dat het einde in zicht is. Ze praatte er heel open over. Ze had helemaal geen wensen meer. Het enig wat ze nog wilde was genieten van het warme contact van familie en vrienden. Ze werd momenteel op handen gedragen door alles en iedereen. Ik kon me helemaal verplaatsen in haar situatie, dit gevoel herkende ik ook. Niks is momenteel meer belangrijker dan je eigen gezin, verder boeit het me allemaal niet zoveel meer. Eerst dit proces door en dan zie ik wel weer.
Inmiddels was het middag en werd het infuus met de medicijn aangesloten. Spannend, want wat ga je voelen?? Nou daar kan ik duidelijk in zijn, ik voelde niks anders dan anders. Het is gewoon de spanning die door je lijf giert waar je je eigen druk om maakt. Met alle aandacht die je in de loop van de dag krijgt, en alle indruk die je op doet vliegt de dag voorbij. Ik heb zo alles op afstand kunnen bekijken maar mijn conclusie is dat al die patiënten die zich op deze dag hebben gemeld voor zover ik het kan inschatten gewoon hun dagelijks leven proberen positief op te pakken. Echt heel veel respect voor deze mensen. Aan het einde van de middag nam ik afscheid van mijn buurvrouw en werd ik overgeplaatst naar de afdeling. Hier moest ik nog tot de ochtend aan het infuus blijven liggen. Vanwege mijn BMRO bacterie kreeg ik weer een kamer voor mijn eigen. Voor mij een gelukkige bijkomstigheid. Na het bezoek heb ik nog wat televisie gekeken en ben ik proberen te gaan slapen. Dit lukte me nauwelijks want door al dat vocht van het infuus wat ik binnenkreeg moest ik ook heel veel plassen. Daarnaast kreeg ik veel last van opborrelend maagzuur. Hier heb ik wat voor gekregen. Zo tegen de ochtend kreeg ik het gevoel dat ik steeds misselijker werd en wat licht in mijn hoofd. Dit zijn al de voortekenen van de bijwerkingen.
Zoals ik het begrepen had kreeg ik om 03:30 uur mijn laatste zak met infuusvloeistof. Deze zou vijf uurtjes lopen. Dan was deze rond 08:30 uur leeg en dan mocht ik naar huis. De zak was leeg en het alarm van het infuus begon te loeien. Ik heb netjes op de bel gedrukt voor de verpleging. Maar na tien minuten was er nog niemand te bekennen. Ik bekeek me het infuus eens en drukte het infuus uit. Dat lawaai aan mijn oren daar maakte ik maar korte metten mee. Inmiddels waren er weer tien minuten verstreken toen de verpleging kwam aanlopen met een nieuwe zak infuusvloeistof. 'Uhhh', ik dacht dat ik klaar was', vroeg ik. 'Nee, er moet nog even gespoeld worden voordat u naar huis mag.' Ik bekende dat ik het infuus had uitgezet, want dat langdurig lawaai aan mijn oren vond ik niet zo prettig. 'Ik dacht ik help jullie alvast even', antwoordde ik. 'Dat had u nu niet moeten doen, meneer Hebben', zei de verpleegster op een strenge toon: 'Kijk eens naar u hand waar het infuus zit.' Ik kijken en schrok ervan. Het hele slangetje zat vol bloed. Doordat ik het infuus had uitgezet was het bloed teruggelopen in de slang. Ik moest nog even naspoelen, maar het lukte maar niet om de doorstroming op gang te krijgen. Er werd assistentie bijgehaald en eindelijk kwam het weer op gang. Ik verontschuldigde me met de mededeling dat ik dit nooit meer zou doen en de gevolgen hiervan niet had kunnen overzien. Gelukkig konden we er beiden nog om lachen.
Na het doorspoelen volgden de gebruikelijke controles zoals, bloeddruk meten, temperatuur meten en gewicht wegen. Gelukkig was alles goed en mocht ik naar huis. Vrouwlief heeft me opgehaald en thuisgebracht. We waren nog geen vijftien minuten thuis toen de post de canvasfoto afleverde die ik zondagavond had besteld van de gemaakte familiefoto. Deze is prachtig geworden. Nu hou ik me de komende periode rustig want ik merk dat ik last heb van de bijwerkingen van de chemo, zoals misselijkheid en een licht gevoel in je hoofd. Om het maar eerlijk te zeggen: ik voel me gewoonweg brak. Laat ik hopen dat dit komt doordat ik zo slecht geslapen heb de afgelopen nacht!